De lijst der lijsten
Debby Lanser
Sectorhoofd bij het Centraal PlanbureauRanglijsten maken mensen op allerlei terreinen: Het hoogste gebouw ter wereld, de snelste atleten ooit of het langst lopende radioprogramma. Ranglijsten maken wij economen ook bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsproductiviteit. We ranken landen en ordenen sectoren binnen een land naar meer en minder productief. Ook binnen sectoren verschillen bedrijven in de mate van productiviteit. Achter die spreiding gaat meer schuil dan alleen de beste willen zijn. Deze ranglijsten weerspiegelen een bedrijvendynamiek die bepalend is voor de hoogte van de economische groei. En dat geeft deze ranglijsten een extra dimensie. De jaarrapportage 2023 van de National Productivity Board schrijft er meer over (Bettendorf en Polder, 2024).
Productiviteitsverschillen binnen een sector
We ordenen bestaande bedrijven in drie categorieën: de koplopers, de volgers en de niet-levensvatbare bedrijven. Het verschil tussen de koplopers en de volgers is een maat voor de productiviteitsverschillen binnen een sector. Meer exact berekenen we dat door het productiviteitsverschil te nemen tussen de 10 procent productiefste bedrijven en het mediane bedrijf in een sector.
In Nederland is de productiviteit van de koploper ongeveer drie keer zo groot als dat van het mediane bedrijf (Van Heuvelen et al., 2018). Dit verschil kan afnemen over tijd doordat volgers aansluiting zoeken bij de koplopers door letterlijk van hen te leren. Grotere sprongen in productiviteit maakt de economie als niet-levensvatbare bedrijven de sector verlaten en plaats maken voor nieuwe innovatieve binnenkomers (creatieve destructie). Of als volgers zelf innoveren.
In de VS lijken deze effecten naar de achtergrond verdwenen. De verschillen tussen de koplopers en de volgers nemen toe ten koste van de productiviteit. Een toename van de marktconcentratie draagt in de VS bij aan een afnemende arbeidsproductiviteit. Bedrijven lijken zich in plaats van op innovatieve investeringen te richten op protectionisme, zodat ze met hun marktmacht overwinsten kunnen beschermen.
Europa mag niet klagen, daar zien we het omgekeerde fenomeen. In Europa lopen marktconcentratie, efficiënte allocatie en productiviteit met elkaar in de pas (Bighelli et al., 2023). Als het marktaandeel van de meer productieve bedrijven toeneemt, neemt de productiviteit in Europese sectoren toe. Tussen 2009 en 2016 is de helft van de Europese productiviteitsgroei tot stand gekomen door verschuiving in het marktaandeel naar productievere bedrijven.
Voortschrijdend inzicht
De OESO waarschuwde eerder voor toenemende verschillen in arbeidsproductiviteit tussen bedrijven. In Nederland zagen wij deze ontwikkeling niet (Van Heuvelen et al., 2018). De verschillen tussen de koplopers en volgers bleven tot 2015 min of meer constant. Nieuw onderzoek toont echter dat tussen 2010 en 2019 het verschil in arbeidsproductiviteit tussen de koplopers en de volgers in Nederland met 3,8% is gegroeid (Bettendorf en Polder, 2024). Ook verandert de kopgroep veel minder vaak van samenstelling dan in de periode tot 2015. De productiefste bedrijven binnen Nederlandse sectoren zijn een behoorlijk constante groep. In de periode tussen 2010 en 2019 bestendigen jaarlijks zo’n 90% van de bedrijven hun positie in de kopgroep.
Nieuwe data
Vooralsnog lijkt de Nederlandse arbeidsproductiviteit niet te lijden onder toenemende marktmacht. Maar blijft dat ook zo, of keren we terug naar de eerdere trend?
De data zullen het ons moeten leren. Ik wacht in spanning af. Het voelt als vijf voor zes in afwachting van de nummer een. Helaas kan ik mijn nieuwsgierigheid niet binnen vijf minuten stillen. Het is wachten op langere datareeksen. Reeksen die ook de exceptionele coronajaren bevatten. Over een jaar of twee weten we meer. Het is nog geen vijf voor zes op vrijdagmiddag. Het is eerder woensdagochtend 9 uur, het langstlopende radioprogramma, de arbeidsvitaminen, galmt uit mijn radio: de werkweek is op stoom maar nog niet ten einde.
Bovenstaand blog is tot stand gekomen op basis van onderzoek verricht door M. Polder/CBS en is terug te vinden in het derde hoofdstuk van de publicatie van de jaarrapportage van de National Productivity Board (2024). We bedanken het CBS voor het beschikbaar stellen van hun eerste bevindingen op basis van experimentele data die zij hebben ontwikkeld om de productiviteit van bedrijven nog beter te kunnen meten.
- meer over Debby
alle columns en artikelen
Recente CPB columns
- Een prikkelend toekomstperspectief - Jan-Maarten van Sonsbeek
- We kunnen de aarde redden. Maar willen we dat? - Marcel Timmer
- Nauwe band met VS maakt ons welvarend én kwetsbaar - Pieter Hasekamp
alle columns en artikelen