Data in de lente
Ramy El-Dardiry
wetenschappelijk medewerker bij het Centraal PlanbureauVroeger verborgen data zich liever. Of nou ja, data waren gehecht aan een plaats. Boekenkasten, harde schijven. Verhuizen kon wel, maar dan bij voorkeur met verzorgd transport – via een diskette, cd-rom of USB-stick. Wilde je data de wereld in slingeren, dan diende eerst een modem uit zijn voegen te kraken. ‘Laat ons toch hier!’ leken de data te schreeuwen.
Data zijn als lucht. Pas als we van onzichtbare datastromen afgekneld raken, realiseren we ons hoe afhankelijk we van data in ons dagelijks leven zijn. Geen wifi op vakantie, geen smartphone, geen navigatiedienst in een nieuwe stad: alleen dappere puriteinen onthouden zich van de vruchten van de digitale revolutie.
Keuzes
Toch is het vanuit economisch perspectief iets te makkelijk om data met lucht te vergelijken. Lucht is een publiek goed. Iedereen kan er gratis gebruik van maken zonder dat anderen er last van hebben. Bij data kunnen we echter in veel gevallen kiezen wie of wat toegang krijgt. Deze blog: vrij te lezen; foto’s van kinderen en kleinkinderen: toegankelijk voor de familie (of als u ervoor kiest: voor iedereen die u op sociale media volgt); medisch dossier: alleen beschikbaar voor degenen die u behandelen.
Sterker nog: juist door te kiezen om data wel of niet te delen, beïnvloeden we elkaars leven. Zo is ieders privacy vervlochten met de privacy van anderen. Mijn DNA zegt ook wat over mijn broers en uw profiel op sociale media stelt een technologiebedrijf in staat meer te weten te komen over uw vrienden of collega’s. Niet alleen voor voldoende privacy zijn we op elkaar aangewezen. Als een patiënt besluit scans vrij te geven om een diagnostisch algoritme te trainen, kan een volgende patiënt daar mogelijk van profiteren. Door data te delen via de corona-app krijgen anderen tijdig een waarschuwing en wordt de kans op besmettingen verkleind.
Maar welke keuze hebben we eigenlijk als alle vrienden al op hetzelfde netwerk zitten of als een bedrijf, met behulp van onze data, precies weet op welke knop we zullen drukken? En is het überhaupt mogelijk om de consequenties van een keuze om data te delen te overzien?
Schone lucht
Voor schone lucht zorgen we samen. En misschien vormt dat gegeven de relevante parallel met de data-economie. De één kiest voor een elektrische auto, de ander gooit de tegels uit de tuin en plant een boom, de overheid prikkelt bedrijven om te verduurzamen, startups zetten in op de circulaire economie: kleine en grote stappen die tezamen onze lucht zuiveren. Zo kunnen we ook met elkaar zorgen voor een beter werkende data-economie. Soms vereist dat overheidsingrijpen, soms is het wellicht effectiever als consumenten krachten bundelen, als we samen keuzes maken.
In de publicatie ‘Brave new data’ verkennen we nieuwe richtingen voor databeleid. Hoe waken we ervoor dat data worden gedeeld wanneer er grote negatieve gevolgen zijn voor anderen? Hoe zorgen we ervoor dat er juist meer data worden gedeeld als de samenleving er als geheel van profiteert? We laten zien dat wel of niet datadelen vaak een collectief vraagstuk is. Om zulke vraagstukken op te lossen hebben we nieuwe vormen van regulering én concrete acties nodig. Door data samen te brengen in publieke databanken kunnen we bijvoorbeeld grote maatschappelijke uitdagingen aanpakken, denk hierbij aan data over gebruik van infrastructuur of zorg.
Ach, al die onzichtbare data. Het is niet makkelijk te houden van iets wat je niet ziet of hoort. Ze planten zich maar voort op de meest onverwachte momenten, ze nestelen zich op plekken waar we ons veilig waanden. Maar met een beetje wil, een beetje actie, voel ik data als een lentebries.
Ramy El-Dardiry
- meer over Ramy
alle columns en artikelen
Ramy El-Dardiry
wetenschappelijk medewerker bij het Centraal Planbureau
- meer over Ramy
Recente CPB columns
- De les van de oliebollentest - Marielle Non
- Van wie is de ruimte? - Jeroen Hinloopen
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos
alle columns en artikelen