7 april 2017

Integraal onderzoeksbeleid: doelen en instrumenten

Oplossen maatschappelijke vraagstukken vergt gericht onderzoek

Persbericht
Als de overheid een concreet maatschappelijk vraagstuk wil oplossen, zal zij onderzoek gerichter moeten inzetten. Voor meer algemene kennisontwikkeling kan de overheid onderzoekers juist beter vrij laten. Dit staat in de vandaag gepubliceerde policy brief ‘Integraal onderzoeksbeleid: doelen en instrumenten’ van het Centraal Planbureau (CPB).

De rijksoverheid investeert jaarlijks ruim 7,5 miljard euro per jaar in wetenschap en innovatie. Het overgrote deel (85%) van dit budget wordt nu ingezet voor research waarbij onderzoekers relatief veel vrijheid krijgen. Onderzoek ten behoeve van een concreet maatschappelijk doel (zoals de reductie van CO2-uitstoot of veilige dijken) vraagt echter om een andere aanpak dan het bevorderen van algemene kennisontwikkeling. De overheid kan de doelmatigheid bevorderen door het stellen van voorwaarden bij het contracteren, monitoring van de voortgang en het inzetten van prestatiebeloningen. Dit helpt om onderzoekers gericht te laten werken aan het bereiken van het concrete doel. Bij dergelijk ‘missiegedreven onderzoek’ is een grotere mate van vrijheid wel nodig als de uitkomsten van het onderzoek strijdig kunnen zijn met politieke kortetermijndoelstellingen. Vrijheid draagt dan bij aan de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten.

Als het beleidsdoel missiegedreven is, dan is toegepast onderzoek vaak toereikend voor een effectieve oplossing. Alleen als de huidige kennisbasis ontoereikend is om een maatschappelijk vraagstuk op te lossen, liggen investeringen in grensverleggend onderzoek – zoals onderzoek naar nieuwe schone technologieën – voor de hand. Als algemene kennisontwikkeling het beleidsdoel is, dan is grensverleggend onderzoek juist wel het meest geschikt. Hierbij kan de overheid veel vrijheid bieden aan onderzoekers. Dit verhoogt de kans op toevallige ontdekkingen en stimuleert risicovol, innovatief onderzoek.

Óf de overheid onderzoeksbeleid meer of minder moet richten op concrete maatschappelijke doelen, is een open vraag. Het CPB doet in de policy brief geen uitspraken over de optimale verhouding tussen overheidsuitgaven aan missiegedreven en aan algemeen onderzoek, maar bespreekt welke instrumenten het beste bij welk beleidsdoel passen. Hierbij gaat de policy brief in op de volgende toepassingen: de vormgeving van de fiscale regeling voor research & development (WBSO), maatschappelijke uitdagingen in het topsectorenbeleid en onderzoeksbeleid voor de energietransitie.

Als algemene kennisontwikkeling het beleidsdoel is, dan kan de overheid het beste grensverleggend onderzoek financieren. Dit type onderzoek brengt namelijk naar verwachting veel kennisspillovers met zich mee. Voor bedrijven zijn investeringen in grensverleggend onderzoek daarom vaak moeilijk of niet terug te verdienen. Bij de financiering van grensverleggend onderzoek kan de overheid het beste veel vrijheid bieden aan onderzoekers. Vrijheid geeft ruimte om toevallige ontdekkingen op te volgen en stimuleert risicovol, innovatief onderzoek. Algemene kennisontwikkeling vraagt dus om vrij en grensverleggend onderzoek.

Als het beleidsdoel missiegedreven is, dan is toegepast onderzoek vaak – maar niet altijd – toereikend voor een effectieve oplossing van het maatschappelijke vraagstuk. Grensverleggend onderzoek zal minder snel tot tijdige en haalbare oplossingen leiden dan toegepast onderzoek. Wanneer de huidige kennisbasis echter ontoereikend is om een maatschappelijk vraagstuk op te lossen, liggen investeringen in grensverleggend onderzoek voor de hand. Als, bijvoorbeeld, CO2-reductie niet gerealiseerd kan worden met de doorontwikkeling en uitrol van bestaande technologieën, dan is grensverleggend onderzoek nodig om nieuwe schone technologieën te ontwikkelen.

De overheid kan de doelgerichtheid en doelmatigheid van missiegedreven onderzoek bevorderen door onderzoek te contracteren, via het stellen van voorwaarden, monitoring van de voortgang, of het gebruik van prestatiebeloning. Alleen als de uitkomsten van het onderzoek strijdig kunnen zijn met politieke kortetermijndoelstellingen, is het voor de betrouwbaarheid van het onderzoek nodig om onderzoekers meer vrijheid te bieden.

Óf meer of minder missiegedreven onderzoek wenselijk is, is een open vraag. Deze policy brief doet dan ook geen uitspraken over de optimale verhouding tussen overheidsuitgaven aan missiegedreven en aan algemeen onderzoek, maar bespreekt welke instrumenten het beste bij welk beleidsdoel passen. Een keuze voor missiegedreven onderzoek vraagt om instrumenten waarbij onderzoekers door de overheid worden gecontracteerd. Daarnaast kan bij missiegedreven onderzoek overwogen worden om de verantwoordelijkheid

Auteurs

Anne Marieke Braam
Bas Straathof

Lees meer over