28 juli 2017

Biomassa met CO2-opslag kan de kosten van EU’s energietransitie met 15-75% verlagen

De Europese Unie (EU) kan de rekening van klimaatbeleid substantieel verlagen door een hervorming van haar beleid te bewerkstelligen via twee wijzigingen. Ten eerste, is het nodig dat de beprijzing van CO2 voor sectoren buiten het emissiehandelssysteem (ETS) gelijkgeschakeld wordt aan de koolstofprijs in het ETS. Ten tweede, is het nodig dat biomassavergassingscentrales met CO2 opslag beloond worden voor hun onttrekking van CO2 aan de atmosfeer (negatieve emissies). Als de EU haar totale emissies met 80 procent wil verlagen, dan kunnen deze twee hervormingen de klimaatkosten in de EU met 0,3 biljoen (15% van de kosten) verminderen. Als de EU haar totale emissies met 95% wil terugbrengen dan kan het voordeel oplopen tot 7,7 biljoen euro (75% van de kosten).

Het gebruik van biomassavergassingscentrales met CO2 opslag is economisch aantrekkelijk, omdat de negatieve emissies van deze technologie het mogelijk maken om elders in de EU meer uitstoot te genereren, zonder geweld te hoeven doen aan het totaal beschikbare koolstofbudget. Daardoor kunnen de relatief dure maatregelen buiten het ETS achterwege blijven. Om daadwerkelijk de klimaatkosten te verminderen moeten bedrijven die in de toekomst eventueel eigenaar zijn van dit type centrale beloond kunnen worden voor hun negatieve emissies. Maar zelfs dan hebben bedrijven geen prikkel om te investeren in deze centrales. De koolstofprijs is daarvoor te laag. Alleen als de EU hier iets aan doet  door ETS-bedrijven toe te staan hun emissierechten te verkopen buiten het ETS, of door het aantal rechten in het ETS drastisch in te krimpen, zal de prikkel om te investeren in dit type centrale voldoende zijn. Dan kan de EU het voordeel op de klimaatkosten van 0.3-7.7 biljoen euro’s mogelijk maken. 

De inzet van biomassa in elektriciteitscentrales met CO2-opslag leidt, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, niet tot een stijging, maar juist tot een daling van de wereldwijde vraag naar biomassa. De inzet vergroot namelijk ook de beschikbare emissieruimte in de EU en maakt het mogelijk om meer fossiele energie te gebruiken zonder overigens daarbij de klimaat- en luchtdoelstellingen los te hoeven laten. De vraag naar biomassa in de EU stijgt dus door de extra inzet van biomassa, maar daalt door de extra inzet van fossiele energie. Netto is hier sprake van een daling van de vraag naar biomassa. Daardoor is er ook minder landbouwgrond nodig. Negatieve effecten op ontbossing en op de voedselproductie blijven hierdoor achterwege. Om het maatschappelijk draagvlak te vergroten kan er voor gekozen worden de opslag te beperken tot locaties onder de zeebodem.
 

Auteurs

Johannes Bollen