19 december 2014

Overheidslonen volgen marktlonen

Alleen tijdelijk verschil lonen overheid en markt

Persbericht
De ontwikkeling van lonen in de publieke sector wijkt alleen tijdelijk af van die in de marktsector. Op termijn volgen de overheidslonen de marktlonen, zo blijkt uit recent onderzoek naar de Nederlandse loonontwikkeling. Dit betekent dat een bezuiniging op ambtenarensalarissen slechts tijdelijk leidt tot een besparing voor de overheidsuitgaven.

Dat schrijven de CPB onderzoekers Annette Zeilstra, Adam Elbourne en Johannes Hers in de vandaag verschenen CPB Policy Brief Overheidslonen volgen marktlonen.

Hoewel de arbeidsmarkt van de overheid en die van de markt van elkaar afwijken is er wel interactie tussen beide sectoren. Werknemers wisselen van sector en werkgevers, concurreren om dezelfde werknemers, zeker op de markt voor pas afgestudeerden. Bovendien is er een institutionele koppeling tussen de overheidslonen en marktlonen, omdat bij het vaststellen van de loonruimte voor de overheidssector in beginsel de loonontwikkeling in de marktsector wordt gevolgd.

De snelheid waarmee de overheidslonen een achterstand op de marktlonen inhalen hangt mede af van de krapte op de arbeidsmarkt. Daarbij is er geen uniforme wijze waarop deze inhaal verloopt. Het is mogelijk dat er een generieke loonstijging is, maar in het verleden zijn achterblijvende overheidslonen ook wel gecompenseerd door additionele loonstijgingen voor specifieke groepen werknemers.

Contactpersonen

Dit impliceert dat een nullijn voor ambtenaren slechts tijdelijk leidt tot een besparing van overheidsuitgaven. Voor het blijvend terugdringen van het overheidstekort zijn andere maatregelen noodzakelijk.

De arbeidsmarkt van de overheid en die van de markt wijken van elkaar af. Werkgevers in de marktsector produceren goederen en diensten en proberen deze veelal zo winstgevend mogelijk in de markt te verkopen. De overheidswerkgevers daarentegen produceren diensten die veelal niet op de markt worden aangeboden. Ook verschillen de kenmerken van de werknemers tussen beide sectoren. Werknemers bij de overheid zijn bijvoorbeeld ouder en hoger opgeleid. Daarnaast verschillen beide sectoren in de opbouw van het loongebouw en de wijze waarop de loononderhandelingen zijn georganiseerd.

Ondanks bovenstaande verschillen is er interactie tussen beide sectoren, in directe zin door werknemers die van sector wisselen. Ook concurreren overheidswerkgevers met werkgevers in de marktsector om dezelfde werknemers, zeker om pas afgestudeerden. Bovendien is er een institutionele koppeling tussen overheidslonen en marktlonen. Bij het vaststellen van de loonruimte voor de overheidssector wordt de ontwikkeling in de marktsector in beginsel gevolgd. Hierdoor is de loonvorming op beide arbeidsmarkten verbonden.

In de periode 1980-2012 duurde het gemiddeld genomen drie tot vier jaar totdat een verschil tussen overheidslonen en marktlonen werd ingelopen. Dit is echter een gemiddelde. De snelheid waarmee het evenwicht wordt hersteld, hangt mede af van de stand van de conjunctuur. Tijdens een hoogconjunctuur is de arbeidsmarkt krap. De concurrentie om schoolverlaters is dan heviger en de arbeidsmobiliteit hoger. Hierdoor wordt het evenwicht sneller hersteld dan bij een ruime arbeidsmarkt, wanneer werknemers minder geneigd zijn van baan te wisselen en er minder concurrentie is om schoolverlaters.

De inhaal van de overheidslonen kan op verschillende manieren plaatsvinden. Bijvoorbeeld via een generieke loonstijging, maar in het verleden zijn achterblijvende overheidslonen ook wel gecompenseerd door additionele loonstijgingen voor specifieke groepen werknemers, op deelmarkten met de grootste knelpunten.

Lees ook CPB Discussion Paper 274 'Leider of volger? Interactie tussen overheids- en marktlonen'.

Auteurs