Tegenbegroting 2014 van GroenLinks
De wijzigingsvoorstellen in de tegenbegroting worden afgezet tegen de kabinetsvoorstellen in de Miljoenennota 2014, zoals deze door het CPB in de MEV 2014 zijn verwerkt.
GroenLinks trekt in zijn tegenbegroting voor 2014 11,9 mld euro uit voor extra collectieve uitgaven. De uitgaven betreffen met name de sociale zekerheid, bereikbaarheid, ontwikkelingssamenwerking, milieu, zorg en de arbeidsvoorwaarden in de collectieve sector. De partij buigt 9,3 mld euro om, vooral op de sociale zekerheid en in mindere mate op onderwijs, defensie en het topsectorenbeleid. GroenLinks verlicht de EMU-relevante lasten met 3,4 mld euro. De lastenverlichting geldt voor gezinnen en in mindere mate voor bedrijven. De lasten op inkomen en arbeid worden verlaagd en de lasten op milieu en vermogen en winst worden verhoogd. De niet-EMU-relevante lasten voor bedrijven en gezinnen worden verhoogd met 4,3 mld euro. Als gevolg laat GroenLinks het EMU-saldo in 2014 met ex ante 6,0 mld euro (1,0% bbp) verslechteren ten opzichte van de MEV. GroenLinks bezuinigt op de aanleg van snelwegen en verkort de WW-duur, wat na 2014 tot lagere overheidsuitgaven leidt. De invoering van een kilometerheffing, een congestieheffing, een openruimteheffing en het belasten van softdrugs leiden na 2014 tot een lastenverzwaring. Hetzelfde geldt voor het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek en de fiscalisering van de AOW. Deze maatregelen zijn gunstig voor het EMU-saldo na 2014.