14 juni 2012

Kortetermijnraming juni 2012: lage economische groei tot 2017

Juniraming 2012: Lage economische groei tot 2017

Persbericht
Na een krimp van driekwart procent in 2012 herstelt de Nederlandse economie vanaf volgend jaar met gemiddeld anderhalf procent groei in de periode 2013-2017. Het begrotingstekort komt in 2013 op 2,9 procent (EMU saldo) en verbetert slechts langzaam tot 2,6 procent in 2017.

De groei van het bruto binnenlands product (bbp) per persoon (2010-2017) is lager dan het herstel in veel andere landen na eerdere financiële crises. De staatsschuld ligt in 2017 op ruim 74% bbp.  De belangrijkste oorzaak is gelegen in de achterblijvende binnenlandse bestedingen, die worden gedrukt door de daling van de huizenprijzen, de problemen bij de pensioenfondsen en de gevolgen van het Begrotingsakkoord 2013 (‘Lente Akkoord’). Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in de vandaag gepubliceerde Juniraming 2012,waarin opgenomen de Economische Verkenning 2013-2017 en de doorrekening van het Begrotingsakkoord 2013.

De Eurocrisis blijft de donkere wolk boven de Europese en Nederlandse economie. Mocht de crisis escaleren dan komt de groei de komende jaren lager uit dan hier is geraamd en lijdt Nederland forse verliezen. Kernveronderstelling onder de raming is dat escalatie van de crisis wordt voorkomen, maar er op korte termijn ook geen sprake is van substantieel vertrouwensherstel. Het voorkomen van escalatie vergt echter een grote inspanning van regeringen en centrale banken, waarin ook de Nederlandse inzet medebepalend is. Stappen die leiden naar een Europese bankenunie geven momenteel de beste kans om escalatie te voorkomen.  

Het voorzichtige herstel van de Nederlandse economie na 2012 gaat gepaard met een matige groei van de werkgelegenheid van een kwart procent per jaar in de periode 2013-2017. De werkloosheid piekt in 2014 op 6¼procent, om in 2017 weer af te zijn afgenomen tot het 470.000 mensen (5¼ procent van de beroepsbevolking), dat ook voor dit jaar wordt verwacht. De gemiddelde mediane koopkracht blijft in deze periode ongewijzigd. De overheidsfinanciën blijven in zorgwekkende staat. In 2017 wordt een begrotingstekort (EMU-saldo) van 2,6 procent voorzien, met een staatsschuld van 74,1 procent bbp.

In 2013 komt het begrotingstekort uit op 2,9 procent bbp. Deze verbetering van het EMU-saldo wordt vooral bewerkstelligd door lastenverhogingen uit het Begrotingsakkoord 2013. Na daling van de koopkracht in 2010 en 2011, daalt deze ook in 2012 en 2013. Deze koopkrachtdaling is groter dan eerder werd voorzien, als gevolg van de hogere inflatie en de bevriezing van de lonen bij de overheid. In 2013 daalt de koopkracht ¾ procent. De staatsschuld komt in 2013 op 72,9 procent bbp uit en blijft stijgen tot 2016. Pas na 2017 gaat de schuld voor het eerst sinds het uitbreken van de crisis weer omlaag. De houdbaarheid van de overheidsfinanciën verbetert sterk door het Begrotingsakkoord (1,8 procent bbp), met name door de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd en door de aanpassing in de hypotheekrenteaftrek. Het houdbaarheidstekort is thans 8 miljard euro, of 1,1 % bbp.

NB: De cijfers tot en met 2017 zijn opgenomen in bijgevoegde CPB Policy Brief 2012/01 'Juniraming 2012'

Conclusies

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Kerngegevenstabel 2010-2013, juniraming 2012

Internationale economie
 2010201120122013
Relevante wereldhandel (%)

11,3

4,0

1 1/4

4 1/2

Prijspeil goedereninvoer (%)

7,3

5,1

3 1/4

1 1/4

Concurrentenprijs (%)

7,9

6,3

2 1/2

1 1/2

Olieprijs (Brent, $)

79,5

111,3

120

120

Eurokoers (dollars per euro)

1,33

1,39

1,31

1,32

Lange rente (stand in %)

3,0

2,9

2,1

2,5

Volume bestedingen en buitenlandse handel
 2010201120122013
Bruto binnenlands product
(economische groei, %)

1,7

1,3

-3/4

3/4

Bruto binnenlands product
(BBP, in miljarden euro's)

588,4

602,4

606

623

Consumptie huishoudens (%)

0,4

-1,1

-1/2

-1/4

Overheidsbestedingen (%)

0,7

0,4

-1

-3/4

Bruto investeringen bedrijven-
sector, excl. woningen (%)
-1,4

7,5

-3 3/4

3 1/4

Uitvoer van goederen,
exclusief energie (%)

12,8

3,9

3

3 3/4

Uitvoer van in Nederland
geproduceerde goederen (%)
9,4

1,5

1 3/4

3 3/4

Wederuitvoer (%)

15,8

5,9

4

4

Invoer van goederen (%)

12,6

4,0

3 3/4

2 1/4

Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
 2010201120122013
Prijspeil goederenuitvoer,
exclusief energie (%)

4,4

1,5

1/4

1 1/4

Prijsconcurrentiepositie (%)

1,9

2,5

2 1/4

1/2

Consumentenprijsindex
(CPI), alle huishoudens
2006=100

106,7

109,2

112

114 1/4

Inflatie (mutatie CPI),
alle huishoudens (%)

1,3

2,3

2 1/2

2

Afgeleide inflatie
(CPI), alle huishoudens (%)

1,1

2,2

2 1/4

3/4

Prijs bruto binnenlands
product (%)

1,3

1,1

1 1/2

2

Prijs nationale
bestedingen (%)

1,4

0,9

2 1/4

2

Contractloon
marktsector (%)

1,0

1,4

1 3/4

2 1/4

Loonvoet marktsector (%)

1,5

2,5

3 1/4

2 3/4

Bruto modaal inkomen
(in euro's)

32500

33000

33000

33000

Koopkracht modaal,
alleenverdiener (%)

-1,3

-1,4

-2 1/2

-1/2

Koopkracht, statisch,
mediaan,
alle huishoudens (%)

-0,6

-1,0

-2

-3/4

Prijzen overheid (toelichting/begrippen)
 2010201120122013
Loonvoet sector overheid (%)

1,1

0,6

2 1/2

1/4

Prijs overheidsconsumptie
beloning werknemers (%)

0,7

0,4

2 1/4

0

Prijs overheidsconsumptie,
netto materieel (IMOC) (%)

1,8

2,0

1 3/4

3 1/4

Prijs intermediair verbruik (%)

2,0

2,2

2 1/2

2 1/2

Prijs bruto overheids-
investeringen (IBOI) (%)

0,3

1,4

1 3/4

2 3/4

Arbeidsmarkt (internationale definitie 'beroepsbevolking', tenzij anders vermeld)
 2010201120122013
Bevolking (x 1000 pers.)

16615

16691

16765

16830

Beroepsbevolking (15-74)
(x 1000 pers.)

8748

8744

8865

8905

Werkzame beroepsbevolking
(15-74) (x 1000 pers.)

8358

8357

8395

8370

Werkloze beroepsbevolking
(15-74) (x 1000 pers.)

390

387

470

535

Werkzame personen (%)

-0,3

0,3

-1/4

-1/4

Beroepsbevolking
(15-74) (%)

-0,3

0,0

1 1/4

1/2

Werkzame beroeps-
bevolking (15-74) (%)

-1,0

0,0

1/2

-1/4

Werkloze beroeps-
bevolking (% van bb)

4,5

4,4

5 1/4

6

Werkloze beroepsbevolking
volgens nationale
definitie (% van bb)

5,4

5,4

6 1/4

7

Marktsector (toelichting/begrippen)
 2010201120122013
Productie (%)

1,3

2,0

-1 1/2

1 1/4

Arbeidsproductiviteit (%)

3,0

1,9

-1

2 1/4

Werkgelegenheid in
arbeidsjaren (%)

-1,6

0,1

-1/2

-1

Prijs toegevoegde waarde
(%)

2,2

0,1

1/4

1/2

Reële arbeidskosten (%)

-0,6

2,5

2 3/4

2

Arbeidsinkomensquote
(niveau in %)

78,7

78,6

82 1/4

81 3/4

Collectieve sector
 2010201120122013
EMU-saldo (in % BBP)

-5,1

-4,7

-3,8

-2,9

EMU-schuld (in % BBP)

62,9

65,2

71,7

72,9

Collectieve lasten (in % BBP)

38,8

38,3

39,0

39,9

Economische groei in Nederland, 2008-2013

Deze grafiek toont de groei van het Bruto Binnenlands Product in Nederland van 2008 t/m 2013

naar boven 

Gerelateerde publicatie

naar boven