24 november 2011

Werkloosheid en de Grote Recessie

Lage werkloosheid in Grote Recessie door ‘hamsteren’ bedrijven

Persbericht
Hoewel de Nederlandse economie in 2009 met een ongekende 3,5% kromp, liep de werkloosheid van dal tot piek op met slechts 1,6%-punt. Dit is minder dan verwacht. Dat kwam vooral door het ‘hamsteren van arbeid’ door bedrijven.

Zij kozen ervoor ook in slechte tijden personeel in dienst te houden, omdat geschikt personeel al jaren lastig te vinden was en omdat bedrijven er financieel toe in staat waren. Andere verklaringen, zoals de deeltijd-WW, speelden amper een rol. Dit concludeert Jasper de Jong in de vandaag verschenen CPB Policy Brief 2011/10 'Werkloosheid en de Grote Recessie'

Het bijzondere aan de afgelopen periode is dat we in een diepe recessie terecht zijn gekomen vanuit een uitgangssituatie met een krappe arbeidsmarkt en financieel gezonde bedrijven. Aan de vooravond van de Grote Recessie hadden bedrijven moeite om aan geschikt personeel te komen. Tijdens de recessie kozen zij ervoor om het met moeite gevonden en aangetrokken personeel zo lang mogelijk in dienst te houden. Zij ‘hamsterden’ dus arbeid: ze hielden meer personeel in dienst dan gezien het productieniveau strikt noodzakelijk was. De financiële uitgangspositie van bedrijven maakte dit gedrag mogelijk, aangezien de bedrijfswinsten in de voorgaande jaren goed waren geweest. Naast deze hoofdoorzaak wisten bedrijven de stijging van de loonkosten te beperken en hielp het enigszins dat de fiscus toestond dat investeringen versneld werden afgeschreven. 

Andere veelgenoemde verklaringen voor de geringe werkloosheidsoploop blijken geen rol van betekenis gespeeld te hebben. De deeltijd-WW beperkte weliswaar de toename van het aantal werklozen, maar legde kwantitatief weinig gewicht in de schaal. Op het hoogtepunt maakten bijna 40.000 personen gebruikt van de regeling, voor gemiddeld 40% van hun arbeidstijd en voor een deel van het jaar. De deeltijd-WW reduceerde het werkloosheidspercentage dan ook met slechts 0,1 à 0,2%-punt. Ook het idee dat zelfstandigen niet werkloos werden doordat zij een forse daling van hun inkomen accepteerden, is onjuist. De inkomensdaling van zelfstandigen was niet opvallend groot. 

De ervaringen tijdens de Grote Recessie wijzen erop dat de relatie tussen productiegroei en de ontwikkeling van de werkgelegenheid sterk beïnvloed kan worden door de krapte op de arbeidsmarkt en door de financiële positie van bedrijven. Het CPB verwerkt dit inzicht in toekomstige ramingen van de arbeidsmarkt.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Een belangrijke verklaring is het feit dat bedrijven werknemers hebben vastgehouden, vooral omdat geschikt personeel al jaren lastig te vinden was en omdat ze er financieel toe in staat waren. Vlak voor de crisis was de Nederlandse arbeidsmarkt behoorlijk krap en de solvabiliteit van bedrijven hoog. De deeltijd-ww en de toename van het aantal zelfstandigen in het afgelopen decennium vormen niet of nauwelijks een verklaring voor de geringe toename van de werkloosheid.

De ervaringen tijdens de Grote Recessie wijzen erop dat de relatie tussen productiegroei en de ontwikkeling van de werkgelegenheid sterk beïnvloed kan worden door de krapte op de arbeidsmarkt en door de financiële positie van bedrijven. Hiermee zal het CPB in de toekomst nadrukkelijker rekening houden bij het opstellen van arbeidsmarktramingen. De werkloosheid is de afgelopen maanden gestegen, maar dat komt vooral doordat veel mensen zich aanbieden op de arbeidsmarkt. Er spelen andere mechanismen een rol dan in 2009 en 2010.

Downloads

Auteurs

Jasper de Jong