14 juni 2006

Het effect op de veiligheid van een strenger handhavingsbeleid en een politietoezicht in Nederland.

Bestrijding criminaliteit en overlast: 'beter blauw' effectiever dan 'meer blauw'

Persbericht
Strenger politieoptreden en politietoezicht dat is gericht op de meest onveilige plekken heeft in de periode 2003-2005 de overlast met 5 procent verlaagd en de criminaliteit met 2 tot 3 procent. Ook voelen mensen zich veiliger.

De effectievere inzet van politiemiddelen van de laatste jaren vormt grotendeels een inhaalslag na een lange periode van voortdurend dalende politieprestaties. Voor een verdere verhoging van de veiligheid lijkt het prikkelen van de politie tot 'beter blauw' kosten-effectiever dan het vrijmaken van middelen voor 'meer blauw'.

Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Document 'Evaluating the push for tougher, more targeted policing in the Netherlands. Evidence from a citizen survey'. Het CPB heeft zelf het initiatief tot deze studie genomen. Bron van gegevens over het optreden van de politie vormt de Politiemonitor Bevolking, een jaarlijkse telefonische enquête onder de Nederlandse bevolking.

De wens tot strenger en gerichter politieoptreden
Zowel het kabinet als gemeenten stellen strengere handhaving en meer gericht politietoezicht als prioriteit. Verschillende gemeenten richten de aandacht van de politie op 'hot spots', de meest onveilige plekken. Daartoe monitoren zij ontwikkelingen in de lokale veiligheidssituatie.

In het Veiligheidsprogramma geeft het kabinet aan dat de politie de handhaving en criminaliteitsbestrijding 'weer naar behoren' moet uitvoeren. Strenger politieoptreden staat daarbij voorop. Om de politiekorpsen hiertoe te prikkelen heeft het kabinet prestatiecontracten afgesloten met de politiekorpsen. In deze contracten staan streefcijfers voor onder meer aantal staandehoudingen, aantal opgespoorde verdachten en tevredenheid over het laatste contact met de politie en de beschikbaarheid van de politie.

Over het effect van strenger en meer gericht politieoptreden bestaat nog veel onzekerheid. Een dergelijk beleid zou juist provocerend kunnen werken of zou kunnen leiden tot verplaatsing van overlast en criminaliteit naar veiliger buurten. Om deze reden analyseert het CPB in deze studie het netto effect van intensievere handhaving en toezicht op criminaliteit, overlast en onveiligheidsgevoelens.

Effect op de veiligheid
Onderzoeksvraag is of de veiligheid zich gunstiger ontwikkelt in gemeenten waarbinnen de politie relatief streng optreedt en relatief vaak zichtbaar is op de meest onveilige plekken. Voor een eerlijke vergelijking houdt de analyse rekening met kenmerken van gemeenten die samenhangen met zowel het optreden van de politie als met de lokale veiligheidssituatie. Het gaat hierbij om factoren als de samenstelling van de bevolking, het type woningen en de lokale werkloosheid. Als we geen rekening zouden houden met deze factoren, dan lijkt harder optreden te leiden tot minder veiligheid, simpelweg omdat een grotere onveiligheid nu eenmaal om een harder optreden vraagt. De onderzoeksresultaten laten duidelijk zien dat een strenger en meer gericht politieoptreden een gunstig effect heeft op de veiligheid.

Omslag in politieoptreden
De Politiemonitor Bevolking laat zien dat in de ogen van de burger de politie sinds 2004 voor het eerst sinds 10 jaar beter is gaan presteren. Ontevredenheid over het ingrijpen van de politie bij problemen in de eigen buurt neemt voor het eerst weer af. In 2003 was 38 procent van de burgers het eens met de stelling dat de politie niet hard genoeg optreedt, in 2005 was dit percentage gezakt tot 34 procent. Daarnaast zien burgers de politie vaker op plaatsen waar zij dat het meest belangrijk vinden. In 2003 was 55 procent het eens met de stelling dat je de politie te weinig in de buurt ziet, in 2005 was dit percentage gezakt tot 48 procent. Dezelfde enquête vormt ook de bron van gegevens over overlast, criminaliteit en onveiligheidsgevoelens.

In hoeverre de omslag in het politieoptreden sinds 2004 is toe te rekenen aan gemeentelijk dan wel landelijk beleid is niet duidelijk. Sinds gemeenten en ook de nationale overheid zich intensiever met het werk van de politie zijn gaan bemoeien, zien we dat de politie strenger en meer gericht is gaan optreden. Maar ook andere factoren kunnen een rol spelen. Zo kan toenemende ontevredenheid van burgers een directe invloed hebben gehad op het politieoptreden.

Aan de hand van de onderzoeksresultaten is alleen te concluderen dat strenger en meer gericht politieoptreden effectief is, niet dat de prestatiecontracten de juiste manier zijn om de politie daartoe te prikkelen. Wel is duidelijk dat de bijdrage van de politie aan de veiligheid vooral te maken heeft met 'beter blauw'. In de periode 1993-2003 nam de omvang van het politiepersoneel toe, en de tevredenheid van de burger over het politieoptreden af. In de periode sinds 2003 zien we juist het tegenovergestelde: de omvang van het politiepersoneel neemt iets af, maar de tevredenheid van de burger neemt weer toe.

Van meer naar beter blauw
Het prikkelen tot 'beter blauw' lijkt een kosten-effectievere manier om de veiligheid verder te verhogen dan het vrijmaken van middelen voor 'meer blauw'. Het kabinet heeft als doelstelling de criminaliteit en overlast over de periode 2002-2008/2010 met circa 20 procent te verlagen. Hiervan is inmiddels de helft gerealiseerd: het percentage mensen dat tenminste één keer per jaar slachtoffer wordt van criminaliteit is met 11 procent gedaald (van 50 procent in 2002 tot 44 procent in 2005); het percentage mensen dat vaak te maken heeft met overlast is met 8 procent gedaald (van 41 procent in 2002 tot 38 procent in 2005).

Ook met de huidige effectiviteit van de politie blijft een verhoging van de veiligheid met 'meer blauw' een kostbare aangelegenheid. Een verdere daling van de criminaliteit en overlast met 10 procent is te bereiken met circa 20 procent extra politiepersoneel, zo blijkt uit een eerdere studie van het CPB. Dit zou neerkomen op minimaal 630 miljoen euro extra personeelskosten per jaar. De kosten die zijn gemoeid met het bereiken van een betere inzet van bestaande middelen zijn naar alle waarschijnlijkheid lager. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten van het monitoren van ontwikkelingen in de lokale veiligheidssituatie, het gebruiken van systemen om de inzet van politiepersoneel hierop af te stemmen en het systematisch evalueren van het effect van politieoptreden.

Als de overheid de politie wil afrekenen op resultaten, dan biedt tevredenheid van de burger over het politieoptreden een goede indicator van politieprestaties. Gemiddeld genomen hebben burgers een goed idee van het presteren van de lokale politie. Voordeel van deze indicator vergeleken met 'output'-indicatoren zoals het aantal staandehoudingen is dat de politie minder mogelijkheden heeft alleen volgens de statistieken beter te presteren. Het verhogen van de tevredenheid van de burger ligt meer in lijn met wat van de politie verwacht wordt dan het simpelweg verhogen van de 'output'.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

We relateren variatie in het optreden van de lokale politie aan individuele gegevens over slachtofferschap van criminaliteit en ervaring van overlast en onveiligheidsgevoelens over de periode 1993-2001. De steekproef omvat circa 370.000 respondenten die willekeurig zijn geselecteerd uit de Nederlandse bevolking. We controleren voor individuele achtergrondkarakteristieken en over de tijd constante kenmerken van gemeenten.

We vinden empirisch bewijs voor een effect van strenger handhaven op overlast, gevoelens van onveiligheid en vermogenscriminaliteit en geweldscriminaliteit. Meer gericht toezicht op de meest onveilige plekken resulteert in een afname van overlast, gevoelens van onveiligheid en vermogenscriminaliteit. Dankzij strenger en gerichter politieoptreden in de periode 2003-2005 is de veiligheid verhoogd. Ook voelen mensen zich veiliger.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Downloads

Auteurs

Ben Vollaard