18 september 2006

Economische verkenning 2008-2011.

Economische groei 1,75% in de volgende kabinetsperiode

Persbericht
Voor de jaren 2008-2011 bedraagt de economische groei gemiddeld 1,75% per jaar in een voorzichtig scenario. Door de vergrijzing neemt de jaarlijkse groei van het arbeidsaanbod af tot 0,25%, de werkloosheid blijft op het niveau van 2007, namelijk 4,5%.

Bij ongewijzigd beleid komt het EMU-saldo in 2011 naar verwachting uit op 1% van het bruto binnenlands product (BBP). Dit is onvoldoende voor houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing. Om te komen tot houdbare overheidsfinanciën op lange termijn is een structurele beleidsinspanning nodig van circa 1,5% BBP per jaar (9 mld euro).

Dit schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Document Economische Verkenning 2008-2011. De cijfers sluiten aan bij het beeld voor 2007 in de ook vandaag verschenen Macro Economische Verkenning 2007. Het voorzichtige scenario dat in deze studie beschreven wordt, vormt de basis voor de analyse van de verkiezingsprogramma's. Daarvoor zijn twee analyses uit juni jl. geactualiseerd (Het groeipotentieel van de Nederlandse economie tot 2011, en Boekhoudkundige berekening budgettaire ruimte 2008-2011).

Stijgende arbeidsproductiviteit draagt economische groei

De grootste bijdrage aan de economische groei komt van de stijging van de arbeidsproductiviteit (gemeten als productie per arbeidsjaar). Deze neemt in de beschouwde periode naar verwachting toe met 1,5% per jaar. De groei van het arbeidsaanbod in personen vlakt naar verwachting af, voornamelijk door de vergrijzing. De werkgelegenheid groeit in het voorzichtige scenario met gemiddeld 0,25% per jaar.

EMU-saldo naar 1% in 2011

Bij ongewijzigd beleid komt het EMU-saldo in 2011 uit op 1% van het BBP. Dit is een verbetering van 1%-punt ten opzichte van de inschatting in juni. De belangrijkste oorzaak voor deze verbetering is de opwaartse bijstelling voor de uitgangspositie in 2007. De economische groei van 1,75% komt overeen met de (voorzichtige) inschatting die gebruikt is in de berekening van de budgettaire ruimte uit juni. Bij de analyse is verondersteld dat de gehele budgettaire ruimte wordt aangewend voor verbetering van het begrotingssaldo. Ook is uitgegaan van lastendekkende (stijgende) premies voor de zorg. Vooral hierdoor stijgen de microlasten gecumuleerd over de jaren 2008-2011 met 3,5 mld euro. Om te komen tot houdbare overheidsfinanciën op lange termijn is een structurele beleidsinspanning nodig van circa 1,5% BBP per jaar (9 mld euro). Indien de stijging van de microlasten volledig wordt gecompenseerd, is daarenboven een beleidsinspanning nodig van 0,5% BBP.

Contactpersonen

Lees ook het bijbehorende persbericht.

In dit scenario bedraagt de gemiddelde economische groei 1¾% per jaar. De jaarlijkse groei van het arbeidsaanbod neemt af tot ¼% door de vergrijzing, de werkloosheid blijft op het niveau van 2007. De arbeidsproductiviteit stijgt met 1½% per jaar, mede door de stijgende kapitaalintensiteit. Bij ongewijzigd beleid komt het EMU-saldo in 2011 in het voorzichtige scenario uit op 1% BBP. Hierbij is verondersteld dat de gehele budgettaire ruimte wordt aangewend voor verbetering van het begrotingssaldo. Ook is uitgegaan van lastendekkende (stijgende) premies voor de zorg. Vooral hierdoor stijgen de microlasten gecumuleerd in de jaren 2008-2011 met 3½ mld euro. Om te komen tot 'houdbare overheidsfinanciën' op lange termijn is een structurele beleidsinspanning nodig van circa 1½% BBP (9 mld euro).

Downloads