24 maart 2023
CPB Column - Pieter Hasekamp

Maak werken in publieke dienst weer aantrekkelijk

Photo of Pieter Hasekamp
In 1993 kwam ik als jonge promovendus uit Florence terug naar Nederland. Ik wilde bij een bank gaan werken, want dat was toen in de mode. Maar per toeval kwam ik terecht bij het ministerie van Financiën, waar ik drie gesprekken in een week voerde en direct een baan kreeg aangeboden. Ik was onder de indruk van de snelheid waarmee de overheid zaken kon doen – en vervolgens ook van de dynamiek en relevantie van het werk, en van de kwaliteit van de mensen die er werkten. Sindsdien werk ik, met tussendoor een uitstapje van zeven jaar naar het bedrijfsleven, met veel plezier voor de overheid.
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal Planbureau
Photo of Pieter Hasekamp

Toch heeft diezelfde overheid op dit moment een probleem op de arbeidsmarkt. Recent onderzoek, uitgelicht in De Groene Amsterdammer, constateerde een ‘explosie van vacatures bij de rijksoverheid’ tot bijna 35.000 vorig jaar. Naast een capaciteitsprobleem speelt ook een gebrek aan kwaliteit: er zou te weinig vakkennis zijn, met als gevolg te weinig tegenwicht tegen onuitvoerbare opdrachten. Mede daardoor hapert de dienstverlening: de overheid lijkt steeds minder productief te worden. Dat kan, zeker in een krappe arbeidsmarkt, niet alleen ten koste gaan van de prestaties van de overheid zelf, maar ook van de economie als geheel. Door vergrijzing zal de groei van het arbeidsaanbod de komende jaren vrijwel tot stilstand komen. Maar in de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) blijft het aantal banen bij de overheid en de zorgsector stijgen, terwijl de werkgelegenheid in het bedrijfsleven juist afneemt.

Verdringing

Is er daarmee sprake van verdringing? Het is goed om eerst terug te blikken op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De afgelopen dertig jaar steeg het aantal werkenden in Nederland van zeven miljoen naar tien miljoen. Een deel van die indrukwekkende toename ging inderdaad naar de overheid, waar het aantal gewerkte uren met 19% omhoog ging. Maar het totaal steeg veel harder, met 41%. De overheid zorgde in het verleden dus niet voor verdringing van banen uit het bedrijfsleven. Sterker nog, sinds 1996 is het aandeel van het openbaar bestuur afgenomen van 10% naar 8,6% van het bbp. De totale collectieve uitgaven daalden ook, van 47,5% bbp naar 45% bbp. Opmerkelijk genoeg vormen de inkomensoverdrachten aan het bedrijfsleven een van de weinige uitgavenposten die wel fors stijgen, van 2% naar 3,3% bbp, vooral door nieuwe subsidies voor verduurzaming en innovatie. Daarnaast verdubbelde het aandeel van de zorguitgaven. En die trend zet zich door: het aantal werkenden in de zorg stijgt in die dertig jaar naar verwachting van 900.000 tot 1,8 miljoen in 2027.

Het beeld is dus gemengd: de collectieve sector nam ten opzichte van de gehele economie niet in omvang toe, het openbaar bestuur kromp zelfs, maar de zorgsector blijft wel groeien. In de toekomst zou dat inderdaad tot verdringing kunnen leiden. De relevante vraag is dan: wat krijgen we ervoor terug? De productiviteit van de publieke sector is notoir moeilijk te meten, omdat marktconforme prijzen en omzetten ontbreken. Maar veel studies duiden op een vrij miserabele productiviteitsontwikkeling, die achterloopt op de – ook al vertragende – ontwikkeling in de marktsector.

Regeldruk

De publieke sector heeft last van de wet van Baumol: in de dienstensector is productiviteitsgroei moeilijker te realiseren. Het uitvoeren van een muziekstuk, maar ook het wassen van een patiënt, gaat niet sneller dan dertig jaar geleden. Dat schept ook dilemma’s: inzet van ICT en robotisering kunnen de productiviteit helpen verhogen, maar als er gestuurd wordt op ‘handen aan het bed’ en ‘blauw op straat’ is het onmogelijk om efficiënter te werken. En een voortdurende toename van regeldruk en bureaucratie zorgt zelfs voor een mogelijke productiviteitsdaling.

Dat kan beter. Vorige maand verscheen een SER-advies over de aanpak van arbeidsmarktkrapte in de publieke sectoren. Het rapport komt met drie typen aanbevelingen: ruimer aanbod van arbeid (denk aan deeltijd en thuiswerk) door goed werkgeverschap; meer productiviteit door slimmer werken en organiseren; en een beter samenspel van beleid en uitvoering. Het zijn punten waar overheidswerkgevers, maar ook de politiek, urgent mee aan de slag moeten. Een goed functionerende publieke sector is essentieel voor onze samenleving. Van mijn eigen keuze dertig jaar geleden heb ik nog elke dag plezier. Werken voor Nederland is hoe dan ook interessant én eervol. Ik zie dat veel jongeren van nu die stap ook willen maken. Maak de publieke sector daarom productiever én aantrekkelijker.

Pieter Hasekamp

Dit essay van Pieter Hasekamp is op vrijdag 24 maart 2023 ook gepubliceerd op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad.

alle columns en artikelen

Pieter Hasekamp

directeur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op
Recente CPB columns

alle columns en artikelen

Lees meer over