Inflatiescenario’s
Terugkeer naar stabiel inflatieniveau waarschijnlijk, ruimte voor loonstijgingen
De inflatie is dit jaar in veel landen tot recordhoogtes gestegen. Dit komt door de combinatie van een sterke stijging van de vraag naar goederen en diensten na de coronapandemie en achterblijvend aanbod door de verstoring in productieketens. Door de oorlog in Oekraïne zijn prijzen, met name die van energie, en daarmee de inflatie verder gestegen.
Verwachting 2022 en 2023
De gemeten jaar-op-jaar-inflatie blijft in 2022 hoog. Zelfs als alle prijzen niet meer stijgen vanaf mei 2022, komt in Nederland de gemeten inflatie op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (hicp) voor 2022 gemiddeld uit op 8,7%. Dit zogenoemde basiseffect is veel geringer in 2023. Voor het verdere verloop van de inflatie spelen zowel inflatoire als deflatoire effecten. Zo stuwt de doorwerking van de hogere energieprijzen in de consumentprijzen en een stijging van de lonen de inflatie op, maar daalt de inflatie als de energieprijzen dalen of stabiliseren, de problematiek in de aanvoerketens vermindert of de vraag van consumenten daalt.
Middellange termijn
In de publicatie worden drie mogelijke scenario’s voor de middellange termijn (3-5 jaar) geschetst. Om de inflatie terug te krijgen naar een stabiel niveau van rond de 2% is het nodig dat huishoudens, bedrijven en financiële markten vertrouwen hebben in het vermogen van de centrale bank om dit bewerkstelligen, waarbij ze stabiele inflatieverwachtingen hebben voor de middellange termijn. Het is echter ook mogelijk dat we terugkeren in de situatie van een stabiel lage inflatie onder de 2% als huishoudens en bedrijven bijvoorbeeld de verwachting hebben dat het negatieve economische vooruitzicht op de middellange termijn aanhoudt. Een derde mogelijkheid is een situatie van een instabiele en hoge inflatie als er een loonprijsspiraal ontstaat door automatische prijscompensatie in lonen of als het vertrouwen in de ECB wordt verloren. Dit scenario achten we onwaarschijnlijk en kan voorkomen worden door prudent gedrag bij cao-onderhandelingen en rolvastheid van de ECB.
Ruimte voor loonstijgingen
Stijgende importprijzen van met name energie hebben ons collectief armer gemaakt. Maar tegelijkertijd zijn de prijzen van Nederlandse export ook hard gestegen. De collectieve verarming als gevolg van de verslechtering van de ruilvoet in 2021 is daardoor maar 0,5%-punt van het bbp. De verdeling van de lasten en baten is echter scheef. De bedrijfswinsten nemen al een paar jaar toe, terwijl huishoudens te maken hebben met hogere energielasten. Een eenmalige loongolf kan voor een gelijkmatiger verdeling van de lasten zorgen. Het voorkomen van een loonprijsspiraal (die bijvoorbeeld zou kunnen ontstaan door introductie van automatische prijscompensatie) is daarbij wel cruciaal.