19 februari 2025

Doorstuderen na een mbo-diploma

Grote verschillen in doorstuderen na een mbo-diploma

Persbericht

Bijna twee op de drie mbo’ers studeert door na het behalen van een eerste mbo-diploma. Niet iedereen is hierbij succesvol: uiteindelijk haalt een derde tot de helft van de mbo’ers nog een tweede diploma. Er zijn grote verschillen tussen mbo-instellingen. Bij sommige instellingen kiezen veel meer studenten ervoor door te studeren dan bij andere instellingen. Ook verschillen de slagingskansen van doorstuderen tussen inkomensgroepen. Dat zijn enkele bevindingen uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) naar doorstuderen na een mbo-opleiding.

Lees het hele persbericht

Het CPB onderzocht patronen in doorstuderen na het behalen van een eerste mbo-diploma vanaf 2007. Daarbij maakte het CPB onderscheid tussen mbo-niveau, opleidingsdomein, achtergrondkenmerken van de student en mbo-instellingen.

Grote verschillen tussen instellingen

Uit eerder onderzoek van het CPB bleek al dat er grote verschillen zijn tussen scholen in het voortgezet onderwijs in de mate waarin leerlingen doorstuderen na een diploma. Uit dit onderzoek blijkt dit ook zo te zijn bij mbo-instellingen. Op de 10% instellingen met de meeste doorstudeerders stroomt bijna 65% van de mbo-4-gediplomeerden door naar een volgende opleiding, terwijl dat op de 10% scholen met de minste doorstudeerders minder dan 40% is.

Kenmerken leerlingen

Studenten met een migratieachtergrond studeren vaker door na een eerste mbo-diploma. Deze doorstudeerders zijn gemiddeld echter minder vaak succesvol dan doorstudeerders zonder migratieachtergrond. Daardoor zijn de uiteindelijke verschillen in behaalde tweede diploma’s kleiner dan de verschillen in doorstuderen. De kans op succesvol doorstuderen neemt toe naarmate het huishoudinkomen stijgt. Doorstudeerders uit de hoogste inkomensgroep zijn gemiddeld 13% vaker succesvol dan doorstudeerders uit de laagste inkomensgroep.

Wisselen van niveau en vakgebied

Studenten die mbo-3 hebben gedaan, studeren steeds minder vaak door. Tot en met 2013-2014 koos circa 60% ervoor om verder te studeren, maar sindsdien is dit gestaag gedaald, tot circa 40% in 2021-2022. Waarschijnlijk komt dit doordat een deel van de middelbare scholieren direct instroomt in mbo-4 en de stap via mbo-3 overslaat. Na een mbo-2- of een mbo-3-diploma kiezen de meeste doorstudeerders voor een vervolgopleiding op een hoger mbo-niveau binnen hetzelfde opleidingsdomein (zoals zorg en welzijn of bouw en infra), maar het wisselen van domein neemt toe. Het aandeel doorstudeerders dat een vervolgopleiding kiest op een hoger mbo-niveau, maar binnen een ander mbo-domein is bij mbo-2 de afgelopen jaren verdubbeld van ruim 15% naar ruim 30%. Bij mbo-3 steeg dit van ruim 10% naar ruim 25%.