Juniraming 2019: economische vooruitzichten 2019 en 2020
Groei valt terug naar standaard tempo
2018 | 2019 | 2020 | |
Bbp-groei terug naar standaard tempo | 2,7 | 1,7 | 1,5 |
Werkloosheid blijft laag | 3,8 | 3,5 | 3,7 |
Inflatie hoog in 2019 door belastingen en matig in 2020 | 1,6 | 2,6 | 1,4 |
Contractloonstijging beperkt gezien krapte | 2,0 | 2,5 | 2,3 |
Koopkrachtontwikkeling blijft positief | 0,3 | 1,2 | 1,4 |
Overschot op overheidsbegroting | 1,5 | 1,3 | 0,6 |
Hebben jullie meer informatie over de koopkrachtontwikkeling van specifieke groepen mensen?
In de juniraming presenteert het CPB altijd alleen de raming voor de koopkrachtstijging van Nederlandse huishoudens in doorsnee. Aangezien er veel vraag is, hebben we hieronder de weergave voor alle groepen huishoudens opgenomen. De koopkrachtontwikkeling per huishouden is hierbij berekend op basis van de gemiddelde loonontwikkeling (voor de marktsector, zorg en overheid), de gemiddelde pensioenontwikkeling en de gemiddelde consumentenprijsontwikkeling. Er wordt geen rekening gehouden met de spreiding in loonontwikkeling, pensioenen en bestedingspakketten, waaronder energiegebruik. Het CPB onderzoekt momenteel een mogelijke aanpassing van de presentatie.
In 2019 neemt de koopkracht van de Nederlandse huishoudens in doorsnee met 1,2% toe. De koopkracht van de lage inkomens blijft achter bij die van de midden- en hoge inkomens. Werkenden gaan er meer op vooruit dan uitkeringsgerechtigden. Ten opzichte van de in maart gepubliceerde raming (CEP) is de mediane koopkracht met 0,4%-punt naar beneden bijgesteld. Dit komt vooral door de neerwaartse bijstelling van de reële lonen. Daarnaast is de verwachting rond de spaarrente aangepast, wat vooral een negatief effect heeft op huishoudens met relatief veel spaargeld, zoals gepensioneerden en huishoudens met hogere inkomens.
Waar is meer informatie te vinden over de koopkracht?
Voor meer informatie en uitleg over de koopkrachtramingen, zie:
• Veelgestelde vragen koopkracht.
• Koopkrachtplaatjes wat koop je er voor, de beschouwing in het Centraal Economisch Plan 2018 [pdf].
• Laura van Geest en Patrick Koot, Met koopkrachtplaatjes in de hand kun je niet bepalen hoe je eigen portemonnee er volgend jaar uit gaat zien, opinieartikel in de Volkskrant van 6 maart 2018.
• Tekstkader in Macro Economische Verkenning 2019: Economische en beleidsmatige verklaringen voor achterblijvende inkomensgroei sinds 2002.
• Tekstkader in Centraal Economisch Plan 2018: Lastenverzwaring door klimaatbeleid denivelleert, nu en in de toekomst.
• Tekstkader in Macro Economische Verkenning 2018: Van economische groei naar koopkrachtstijging.
Het Amerikaanse handelsbeleid, Brexit en Italië zijn belangrijke neerwaartse risico’s voor de Nederlandse economie. De mogelijkheid blijft bestaan dat de Verenigde Staten komen met extra invoerheffingen op Europese auto’s en andere handelsbeperkingen. De kans op een wanordelijke Brexit is met het aftreden van premier May toegenomen.
Downloads
Fan Charts juni 2019
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de Juni-2019-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.
De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2014-2018) en de Juni-2019-puntvoorspellingen voor 2019 en 2020. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:
• 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
• 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
• 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied
De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.
Downloads
Auteurs
Downloads
Kerngegevenstabel 2017-2020, juni 2019
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) | 5,0 | 3,2 | 1,7 | 2,4 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) | 2,1 | 0,8 | 1,2 | 1,2 |
Olieprijs (dollars per vat) | 54,3 | 70,9 | 68,7 | 66,8 |
Eurokoers (dollar per euro) | 1,13 | 1,18 | 1,12 | 1,12 |
Lange rente Nederland (niveau in %) | 0,5 | 0,6 | 0,2 | 0,4 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) | 2,9 | 2,7 | 1,7 | 1,5 |
Consumptie huishoudens (%) | 1,9 | 2,5 | 1,4 | 1,7 |
Consumptie overheid (%) | 1,1 | 1,3 | 2,9 | 2,5 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) | 4,4 | 4,8 | 4,3 | 2,1 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) | 5,3 | 2,7 | 1,3 | 2,1 |
Invoer van goederen en diensten (%) | 4,9 | 2,8 | 2,2 | 2,8 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Prijs bruto binnenlands product (%) | 1,2 | 2,1 | 2,4 | 1,5 |
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) | 1,9 | 1,0 | 1,0 | 1,2 |
Prijs goedereninvoer (%) | 4,2 | 2,5 | 0,9 | 0,5 |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) | 1,3 | 1,6 | 2,6 | 1,4 |
Loonvoet bedrijven (per uur, %) | 1,2 | 2,0 | 3,1 | 2,5 |
Contractloon bedrijven (%) | 1,6 | 2,0 | 2,5 | 2,3 |
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) | 0,3 | 0,3 | 1,2 | 1,4 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Beroepsbevolking (%) | 0,8 | 1,2 | 1,4 | 1,1 |
Werkzame beroepsbevolking (%) | 2,1 | 2,3 | 1,8 | 0,9 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in duizend personen) | 438 | 350 | 325 | 350 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) | 4,9 | 3,8 | 3,5 | 3,7 |
Werkgelegenheid (in uren, %) | 1,9 | 2,4 | 2,1 | 0,7 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) | 73,4 | 73,6 | 75,1 | 75,6 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) | 0,9 | 0,3 | -0,4 | 1,0 |
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) | 2,9 | 3,1 | 3,7 | 4,0 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) | 10,5 | 11,0 | 10,2 | 9,6 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
EMU-saldo (% bbp) | 1,2 | 1,5 | 1,3 | 0,6 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) | 57,0 | 52,4 | 49,1 | 47,0 |
Collectieve lasten (% bbp) | 38,7 | 38,8 | 39,3 | 38,8 |
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) | 43,0 | 42,3 | 42,3 | 42,6 |
Aanvullende kerngegevens 2017-2020
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) | 5,5 | 3,9 | 6,4 | 1,9 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) | 12,0 | 7,6 | 3,5 | 2,5 |
Uitvoer van binnenlands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) | 6,0 | 2,7 | 0,9 | 1,7 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) | 8,4 | 3,8 | 1,8 | 3,2 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) | 1,4 | 1,7 | 2,6 | 1,5 |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) | 1,4 | 1,4 | 1,6 | 1,4 |
Loonvoet sector overheid (%) | 3,0 | 2,6 | 2,5 | 2,2 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) | 0,7 | 2,2 | 2,9 | 1,8 |
Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc, %) | 1,5 | 1,6 | 1,7 | 1,5 |
Prijs intermediair verbruik (%) | 1,3 | 1,1 | 2,5 | 2,4 |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) | 1,3 | 2,4 | 1,8 | 1,2 |
Prijs nationale bestedingen (%) | 1,2 | 2,3 | 2,6 | 1,5 |
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) | 1,1 | 2,2 | 1,8 | 1,2 |
Contractloon marktsector (%) | 1,7 | 2,0 | 2,4 | 2,3 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) | 737,0 | 773,1 | 805,5 | 829,8 |
Bevolking (in duizenden personen) | 17131 | 17233 | 17330 | 17420 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) | 9017 | 9125 | 9255 | 9360 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) | 471 | 385 | 360 | 385 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie niveau, % beroepsbevolking) | 5,9 | 4,8 | 4,4 | 4,7 |
Bruto modaal inkomen (euro) | 34000 | 34500 | 35500 | 36500 |
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) | 0,7 | 0,8 | 0,6 | 0,4 |