Crisis op de arbeidsmarkt: wie zitten in de gevarenzone?
Baanverlies door crisis raakt vooral mensen met een beperkt vangnet
De risicogroep telt relatief veel studenten, jongeren, alleenstaanden en mensen met een migratieachtergrond, veelal met een lager inkomen. Voor veel van hen valt bij baanverlies direct een groot deel van hun huishoudinkomen weg. Daarnaast hebben zij weinig vermogen om op terug te vallen: in de laagste inkomensgroep heeft de helft van de mensen van wie het inkomen potentieel het zwaarst geraakt wordt minder dan 5 duizend euro op de spaarrekening staan.
Omdat er nog weinig gegevens zijn over wie daadwerkelijk geraakt is door de crisis op de arbeidsmarkt, heeft het CPB een risicogroep in kaart gebracht: mensen die zonder vast arbeidscontract werkzaam zijn in een beroepsgroep waar het aantal nieuwe vacatures in maart en april 2020 meer dan 20% lager was dan in dezelfde periode een jaar eerder.
Downloads
Naast de definitie die we hanteren in de hoofdpublicatie, de 20% daling in vacatures per beroep, kijken we naar (1) sectoren waar het aantal gewerkte uren met meer dan 15% is afgenomen, (2) beroepen waar het moeilijk is om thuis te werken, en (3) beroepen die veel fysieke nabijheid vereisen. Alle definities laten zien dat met name mensen met een relatief laag inkomen een grote kans hebben om geraakt te worden, en dat zij relatief weinig hebben om op terug te vallen.
Ook bevat dit achtergronddocument meer detail over de ontwikkeling in vacatures per beroep en het aantal niet-vaste arbeidsovereenkomsten per beroep.
Downloads
Auteurs
In deze notitie presenteren wij daarom extra analyses bij onze eerdere publicatie ’Crisis op de arbeidsmarkt: wie zitten in de gevarenzone?’. In het oorspronkelijke onderzoek onderzochten we allereerst de achtergrondkenmerken van mensen in de risicogroep. Hierbij ging het zowel om de sociaaleconomische eigenschappen (leeftijd, geslacht, huishoudsituatie, migratieachtergrond), als om het type arbeidsverhouding. Vervolgens analyseerden we in welke mate deze mensen een vangnet hadden waarmee ze een inkomensrisico konden opvangen, door te kijken naar het overige huishoudinkomen en het liquide vermogen in het huishouden. In dit vervolg splitsen we alle analyses uit de oorspronkelijke publicatie uit naar verschillende leeftijdsgroepen en vervolgens herhalen we deze eerdere analyses nogmaals, maar laten nu studenten buiten beschouwing. Voor uitleg over de analyses en data verwijzen we naar de eerdere publicatie en het bijbehorende achtergronddocument. Naast deze extra analyses publiceren we ook een databestand met daarin per achtergrondkenmerk een schatting van het aantal mensen in de risicogroep.