29 april 2025

Budgettaire analyse Voorjaarsnota 2025

CPB analyseert budgettaire effecten Voorjaarsnota

Persbericht
De Voorjaarsnota 2025 zorgt slechts voor kleine veranderingen in het overheidstekort in vergelijking met het Centraal Economisch Plan (CEP), de raming die het Centraal Planbureau (CPB) in februari publiceerde. Het tekort verslechtert in 2025 ten opzichte van het CEP met 0,5%-punt bbp. Voor ruim de helft is dat het gevolg van het verwerken van de nieuwste cijfers van het CBS, de rest is het gevolg van het beleid uit de Voorjaarsnota. Bij ongewijzigd beleid loopt het overheidstekort in 2028 op tot 2,2% bbp. In het CEP was dat 1,7% bbp. Dit blijkt uit de budgettaire analyse van de Voorjaarsnota die het CPB op verzoek van het ministerie van Financiën heeft gemaakt.
Flats in Den Haag

In de analyse zijn zowel de meest recente cijfers van de overheidsfinanciën als beleidsaanpassingen verwerkt. Beide hebben een klein effect op het overheidstekort. Onderliggend zijn er enkele verschuivingen. Tegenover het terugdraaien van de btw-verhoging op cultuur, media en sport in 2026 staat bijvoorbeeld een verhoging van de loon- en inkomensheffing. Per saldo is het effect op de inkomstenraming beperkt. In de uitgaven boekt het kabinet een aantal kasschuiven: met name reserveringen voor 2025 en 2026 schuiven naar 2027 en verder, omdat het niet waarschijnlijk is dat dat geld op korte termijn besteed kan worden. Het CPB hield bij het CEP al rekening met onderuitputting (geld dat niet kan worden uitgegeven), daarom zorgen deze kasschuiven niet voor een verbetering van het overheidstekort (het EMU-saldo) ten opzichte van de stand uit het CEP. Het overheidstekort komt in 2025 uit op 2,3% van het bbp, in 2026 op 2,8% bbp.

Deze publicatie betreft alleen een doorrekening van de overheidsfinanciën en bevat geen analyse van de macro-economische doorwerking van de besluitvorming. De Raad van State, die als onafhankelijke toezichthouder toetst hoe het Nederlandse begrotingsbeleid zich verhoudt tot de Europese begrotingsregels, baseert zijn advies mede op deze budgettaire analyse. Ook is de analyse onderdeel van de jaarlijkse rapportage in het Annual Progress Rapport, die het kabinet naar de Europese Commissie in Brussel stuurt.
 

Contactpersonen