9 augustus 2016

Kerngegevenstabel plus koopkrachttabel concept Macro Economische Verkenning 2014-2017

Brexit remt groei Nederlandse economie

Persbericht
Dit jaar groeit de Nederlandse economie met 1,7 procent. Volgend jaar is dat 1,6 procent. In juni voorzag het Centraal Planbureau (CPB) nog een groei van 2,1 procent voor de economie voor 2017. Het onderliggende herstel van onze economie zet wel door, maar de onzekerheid na het Brexit-referendum heeft op korte termijn negatieve effecten op de consumptie en investeringen en ook op de voor Nederland relevante wereldhandel. Het effect van deze onzekerheid op het bbp is tijdelijk. Naast het effect van het referendum over de Brexit (-0,4 procentpunt in 2017) tempert ook de verdere verlaging van de gasproductie de groei volgend jaar met 0,2 procentpunt van het bbp.

De werkloosheid stabiliseert volgend jaar (op 6,2 procent) en het overheidstekort daalt (naar 0,6 procent van het bbp). De inflatie in Nederland blijft met 0 procent dit jaar en 0,5 procent volgend jaar heel laag. De koopkrachtontwikkeling van het mediane huishouden valt terug van 2,7 procent dit jaar naar 0,7 procent in 2017. Dit blijkt uit de voorlopige raming die het CPB vandaag heeft gepubliceerd. Deze voorlopige raming, zo vlak na de Britse leave-vote, is onzekerder dan normaal.

Buitenlandse groei
De mondiale economische groei is beperkt, onder meer door de lage groei in opkomende economieën. De wereldhandel groeit eveneens langzaam. De economische groei van het eurogebied ondervindt een negatief effect van de Brexit, en komt uit op 1,6 procent in 2016 en 1,5 procent in 2017. Samen met de terugloop in de handel met het Verenigd Koninkrijk, leidt dit tot een lagere relevante wereldhandel, waardoor de groei van de Nederlandse uitvoer volgend jaar wat terugvalt.

Binnenlandse consumptie
Dit jaar neemt de consumptie beperkt toe. Volgend jaar profiteert de consumptie van de groei van de reële lonen en de positieve ontwikkeling op de huizenmarkt, maar wordt geremd door onzekerheid als gevolg van de Brexit.

Werkloosheid
Door de aantrekkende economie neemt de werkgelegenheid dit jaar toe. De verwachting is dat bedrijven vanaf de tweede helft van dit jaar voorzichtiger zullen zijn met het aannemen van personeel vanwege de onzekerheid die de Brexit met zich meebrengt. Hierdoor valt de werkgelegenheidsgroei volgend jaar terug en blijft de werkloosheid stabiel.

Overheidstekort
Het overheidstekort daalt van 1,2 procent dit jaar naar 0,6 procent volgend jaar. De gerealiseerde belastinginkomsten zijn snel toegenomen, vooral die van de vennootschapsbelasting. De groei van de overheidsuitgaven blijft gematigd. De vermindering van het tekort in 2017 spoort met de daling die al in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-Asscher zat. De cijfers bevatten de opbrengst van de aangekondigde uitfasering van het Pensioen in Eigen Beheer voor directeuren-grootaandeelhouders en aanwending voor aanvullende overheidsbestedingen. De begroting is vooralsnog niet in lijn met de Europese begrotingsregels voor het structureel saldo en voor de overheidsuitgaven.

Koopkracht
De lagere koopkrachtontwikkeling in 2017 komt vooral door het wegvallen van de positieve effecten van de 5 miljard euro lastenverlichting en de licht oplopende inflatie bij constante contractloongroei in de marktsector. De koopkracht van werkenden verbetert volgend jaar met 1,1 procent, terwijl die van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden met respectievelijk 0,1 procent en 0,7 procent verslechtert. 

Bijlage: Vragen en antwoorden bij de raming.

NOOT VOOR DE REDACTIE (niet ter publicatie):
Tegelijk met het persbericht en de kerngegevenstabel publiceert het CPB sinds vorig jaar ook de tabel met de mediane koopkrachtontwikkeling van de verschillende groepen huishoudens. Deze tabel vormt voor het kabinet het startpunt van de (augustus-) besluitvorming over de koopkracht voor volgend jaar. Op Prinsjesdag (20 september 2016) wordt de Macro Economische Verkenning 2017 gepubliceerd, waarin de uiteindelijke raming wordt toegelicht en een gedetailleerde analyse wordt gegeven van de Nederlandse economische situatie. Heeft u overige vragen naar aanleiding van dit persbericht? Dan kunt u bellen met Suzanne van Gils, 06-21560776, of met Dick Morks, 06-51681611.

Conclusies

Lees het bijbehorende persbericht.

Fan charts

Lees het CPB Achtergronddocument, bekijk de nieuwste  fan charts.

Economische groei in Nederland, 2008-2017

Deze grafiek toont de groei van het Bruto Binnenlands Product in Nederland van 2008 t/m 2017

Kerngegevenstabel 2014-2017, 9 augustus 2016

Internationale economie
  2014 2015 2016 2017
Relevant wereldhandelsvolume goederen
en diensten (%)

3,9

3,8

3,4

3,2

Concurrentenprijs (goederen en diensten,
exclusief grond- en brandstoffen (%)

-1,3

6,0

-2,2

1,2

Olieprijs (dollars per vat)

99,0

52,5

43,7

51,4

Eurokoers (dollar per euro)

1,33

1,11

1,11

1,11

Lange rente Nederland (niveau in %)

1,5

0,7

0,2

0,1


Volume bbp en bestedingen
  2014 2015 2016 2017
Bruto binnenlands product
(bbp, economische groei, %)

1,4

2,0

1,7

1,6

Consumptie huishoudens (%)

0,3

1,8

1,3

1,7

Consumptie overheid (%)

0,3

0,2

0,8

1,0

Investeringen (inclusief voorraden, %)

3,2

6,2

5,0

3,6

Uitvoer van goederen en diensten (%)

4,5

5,0

3,2

3,1

Invoer van goederen en diensten (%)

4,2

5,8

3,7

3,8


Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2014 2015 2016 2017
Prijs bruto binnenlands product (%)

0,1

0,1

0,5

0,9

Uitvoerprijs goederen en diensten
(exlusief energie, %)

-1,0

0,2

-1,5

0,9

Prijs goedereninvoer (%)

-2,7

-5,1

-3,7

2,1

Inflatie (geharmoniseerde
consumentenprijsindex, hicp, %)

0,3

0,2

0,0

0,5

Contractloon marktsector (%)

1,0

1,3

1,6

1,6

Koopkracht, statisch, mediaan,
alle huishoudens (%)

1,3

1,1

2,7

0,7


Arbeidsmarkt
  2014 2015 2016 2017
Beroepsbevolking (%)

-0,4

0,4

0,3

0,8

Werkzame beroepsbevolking (%)

-0,6

1,0

1,0

0,8

Werkloze beroepsbevolking
(in duizend personen)

660

614

555

560

Werkloze beroepsbevolking
(niveau in % beroepsbevolking)

7,4

6,9

6,2

6,2


Marktsector (toelichting/begrippen)
  2014 2015 2016 2017
Productie (%)

2,4

2,8

2,2

2,2

Arbeidsproductiviteit (per uur, %)

1,6

1,6

0,6

1,3

Werkgelegenheid (in uren, %)

0,8

1,2

1,6

0,8

Loonvoet (per uur, %)

0,8

0,2

2,3

2,1

Arbeidsinkomensquote (niveau in %)

78,7

77,1

78,1

78,1


Overig
  2014 2015 2016 2017
Individuele spaarquote
(niveau in % beschikbaar inkomen)

-1,4

0,2

2,2

1,6

Saldo lopende rekening (niveau in % bbp)

8,5

8,5

8,6

8,2


Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2014 2015 2016 2017
EMU-saldo (% bbp)

-2,3

-1,9

-1,2

-0,6

EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp)

67,9

65,1

63,5

62,0

Collectieve lasten (% bbp)

37,5

37,7

38,3

38,6

Aanvullende kerngegevens 2014-2017

Investeringen en uitvoer
  2014 2015 2016 2017
Bruto investeringen bedrijvensector
(exclusief woningen %)

2,7

7,4

7,1

2,3

Investeringen bedrijven in woningen (%)

6,1

27,4

10,3

4,5

Uitvoer van binnenslands geproduceerde
goederen (exclusief energie, %)

3,5

2,6

3,2

2,9

Wederuitvoer goederen
(exclusief energie, %)

5,4

4,4

4,2

4,2


Prijzen,overheid en cpi (toelichting/begrippen)
  2014 2015 2016 2017
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %)

1,0

0,6

0,2

0,6

Afgeleide nationale consumentenprijsindex
(cpi, %)

0,6

0,5

0,1

0,6

Loonvoet sector overheid (%)

0,5

3,0

3,0

1,1

Prijs overheidsconsumptie,
beloning werknemers (%)

0,5

0,7

2,2

0,8

Prijs overheidsconsumptie,
netto materieel (imoc, %)

1,0

-0,9

0,9

0,8

Prijs intermediair verbruik (%)

0,5

-0,4

1,9

1,8

Prijs bruto overheidsinvesteringen
(iboi, %)

0,2

-0,1

0,1

0,1

Prijs nationale bestedingen (%)

0,5

-0,1

0,6

0,8

Prijs toegevoegde waarde marktsector (%)

-0,1

0,4

0,6

0,4


Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2014 2015 2016 2017
Bruto binnenlands product
(bbp, in miljarden euro's)

663,0

676,5

691,5

708,9

Bevolking (in duizenden personen)

16865

16940

17025

17110

Beroepsbevolking (in duizenden personen)

8874

8908

8935

9005

Werkloze beroepsbevolking nationale definitie
(in duizenden personen)

709

680

600

605

Werkloze beroepsbevolking nationale definitie
niveau, % beroepsbevolking)

9,0

8,6

7,5

7,5

Bruto modaal inkomen (euro)

35000

35500

36500

37000

Het CPB gebruikt met ingang van het CEP 2016 gewerkte uren in plaats van arbeidsjaren als maatstaf voor de input van arbeid. Dit heeft gevolgen voor de cijfers over loonvoeten en werkgelegenheid. Hierover is een CPB Achtergronddocument met meer toelichting beschikbaar.