Juni-raming 2017: vooruitzichten 2017 en 2018
Seinen op groen voor Nederlandse economie
De economie groeit in 2017 met 2,4% en in 2018 met 2,0%, wat gunstig afsteekt tegen de gematigde structurele groei. Consumptieve uitgaven, investeringen en export stijgen en dragen bij aan deze groei. De consumptie van huishoudens profiteert van een groei van het beschikbaar inkomen. Deze stijging wordt vooral bepaald door de toename van de werkgelegenheid. De koopkracht neemt in beide jaren licht toe. Bij de stijging van de investeringen gaat de woningmarkt nog steeds aan kop. De export profiteert van gunstige internationale ontwikkelingen.
De stabiele groei van de economie zorgt voor extra werkgelegenheid. De werkloosheid daalt naar 4,9% in 2017 en 4,7% in 2018. Ook de overheidsfinanciën zijn gezond, met een overschot van 0,5% in 2017 en 0,7% in 2018. In combinatie met de economische groei zorgt dit voor een daling van de schuldquote naar 55%.
Het aantrekken van de economie laat zich nog niet in de volle breedte voelen. De contractlonen groeien met 1,7% in 2017 en 2,0% in 2018. Zij blijven achter bij de gunstige ontwikkelingen van de economische groei en werkgelegenheid. Een mogelijke verklaring hiervoor is de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook de inflatie (hicp) blijft achter en komt uit op 1,4% in beide jaren. Het aankoopbeleid van de ECB blijkt slechts een beperkte werking voor de inflatie te hebben.
Het licht voor de Nederlandse economie kan op oranje springen, als internationale onzekerheden veranderen in tegenvallers. Voorbeelden van onzekerheden binnen Europa zijn de uitkomst van de Brexit-onderhandelingen en de financiële stabiliteit van een aantal Zuid-Europese landen. Buiten Europa blijven de koers van de VS en de economische ontwikkeling van China van belang.
In het kielzog van het bbp staan ook de seinen voor de arbeidsmarkt op groen. De werkgelegenheid groeit sterk, het aantal vacatures neemt toe waardoor zowel werklozen als toetreders tot de arbeidsmarkt steeds vaker een baan kunnen vinden. De werkloosheid daalt naar 4,7% in 2018.
Toch blijven de loongroei en de inflatie achter bij de gunstige ontwikkelingen van de economische groei en de werkgelegenheid. De conjuncturele opleving van het bbp en toenemende krapte op de arbeidsmarkt zorgen nog niet voor een sterke opwaartse druk op lonen en prijzen. Mogelijke redenen voor de gematigde contractloonstijgingen zijn de toegenomen flexibilisering van de arbeidsmarkt en het onbenutte potentieel van mensen die nog buiten de arbeidsmarkt staan. Mogelijke verklaringen voor de gematigde inflatieontwikkeling zijn de internationale concurrentiedruk en de geringe effectiviteit van het monetaire beleid om de inflatie te verhogen. De contractlonen groeien met 1,7% en 2,0% in 2017 en 2018, de inflatie (hicp) komt uit op 1,4% in beide jaren.
Ook de overheidsfinanciën staan er goed voor, met een overschot van 0,5% in 2017 en 0,7% in 2018. Dit zorgt in combinatie met de economische groei voor een daling van de schuldquote naar 55%. De koopkracht neemt in beide jaren licht toe – de stijging van het beschikbaar inkomen wordt grotendeels bepaald door de toename van de werkgelegenheid.
De seinen voor de Nederlandse economie kunnen op oranje springen, als internationale onzekerheden bewaarheid worden. In Europa kunnen de toekomstige ontwikkelingen van het onconventionele monetaire beleid, van de uittreding van het VK en ten aanzien van de financiële stabiliteit van een aantal Zuid-Europese lidstaten de seinen op oranje zetten. Buiten Europa blijven de economische koers van de VS en de economische ontwikkeling van China van belang voor de Europese en Nederlandse economieën. De seinen kunnen echter ook nog dieper groen kleuren als een positief consumenten- en producentenvertrouwen, een breder gedragen groei in de EU en de versnelde handelsgroei elkaar blijven versterken.
Downloads
Fan Charts Juni 2017
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de KMEV2018-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.
De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2012-2016) en de KMEV2018-puntvoorspellingen voor 2017 en 2018. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:
• 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
• 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
• 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied
De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.
Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.
Downloads
Auteurs
Economische groei in Nederland, 2008-2018
Kerngegevenstabel 2015-2018, 14 juni 2017
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) |
3,8 |
2,9 |
3,8 |
4,0 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) |
8,0 |
-3,1 |
0,9 |
1,3 |
Olieprijs (dollars per vat) |
51,9 |
43,3 |
50,8 |
50,6 |
Eurokoers (dollar per euro) |
1,11 |
1,11 |
1,08 |
1,09 |
Lange rente Nederland (niveau in %) |
0,7 |
0,3 |
0,5 |
0,5 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) |
2,0 |
2,2 |
2,4 |
2,0 |
Consumptie huishoudens (%) |
1,8 |
1,7 |
1,8 |
2,0 |
Consumptie overheid (%) |
0,2 |
1,0 |
1,1 |
1,3 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) |
6,2 |
5,4 |
5,5 |
2,7 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) |
5,0 |
3,4 |
3,9 |
4,1 |
Invoer van goederen en diensten (%) |
5,8 |
3,7 |
4,2 |
4,3 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Prijs bruto binnenlands product (%) |
0,1 |
1,0 |
1,2 |
1,5 |
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) |
0,7 |
-0,7 |
0,8 |
1,1 |
Prijs goedereninvoer (%) |
-5,1 |
-4,5 |
4,2 |
0,6 |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) |
0,2 |
0,1 |
1,4 |
1,4 |
Contractloon marktsector (%) |
1,3 |
1,5 |
1,7 |
2,0 |
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) |
1,1 |
2,6 |
0,3 |
0,2 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Beroepsbevolking (%) |
0,4 |
0,4 |
0,9 |
1,1 |
Werkzame beroepsbevolking (%) |
1,0 |
1,3 |
2,0 |
1,3 |
Werkloze beroepsbevolking (in duizend personen) |
614 |
538 |
444 |
427 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) |
6,9 |
6,0 |
4,9 |
4,7 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Productie (%) |
2,8 |
2,8 |
3,2 |
2,4 |
Arbeidsproductiviteit (per uur, %) |
1,6 |
0,2 |
0,6 |
1,2 |
Werkgelegenheid (in uren, %) |
1,2 |
2,6 |
2,5 |
1,1 |
Loonvoet (per uur, %) |
0,2 |
0,9 |
2,8 |
2,8 |
Arbeidsinkomensquote (niveau in %) |
77,1 |
76,9 |
77,8 |
78,0 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) |
0,2 |
-0,1 |
0,2 |
0,5 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) |
8,5 |
7,7 |
7,2 |
7,1 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
EMU-saldo (% bbp) |
-2,0 |
0,4 |
0,5 |
0,7 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) |
65,1 |
62,2 |
58,5 |
55,4 |
Collectieve lasten (% bbp) |
37,7 |
39,0 |
39,3 |
39,2 |
Aanvullende kerngegevens 2015-2018
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) |
7,4 |
2,0 |
4,8 |
2,9 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) |
27,4 |
19,0 |
12,7 |
4,3 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) |
2,7 |
3,2 |
3,4 |
3,8 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) |
4,4 |
4,9 |
5,1 |
5,6 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) |
0,6 |
0,3 |
1,5 |
1,5 |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) |
0,4 |
0,3 |
1,4 |
1,3 |
Loonvoet sector overheid (%) |
3,0 |
3,2 |
2,6 |
2,6 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) |
0,7 |
2,4 |
2,3 |
2,2 |
Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc, %) |
-0,9 |
1,0 |
1,4 |
1,4 |
Prijs intermediair verbruik (%) |
-0,4 |
1,9 |
2,4 |
1,7 |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) |
-0,1 |
-0,4 |
1,2 |
1,4 |
Prijs nationale bestedingen (%) |
-0,1 |
0,9 |
1,5 |
1,5 |
Prijs toegevoegde waarde marktsector (%) |
0,4 |
0,9 |
0,7 |
1,4 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) |
676,5 |
698,3 |
723,6 |
749,4 |
Bevolking (in duizenden personen) |
16940 |
17034 |
17141 |
17232 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) |
8907 |
8941 |
9018 |
9115 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) |
680 |
581 |
471 |
454 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie niveau, % beroepsbevolking) |
8,6 |
7,3 |
5,9 |
5,6 |
Bruto modaal inkomen (euro) |
35500 |
36000 |
37000 |
37500 |