Voorspelfouten van werkloosheid in samenhang met de conjunctuur
We zien dat voorspelfouten doorgaans het grootst zijn in tijden van economische neergang, maar ze zijn ook groot bij herstel. In de tussengelegen perioden zijn de voorspelfouten kleiner. Alle voorspelmodellen vertonen dit patroon, maar interessant is dat ze het niet in dezelfde mate vertonen. Sommige modellen presteren relatief goed tijdens recessies, andere juist tijdens herstelperiodes en weer andere tijdens de tussengelegen perioden. Hierdoor hangt de keuze voor het beste model af van het gewicht dat er wordt toegekend aan voorspelfouten in herstel- en recessieperioden.
Deze bevindingen zijn relevant voor de voorspelmodellen die door het CPB worden gebruikt om de werkloosheidsraming te ondersteunen. Dezelfde analyse hebben we namelijk uitgevoerd op Nederlandse data vanaf 2003. De resultaten hiervan zijn vergelijkbaar. Ook voor de Nederlandse werkloosheidsraming geldt dat de keuze voor het beste model afhangt van de gewichten die worden toegekend aan de herstel- en recessieperioden.