Publicaties

Wat hebben zwaarlijvigheid en de Nederlandse economie met elkaar gemeen? CPB-directielid Jeroen Hinloopen legt het uit in zijn column. →

Huishoudens die elke maand hun totale inkomen uitgeven, hebben een relatief grote invloed op de Nederlandse economie. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau. →

Over tien dagen is het Prinsjesdag. Een belangrijk moment om meer te weten te komen over de visie van het nieuwe kabinet op de Nederlandse economie en ons verdienvermogen. En een mooie gelegenheid om een storende fout te corrigeren. →

Woningisolatie leidt niet alleen tot energiebesparing en CO2-reductie, maar heeft effect op een groot aantal welzijnsaspecten en vraagt arbeidsinzet en investeringen. →

Een vakantierit naar voormalig Oost-Duitsland zette CPB-directielid Marcel Timmer aan het denken over het belang van keuzevrijheid voor consumenten. Oost-Duitse huishoudens waren flink beperkt in hun consumptiekeuzes door het toenmalige socialistische productiesysteem. Onvrede hierover zwol aan en zette het regime onder druk, wat uitmondde in de ’Val van de Muur’ in 1989. Is het een historische les dat inperking van consumptiekeuze de welvaart altijd verlaagt? →

Mensen met de grootste vermogens in Nederland blijven meestal lange tijd tot de rijkste mensen horen. En personen van wie het vermogen daalt, zakken vaak slechts één of enkele treden op de vermogensladder. →

De werking van inflatie leerde CPB’er Jan-Maarten van Sonsbeek als kind uit de Donald Duck. Het regende geld in Duckstad, maar daarmee werd het waardeloos: net als bij hyperinflatie. →

De Nederlandse economie groeit weer, met 0,6% in 2024 en 1,6% in 2025. Ook de koopkracht zit in de lift. Die stijgt dit jaar met 2,5% en in 2025 met 1,1%. Het begrotingstekort loopt op, tot dicht tegen de EU-norm van -3% bbp. →

In de augustusraming 2024 (cMEV 2025 ) is tevens een verkenning opgenomen van de budgettaire en economische ontwikkeling tot 2028. →

Na haar bevalling voelde Marente Vlekke naast blijdschap ook stress: hoe moet het thuis met de baby? Gelukkig bestaat er kraamzorg, maar die staat onder druk. →