Prepensioen en arbeidsparticipatie ouderen
De introductie van de VUT-regelingen in de jaren zeventig maakte pensionering vóór de officiële pensioneringsleeftijd van 65 mogelijk. De omslaggefinancierde VUTregelingen dreigden door de vergrijzing echter een te grote last te worden voor de toekomstige generaties, doordat deze met minder werkenden de VUT-premies voor meer vutters zouden moeten gaan betalen. Mede om deze reden hebben de sociale partners in de jaren negentig van de vorige eeuw afgesproken om de VUT-regelingen te vervangen door kapitaalgedekte prepensioenregelingen, zodat toekomstige generaties voor het eigen vervroegd pensioen sparen. Tegelijkertijd werd besloten om het vervroegd pensioen actuarieel om te rekenen, zodat een jaar langer doorwerken in een hogere uitkering resulteert. Tevens werd besloten om het ambitieniveau van het vervroegde pensioen te verlagen en de spilleeftijd te verhogen. De precieze voorwaarden van de prepensioenregelingen worden bepaald door afspraken tussen de sociale partners en verschillen per bedrijfstak.
Om te voorkomen dat oudere werknemers die nooit de kans hebben gehad om te sparen voor hun prepensioen allemaal tot leeftijd 65 zouden moeten doorwerken, werden er overgangsregelingen gecreëerd. Deze verschillen ook per bedrijfstak. Belangrijk voor deze studie is dat deze overgangsregelingen ook verschillen naar ingangsdatum