Macro-economische analyse van de hogesnelheidsspoorlijn
De focus ligt op de vertaling van de directe economische gevolgen dit infrastructuurproject naar de effecten op macro-economisch niveau. De resultaten van een economische impact studie en een kosten-batenanalyse worden gebruikt als het uitgangspunt voor de berekeningen met een macro / sectoraal-model.
Het infrastructuurproject zelf heeft een positief effect op de werkgelegenheid. Echter, dit positieve effect wordt in een macro-economische omgeving getemperd door een mechanisme van negatieve feedback. Het project concurreert met andere werkgelegenheidsactiviteiten en dus oefent het een opwaartse druk uit op de lonen en dus op de prijzen. De stijging van de exportprijzen heeft een negatief effect op de concurrentiepositie en daarmee op de export, waardoor de werkgelegenheid afneemt. Het resulterende macro-economische effect op de werkgelegenheid is klein aangezien de grootte van het project vrij klein is ten opzichte van de economie als geheel (niet meer dan tweeduizend personen). De druk op de lonen wordt sterker als er een situatie van bijna volledige werkgelegenheid ontstaat. Dus de kracht van het mechanisme van negatieve feedback is afhankelijk van de veronderstelde efficiëntie van de toekomstige arbeidsmarkt.
Erkenning van de onzekerheid op dit punt in het bijzonder en over de economische langetermijnontwikkelingen in het algemeen, maakt een scenario aanpak nodig. Twee scenario's uit de CPB-studie Nederland in Drievoud (1992) worden gebruikt voor de berekeningen: Global Shift, een pessimistisch scenario met een arbeidsmarkt die net zo inefficiënt is als de huidige, en de Europese Renaissance, een meer optimistische scenario, met een meer efficiënt opererende arbeidsmarkt. De onzekerheid met betrekking tot de directe gevolgen van het project wordt bekeken aan de hand van een gevoeligheidsanalyse: de effecten van een alternatieve aansluiting op het hoge snelheid spoorwegnet worden berekend.