1 januari 1994

Interne en externe krachten in sectorale loonvorming: bewijs uit Nederland

Het doel van dit onderzoeksmemorandum is om het relatieve belang van interne en externe krachten te onderzoeken in de sectorale loonvorming in Nederland (1967-1990).

Interne krachten hebben betrekking op factoren binnen het bedrijf, zoals de productiviteit van de werknemers in het bedrijf en externe krachten hebben betrekking op factoren buiten het bedrijf zoals de lonen die elders worden betaald en het werkloosheidspercentage. Als de arbeidsmarkt concurrerend is, zal het loon in de eerste plaats afhangen van de algemene toestand van de arbeidsmarkt. Indien echter interne krachten een belangrijke determinant zijn van de lonen, moet voorkennis een belangrijke rol spelen bij de loononderhandelingen.

De empirische specificatie is afkomstig van een model voorgesteld door Nickell en Wadhwani. Het model wordt geschat door GGM (algemene methode van momenten) met behulp van jaarlijkse gegevens van 18 sectoren. De resultaten impliceren dat de sectorale lonen grotendeels worden bepaald door externe factoren, hoewel interne krachten ook belangrijk zijn. Vergeleken met ander onderzoek is de invloed van inwendige krachten kleiner dan in de VS en Japan, maar groter dan in de andere Europese landen. Verder wordt gevonden dat de lonen in de dienstensector gevoeliger zijn voor externe factoren, zoals het macro-werkloosheidspercentage en de replacement rate, dan de lonen in de industriële sectoren. Dit suggereert dat voorkennis relevanter is in de industriële sectoren.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

Johan Graafland
Marcel Lever

Lees meer over