Discontovoet onderwijs
Het kabinet heeft de adviezen van de werkgroep overgenomen en het ministerie van OCW verzocht de ambitie aangaande vervolgonderzoek naar de discontovoet voor investeringen in onderwijs nader uit te werken. De minister van OCW heeft het CPB daartoe gevraagd “nader onderzoek te doen naar de te hanteren discontovoet in Maatschappelijke Kosten-Baten Analyses (MKBA’s) op het terrein van onderwijs(beleid)”. Deze notitie vormt de uitkomst van dit onderzoek.
Het CPB komt tot de aanbeveling voor investeringen in onderwijs uit te gaan van een reële discontovoet tussen 3% en 4,5%.
Leeswijzer
Na de inleiding (hoofdstuk 2) geeft hoofdstuk 3 de belangrijkste overwegingen van de Werkgroep om te komen tot een discontovoet van 3%, afwijkingen voor bepaalde projecten en het advies tot nader onderzoek voor investeringen in onderwijs.
Hoofdstuk 4 gaat na of er voldoende empirie beschikbaar is om de discontovoet van onderwijs voor Nederland vast te stellen. Het hoofdstuk bespreekt de mogelijkheden die het marktrendement biedt en de literatuur over onzekerheid van onderwijsinvesteringen. Naast de empirie bespreken we in het hoofdstuk of de beleidspraktijk in andere landen de mogelijkheden biedt om de discontovoet van onderwijs voor Nederland te bepalen.
Hoofdstuk 5 en 6 beschrijven theoretische argumenten die kunnen leiden tot een discontovoet onderwijs. Hoofdstuk 5 bespreekt de ingrediënten waaruit de discontovoet bestaat en hoofdstuk 6 past deze toe op het onderwijs. Hoofdstuk 7 bevat de conclusie.