3 juli 2014

De winstbox en de wig

Het ministerie van Financiën heeft het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd “om de economische effecten van de winstbox in kaart te brengen, zodat alle voor- en nadelen van de winstbox zorgvuldig tegen elkaar kunnen worden afgewogen.”
No title

Met het huidige instrumentarium van het CPB is het echter niet mogelijk om de effecten op het arbeidsaanbod van zelfstandigen, werknemers en directeurengrootaandeelhouders (dga’s) te bepalen. Er kan dan ook geen uitspraak worden gedaan over de netto werkgelegenheidseffecten en overige economische effecten van een winstbox die volgens de uitgangspunten ex ante budget neutraal wordt ingevoerd. Het is wel mogelijk om de wijzigingen in de samenstelling van de werkgelegenheid te duiden voor zover dat de keuze tussen zelfstandigen en werknemers betreft. Daarnaast kunnen de effecten op de winstinkomens kwalitatiefgeduid worden, maar niet een mogelijke doorgroei in termen werknemers die voor de zelfstandige werkzaam zijn.

Tevens is het mogelijk om de belastingdruk van werknemers en zelfstandigen te bepalen tussen 2000 en 2009 en deze te vergelijken met de ontwikkeling van het aantal zelfstandigen.1 In combinatie met de internationale evidentie geven de resultaten een indruk in hoeverre fiscale prikkels de keuze beïnvloeden om zelfstandige te worden, wat ook een indruk geeft van de effecten van de winstbox op het arbeidsaanbod van zelfstandigen.

In het huidige fiscale stelsel betalen zelfstandigen minder belasting dan werknemers. Dat is van invloed op de keuze tussen het ondernemer- en werknemerschap. Daarnaast heeft het marginale belastingtarief via het aantal uren dat zelfstandigen besluiten te werken effect op het inkomen.2 De introductie van een winstbox met twee tarieven zonder aftrekposten voor ondernemerschap heeft gevolgen voor de gemiddelde en marginale wiggen van zelfstandigen en daarmee op hun arbeidsaanbod en inkomen. Het voorstel voor een winstbox leidt naar verwachting tot een lagere marginale wig voor de hogere winstinkomens. De gemiddelde wig wordt iets hoger, wat vooral het gevolg is van een hogere belastingdruk voor zelfstandigen met lage winstinkomens.

De ontwikkeling van het aantal zelfstandigen wordt in sectie 2 besproken. Sectie 3 bespreekt de fiscale instrumenten voor zelfstandigen en de voorgestelde vormgeving van de winstbox. In sectie 4 wordt het conceptuele kader gepresenteerd. Sectie 5 presenteert de ontwikkeling van de gemiddelde wig en marginale wig. Op basis daarvan worden enkele conclusies getrokken over de mogelijke effecten van de winstbox op de keuze voor zelfstandigheid en het winstinkomen.

Downloads

Auteurs

Daniel van Vuuren
Nicole Bosch

Lees meer over