1 november 1998

Bezetten meer hooogopgeleide werknemers eenvoudige banen in slechte tijden?

Dit document laat zien wat de consequenties zijn voor de werkgelegenheidspercentages voor zowel laaggeschoolde arbeid als hooggeschoolde arbeid, wanneer hooggeschoolde werknemers naar zowel simpele als moeilijke banen zoeken en doorgaan met zoeken naar moeilijke banen als ze eerst een simpele baan vinden.

Dit document laat zien wat de consequenties zijn voor de werkgelegenheidspercentages voor zowel laaggeschoolde arbeid als hooggeschoolde arbeid, wanneer hooggeschoolde werknemers naar zowel simpele als moeilijke banen zoeken en doorgaan met zoeken naar moeilijke banen als ze eerst een simpele baan vinden. We maken gebruik van een gekoppelde dataset van werknemers bij bedrijven om te onderzoeken of er meer hooggeschoolde werknemers eenvoudige banen bezetten in slechte tijden - zoals verdringingstheorieën voorspellen. De resultaten van de analyse suggereren dat slechts zwak bewijs bestaat voor de verdringing van middelbaar opgeleide werknemers door hoog opgeleide werknemers in het begin van de jaren negentig, maar er bestaat geen bewijs voor de verdringing van laaggeschoolde werknemers. Er is enig bewijs voor de hypothese dat de werkloosheidspercentages onder laaggeschoolden worden veroorzaakt door het feit dat ontslagkosten voor eenvoudige banen (waar relatief veel laaggeschoolde werknemers werken) lager zijn dan voor moeilijke banen.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

P.A. Gautier

Lees meer over