26 augustus 2011

Arbeidsmigranten uit Oost-Europa

De Tweede Kamer heeft het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd een actuele raming op te stellen van de arbeidsmigratiestroom naar Nederland uit de Midden- en Oost-Europese landen (MOE-landen), met name Polen, Bulgarije en Roemenië, en de effecten daarvan op de Nederlandse economie en arbeidsmarkt.
No title

Voor eind 2011 moet het kabinet het Nederlandse standpunt betreffende de overgangsperiode voor Roemenen en Bulgaren aan de Europese Commissie kenbaar maken. De analyse in deze notitie zal een bijdrage leveren aan het eindrapport van de tijdelijke commissie Lessen uit recente arbeidsmigratie. De raming geeft een beeld van de permanente migratie uit Polen, Bulgarije en Roemenië naar Nederland, dat is migranten die zich inschrijven in de gemeente waar ze verblijven en voornemens zijn minimaal 4 maanden in Nederland te verblijven. Bij gebrek aan betrouwbare gegevens, wordt tijdelijke migratie op een meer kwalitatieve manier besproken.

Tot uiterlijk 1 januari 2014 mag een overgangsregeling worden aangehouden. De huidige regeling voor Roemeense en Bulgaarse werknemers bestaat uit een tewerkstellingsvergunning in combinatie met een arbeidsmarkttoets. Komend najaar bericht het kabinet de Tweede Kamer over de besluitvorming over de vrije toetreding van Roemeense en Bulgaarse werknemers tot de Nederlandse arbeidsmarkt.

De raming die wordt gevraagd, is vergelijkbaar met een eerder uitgevoerde CPB-analyse voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2004. Die analyse raamde migratiestromen uit de MOE-landen die op 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie.1 Op verzoek van de Tweede Kamer wordt ingegaan op de verschillen tussen de geraamde aantallen arbeidsmigranten en de gerealiseerde aantallen uit de analyse in 2004 door middel van een korte evaluatie.

Deze notitie presenteert:

  • Een raming van de permanente migratiestromen uit Polen, Bulgarije en Roemenië en een kwalitatieve inschatting van het aantal tijdelijke migranten tot en met 2015. Om deze raming te onderbouwen wordt ingegaan op de relevante regelgeving, de werking van de arbeidsmarkt, de verwachtingen over de Nederlandse arbeidsmarkt en de determinanten van migratie en arbeidsstromen.
  • Een evaluatie van de raming uit 2004 over migratiestromen uit Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië (MOE-8).

Downloads

Foto van de publicatieomslag
Engels, Pdf, 475.4 KB

Auteurs

Bas ter Weel