Succes als startende zelfstandige
Starten als zelfstandige is in die situatie een mogelijkheid. Onder de groep zelfstandigen zijn relatief veel ouderen. Over de kansen om als oudere (ex-)werknemer zelfstandige te worden en te blijven en de kenmerken die de kansen bepalen, is echter nog weinig bekend.
Om te beoordelen of zelfstandig ondernemerschap een duurzaam alternatief is, is niet alleen de kans om op latere leeftijd te starten van belang, maar ook de kans om door te gaan en de gemaakte winst. De beschikbaarheid van een nieuw longitudinaal administratief databestand (Arbeidsmarktpanel 1999-2009) maakt het mogelijk alle drie voor het eerst voor Nederland te analyseren.
De aanleiding van dit onderzoek is het relatief hoge aandeel zelfstandigen onder werkende ouderen. Dit kan allereerst komen doordat veel oudere zelfstandigen onlangs gestart zijn, maar ook door zelfstandigen die in het verleden begonnen en nog steeds zelfstandige zijn. Een derde mogelijkheid is dat zelfstandigen later met pensioen gaan dan werknemers. Een vierde reden waarom ouderen vaker zelfstandige zijn dan jongeren, is dat zij mogelijk niet vaker starten, maar langer doorgaan dan jongeren. Dit onderzoek richt zich op het verschil in starten en doorgaan tussen jongeren en ouderen.
Dit onderzoek zoomt in op startende zelfstandigen en volgt hen over de tijd. Dit verschilt van eerdere onderzoeken waarin alle zelfstandigen worden onderzocht zonder onderscheid te maken naar de duur van het ondernemerschap. De invloed van bijvoorbeeld leeftijd kan anders uitpakken op de kans om te starten, dan op de kans om zelfstandige te zijn als nu vooral jongeren starten terwijl dat voorheen vooral ouderen waren.
Het onderzoek beoogt inzicht te geven in de invloed van kenmerken op het succes als zelfstandige. Het onderzoek richt zich op alle zelfstandigen, zowel met als zonder personeel. Een aparte analyse voor zzp’ers is met deze data niet mogelijk. Een vergelijking tussen ouderen en jongeren geeft een indicatie hoe duurzaam starten is. Meer specifiek komen drie vragen aan bod: (1) Wie starten er en welke kenmerken zijn daarvoor bepalend?; (2) Hoe succesvol is starten en welke kenmerken dragen bij aan een langere duur en een hogere winst?; en (3) In hoeverre verklaren starters het hoge aandeel zelfstandigen onder ouderen?
Het onderzoek leidt tot de volgende inzichten. Ten eerste, jongeren starten vaker dan ouderen. Ten tweede, opleiding en arbeidsmarktpositie zijn de meest bepalende factoren voor zowel de startkans, als de slaagkans, als de winst. Ten derde, het hoge aandeel oudere zelfstandigen komt niet door het hoge aandeel starters onder ouderen. Oudere zelfstandigen zijn veelal in het verleden al voor zichzelf begonnen en zijn dat nog steeds. Ten slotte, meer dan voor jongeren lijkt zelfstandig ondernemerschap voor een kleine groep startende ouderen een alternatieve optie om enig inkomen op de arbeidsmarkt te verwerven.