11 juli 2014

Vervolgrapportage decentralisaties in het sociaal domein

Decentralisaties bieden kansen bij re-integratie, maar bedreigingen bij zorg

Persbericht
Veel mensen doen een beroep op meerdere voorzieningen op het terrein van participatie en zorg. Een deel van deze voorzieningen wordt binnenkort gedecentraliseerd naar de gemeenten. Deze CPB Notitie brengt de samenhang in het gebruik van sociale voorzieningen nader in kaart.
No title

Samenhang in het gebruik van sociale voorzieningen biedt kansen, vooral op het vlak van de re-integratie van uitkeringsgerechtigden op de arbeidsmarkt, omdat gemeenten hierbij de centrale regierol krijgen. Anderzijds bestaat bij de zorgregelingen, naast potentiële voordelen van samenhang, ook het risico op onderaanbod door gemeenten, omdat ook andere partijen zoals zorgverzekeraars en het Rijk hier de vruchten van plukken. Bovendien kan het beroep op intramurale zorg toenemen doordat de toegang lastig is af te bakenen, terwijl gemeenten een financieel belang hebben om mensen door te laten verwijzen. Een mogelijke oplossing is om de financiering zo vorm te geven dat gemeenten sterker geprikkeld worden om deze voorzieningen aan te bieden.

Dit zijn enkele conclusies uit de CPB Notitie 'Vervolgrapportage decentralisaties in het sociaal domein', die het Centraal Planbureau vandaag publiceert, als opvolger van een eerder rapport over dit onderwerp uit september 2013. De CPB Notitie brengt de samenhang in het gebruik van sociale voorzieningen nader in kaart. Het gaat hierbij om werk- en inkomensregelingen (bijstand, bijzondere bijstand, sociale werkplaats, Wajong, wettelijke schuldsanering), voorzieningen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (huishoudelijke hulp, individuele begeleiding, groepsbegeleiding) en voorzieningen waarvoor de zorgverzekeraars en het Rijk verantwoordelijk worden (persoonlijke verzorging, verpleging, zorg met verblijf). Bijna de helft van alle mensen die deze voorzieningen gebruiken doet een beroep op tenminste twee ervan. Er is echter beperkte overlap in het gebruik van werk- en inkomensregelingen enerzijds en zorgregelingen anderzijds. Van de zorgregelingen worden bepaalde vormen van begeleiding het meest met werk- en inkomensregelingen gecombineerd. Jeugdzorg blijft in de analyse nog buiten beschouwing.

Door de Participatiewet en de samenhang met begeleiding ontstaat één gemeentelijk loket waar iedereen met problemen rondom participatie op de arbeidsmarkt kan aankloppen. Dit maakt uitwisseling van informatie gemakkelijker, verbetert de toewijzing van cliënten aan regelingen en kan leiden tot besparingen op uitvoeringskosten.

Bij de zorgregelingen bestaat gevaar op onderinvesteringen als zorgverzekeraars en het Rijk de financiële vruchten plukken van preventieve maatregelen die door de gemeenten worden uitgevoerd. Gemeenten hebben ook een financieel belang om zorggebruikers zoveel mogelijk in regelingen te laten plaatsen waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn.

De CPB Notitie gaat ook in op de financiering van gemeenten en intergemeentelijke samenwerking als instrumenten om kansen van de decentralisaties te benutten en risico’s te beperken. Als gevolg van de decentralisaties stijgt het aandeel van gemeentelijke uitgaven dat wordt gedekt door uitkeringen van het Rijk van 64% naar 70%, terwijl het in internationaal perspectief lage aandeel van de lokale belastingen daalt van 12% naar 10%. Een grotere rol van lokale belastingen zou gemeenten beter in staat stellen om financiële tegenvallers op te vangen. Voor kleinere gemeenten en voor voorzieningen met een kleine kans op gebruik, zoals gespecialiseerde jeugdzorg, kan het ook aantrekkelijk zijn om financiële risico’s te delen op regionaal of landelijk niveau. Samenwerkingsverbanden op dit terrein richten zich echter vooral op gezamenlijke inkoop, terwijl er nog nauwelijks harde afspraken over risicodeling zijn gemaakt.

Lees ook het bijbehorende persbericht en de CPB Notitie 'Decentralisaties in het sociaal domein' (september 2013).

Deze vervolgrapportage biedt waar mogelijk een nadere kwantitatieve onderbouwing van de eerder geïnventariseerde kansen en risico’s.

Auteurs

Wouter Vermeulen
Remco van Eijkel
Kenny Martens
Ruud Okker

Lees meer over