Slechte en goede prestaties van scholen: is er een relatie met personeelskenmerken?
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hebben het Centraal Planbureau gevraagd om onderzoek te doen naar de determinanten van heel slechte en heel goede prestaties van scholen in het voortgezet onderwijs. Is er een relatie tussen de beschikbare indicatoren voor prestaties en de beschikbare eigenschappen van middelbare scholen in Nederland?
Deze CPB Notitie analyseert prestaties van middelbare scholen over de periode 1996-2008 en relateert deze prestaties aan een reeks eigenschappen van scholen. Aangezien er vooral personeelskenmerken van scholen bekend zijn, ligt het zwaartepunt van de analyse op dit type informatie.
De Notitie begint met het bestuderen van de verschillende prestatie-indicatoren die de Inspectie van het Onderwijs verzamelt voor het voortgezet onderwijs. Bij het vergelijken van de prestatie-indicatoren blijkt dat de verschillende maatstaven niet heel sterk op elkaar lijken. Een school die goed presteert op één bepaald onderdeel, presteert dus niet noodzakelijkerwijs goed op andere onderdelen. Uit de data-analyse blijkt verder dat de prestaties van een middelbare school zoals gemeten door de indicatoren niet altijd constant zijn door de tijd: een school die in een bepaald jaar zeer slecht (of goed) presteert, presteert niet noodzakelijkerwijs zeer slecht (of goed) in de daaropvolgende jaren. Er zijn maar enkele scholen die consistent zeer slecht of zeer goed presteren.
Vervolgens probeert de Notitie de door de indicatoren gemeten prestaties van scholen te verklaren door middel van (vooral) personeelskenmerken van deze scholen. Deze data zijn verkregen via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Voorbeelden van beschikbare personeelskenmerken van een school zijn: het aantal leerlingen per medewerker, het percentage vrouwelijke medewerkers op een school, het percentage medewerkers per leeftijdscategorie, het percentage medewerkers dat vertrekt, het percentage medewerkers dat nieuw is, een benadering van het percentage bevoegde leraren, het percentage leraren dat meerdere vakken geeft en het gemiddelde salaris van medewerkers. De conclusie van de Notitie is dat voor geen enkele van de geobserveerde eigenschappen kan worden bewezen dat er een relatie bestaat met de prestaties van scholen zoals gemeten door de indicatoren. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat er geen relatie bestaat tussen de prestaties en eigenschappen van scholen.