Regulering hindert dienstenhandel
Gegeven de lopende discussie over dit onderwerp heeft het CPB CPB memorandum 111, CPB Document 69 en de CPB Communicatie van 23-9-2004 herzien.
Dit concluderen de onderzoekers Henk Kox en Arjan Lejour van het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Discussion Paper 49 'Regulatory heterogeneity as obstacle for international services trade'. Dit rapport is een wetenschappelijke verdieping van het onderzoek over de Dienstenrichtlijn dat al eerder in CPB Document 69 gepubliceerd is.
De handel in diensten wordt vaak beschouwd als het stiefkindje van de internationale handel. Diensten vormen slechts 20 procent van de totale export, terwijl het aandeel van diensten in het BBP van de EU ongeveer 70 procent is. Diensten worden vaak als niet-verhandelbaar beschouwd. De mate van regulering draagt hieraan bij. Dienstenmarkten worden meer dan goederenmarkten gereguleerd door de overheid. De belangrijkste reden daarvoor is dat de kwaliteit van diensten vooraf vaak minder goed vast te stellen is dan die van goederen. Om die kwaliteit te waarborgen hebben overheden veel regels voor de levering van diensten vastgesteld, zoals vereiste minimum- beroepskwalificaties.
Verschillen in regulering tussen het exporterende en importerende land hinderen de handel. De exporteur moet namelijk aan de regelgeving van beide landen voldoen. Elke keer dat een dienstenaanbieder een buitenlandse markt wil betreden moet deze aan de regulering van dat land voldoen. Naarmate deze verschillen in regulering kleiner zijn, zal de handel in diensten groter zijn. Kenmerkend is dat zulke landspecifieke regelingen extra vaste kosten met zich meebrengen die vaak onafhankelijk zijn van de schaal van het dienstverlenend bedrijf. Kleine en middelgrote bedrijven ondervinden zo extra nadeel. De onderzoekers verklaren de omvang van de handel in commerciële diensten tussen de EU-lidstaten uit de verschillen en het niveau in regulering en andere karakteristieken zoals de onderlinge geografische afstand en het economisch gewicht van de landen. De auteurs concluderen dat de handel bijna kan verdrievoudigen als deze verschillen in regulering geheel zouden verdwijnen (en de regulering dus overal gelijk zou zijn). Bij invoering van de Dienstenrichtlijn worden de verschillen in nationale regulering verminderd en kan de handel met 30% tot 60% toenemen. Een eerdere CPB-studie gaf nog een lagere schatting van 15 à 35%.
De onderzoekers concluderen nu dat invoering van de richtlijn tot grotere handelseffecten leidt dan in vorige rapporten is gepresenteerd. De eerder ontwikkelde methode waarmee het planbureau de handels- en reguleringsdata verwerkte die aan de analyse ten grondslag liggen, bleek niet volledig correct te zijn. In de nieuwe studie is deze methode verbeterd, wat tot de bovenvermelde grotere schatting van de handelseffecten leidt. De correctie heeft geen gevolgen voor de geschatte effecten op buitenlandse directe investeringen in diensten, zoals in eerdere studies gepresenteerd.