Kinderopvang subsidies geanalyseerd
Hogere kinderopvangsubsidie heeft slechts klein effect op werkgelegenheid
Sterke groei overheidsuitgaven aan kinderopvang
Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 is de formele kinderopvang sterk gegroeid, zie figuur 1 (KDV = kinderdagopvang, BSO = buitenschoolse opvang en GOO = gastouderopvang). Over dezelfde periode groeiden de overheidsuitgaven aan kinderopvang van een kleine 700 miljoen euro tot bijna 3 miljard euro, door een hoger gebruik en door een hogere subsidie per opvanguur. Recentelijk is de subsidiëring enigszins beperkt, maar deze aanpassing is relatief klein ten opzichte van de intensiveringen in de jaren daarvoor.
Groei arbeidsparticipatie jonge moeders sinds Wet kinderopvang niet uitzonderlijk
Na de invoering van de Wet kinderopvang is de groei in de participatie van jonge moeders niet opmerkelijk hoog geweest, zie figuur 2. De groei is vergelijkbaar met die van het begin van de eeuw en stukken lager dan de groei in de jaren negentig. De wat hogere groei na 2005 ten opzichte van de jaren daarvoor lijkt grotendeels conjunctureel: de participatie van vrouwen zonder kinderen kende na 2005 dezelfde hogere groei ten opzichte van de jaren daarvoor.
Aandeel informele opvang sterk geslonken
Hoe valt de sterke stijging van de formele opvang te rijmen met een niet uitzonderlijke groei in de participatie van jonge moeders? De missing link is de verschuiving die heeft plaatsgevonden van informele naar formele opvang. Data uit een recente studie van Caroline Berden en Lucy Kok van SEO laat dit zien, zie Figuur 1. Volgens de enquête van SEO steeg het aandeel formele opvang in het totaal van formele en informele opvang voor 0- tot 3-jarigen tussen 2004 en 2008 van 60 naar 80%. Voor 4- tot 12-jarigen steeg het aandeel over dezelfde periode van 20 naar 50%.
Effect op de werkgelegenheid bij het huidige subsidieniveau is klein
De analyse in het CPB Document laat zien dat bij het huidige subsidieniveau de effecten van een hogere kinderopvangsubsidie op de arbeidsparticipatie klein zijn. Een verlaging van de formele ouderbijdrage met 25% kost de overheid een kleine 400 miljoen euro, maar levert minder dan 0,1% extra werkgelegenheid op.
Effectiviteit neemt af met de subsidiehoogte
Dat betekent echter niet dat de huidige overheidsuitgaven aan kinderopvang geen effectieve bijdrage hebben geleverd aan de arbeidsparticipatie. Wanneer we de subsidie verhogen dan neemt de substitutie van informele door formele opvang echter meer dan evenredig toe, er lekt steeds meer weg. Oftewel, de eerste euro's subsidie zijn voor de participatie het meest effectief. Bij een relatief kleine bezuiniging (zoals in 2009) is het verlies aan werkgelegenheid per euro subsidie die wordt weggenomen nog klein, maar bij een grote bezuiniging loopt het verlies aan werkgelegenheid per euro subsidie aanzienlijk op.
Lees hier het bijbehorende persbericht.
Het model is gekalibreerd op Nederlandse data. Naast de arbeidsaanbodbeslissing wordt daarbij ook de keuze tussen formele en informele opvang gemodelleerd. De endogene keuze tussen formele en informele opvang speelt een belangrijke rol bij het effect van kinderopvangsubsidies op de arbeidsparticipatie.
Onze analyse laat zien dat de bestaande subsidies een positief effect hebben gehad op de arbeidsparticipatie. De subsidievoet is met gemiddeld bijna 80% inmiddels echter zo hoog geworden, dat een verdere verhoging vanuit participatie-oogpunt weinig effectief is. Een verdere verhoging van de subsidievoet leidt met name tot het vervangen van informele opvang door formele opvang.
Dit is een Engelstalige publicatie.