Publicaties

Uitvoer is belangrijk is voor Nederlandse economie. Toch werden CPB-onderzoekers verrast toen ze er onderzoek naar gingen doen. →

De Nederlandse goederenuitvoer heeft in 2021 en 2022 een sterke groei doorgemaakt, ook ten opzichte van andere eurolanden. Dit is voor een groot deel te danken aan een sterke stijging van de wederuitvoer, blijkt uit CPB-onderzoek. →

De economie groeit in 2023 met 0,7% en in 2024 met 1,4%. De koopkracht herstelt na eerdere forse daling dankzij stijgende lonen met 1,9% in 2024. Het aantal mensen in armoede stijgt zonder aanvullend beleid tot 5,7% van de bevolking en 7% van de kinderen in 2024. →

In de augustusraming 2023 (cMEV 2024) is tevens een verkenning opgenomen van de budgettaire en economische ontwikkeling tot 2028. Deze verkenning dient ook als basis voor de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s. →

Koopkrachtherstel door loongroei, maar ook meer mensen onder armoedegrens. →

Het CPB heeft het CEP 2023 gepubliceerd. Dit Verdiepingsdocument bevat een beschrijving per deelonderwerp van de economie, overheidsfinanciën, koopkracht en armoede. Naast een cijfermatige onderbouwing wordt ook stilgestaan bij de relevante aannames en onzekerheden rondom deze cijfers. →

In de raming van maart 2023 (CEP 2023) is tevens een verkenning opgenomen van de budgettaire en economische ontwikkeling tot 2031. →

Bedrijfsinvesteringen gaan niet meer alleen over machines en gebouwen. Bedrijven zijn steeds meer gaan investeren in immateriële activa. Maar hoe kun je die ontwikkeling in de toekomst goed in beeld krijgen? Dat legt CPB-ramer Eva van der Wal uit. →

Het CPB analyseerde op verzoek de maatregelen in het Herstel- en Veerkrachtplan. Dit plan is vereist om geld uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit van de Europese Unie te ontvangen. Voor Nederland gaat het om 4,7 mld euro. →

We zijn door stijgende energieprijzen collectief armer geworden in Nederland. Toch hoeven we de broekriem niet stevig aan te halen en is er ruimte voor herverdeling van de lasten, betoogt CPB-directielid Marcel Timmers in zijn column. →