22 november 2005

Belastingherziening 2001 en de werkgelegenheid van vrouwen; een analyse op basis van de Enquête Beroepsbevolking

Belastingherziening 2001 heeft de werkgelegenheid van gehuwde vrouwen bevorderd

Persbericht
De belastingherziening van 2001 heeft bijgedragen aan de toename van de werkgelegenheid van gehuwde vrouwen. In de jaren na de belastingherziening is hun arbeidsdeelname relatief sterk toegenomen. Dat geldt in het bijzonder voor gehuwde vrouwen zonder jonge kinderen en gehuwde vrouwen met een laag opgeleide partner.

Dit concludeert onderzoeker Rob Euwals van het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Document 'Belastingherziening 2001 en de werkgelegenheid van vrouwen: Een analyse op basis van de Enquête Beroepsbevolking'. De studie is verricht op verzoek van het ministerie van Financiën, als onderdeel van de Evaluatie Belastingherziening 2001 die vandaag aan de Tweede Kamer is aangeboden.

Op basis van de Enquête Beroepsbevolking 1992-2003 van het Centraal Bureau voor de Statistiek is de ontwikkeling van de werkgelegenheid van gehuwde en alleenstaande vrouwen vergeleken. Vrouwen die ongehuwd samenwonen met een partner, zijn buiten het onderzoek gelaten omdat in de databron niet bekend is of zij een fiscaal partnerschap zijn aangegaan. Naar verwachting is het effect op hun arbeidsparticipatie gelijk aan dat bij gehuwde vrouwen.

De belastingherziening 2001 heeft de prikkel tot het accepteren van betaald werk verhoogd. Zo is in het nieuwe stelsel de basisaftrek vervangen door een heffingskorting. De voormalige basisaftrek van de niet-werkende partner werd overgedragen aan de kostwinner en vormde daar een aftrekpost. Ging de partner zelf werken, dan verviel deze aftrekpost bij de kostwinner. Voor het huishouden betekende dat doorgaans een verliespost omdat het marginale tarief bij de kostwinner hoger was dan bij de werkende partner. De nieuwe heffingskorting is in dit opzicht neutraal; er treedt niet langer een verlies op als de partner een eigen inkomen verkrijgt. Samen met enkele andere specifieke elementen van de belastingherziening verlaagt dit de belastingdruk op de partner met het laagste (potentiële) arbeidsinkomen binnen het huishouden. Een belangrijk doel hiervan is het bevorderen van een hogere werkgelegenheid onder de tweede verdieners in een huishouden. In meerderheid zijn dat vrouwen.

Verschillende simulatiestudies, uitgevoerd rond 2001, hebben laten zien dat de belastingherziening een klein maar positief effect zou kunnen hebben op de arbeidsdeelname van vrouwen met een fiscale partner; deze zou met ongeveer 1%-punt meer kunnen toenemen dan de arbeidsdeelname van alleenstaande vrouwen. Nu de belastingherziening enkele jaren oud is, kan de vraag gesteld worden of een dergelijk effect ook daadwerkelijk is opgetreden. Onderzoek op basis van de Enquête Beroepsbevolking laat zien dat de ontwikkeling van de werkgelegenheid bij de gehuwde vrouwen in overeenstemming is met de prognoses van de eerdere simulatiestudies. De werkgelegenheid onder gehuwde vrouwen is in de periode 2001-2003 gemiddeld met ongeveer 0,6%-punt per jaar sterker gegroeid dan die van de alleenstaande vrouwen, die in de studie als controlegroep dienen. De gecumuleerde extra toename over de drie jaar is met ongeveer 1,8%-punt niet statistisch significant afwijkend van de voorspelde totale toename van ongeveer 1%-punt. De groei is relatief het hoogst onder gehuwde vrouwen zonder jonge kinderen en gehuwde vrouwen met een laag opgeleide partner. De uitkomsten vormen een positief signaal voor één van de doelstellingen van de belastingherziening, namelijk het verhogen van de werkgelegenheid onder vrouwen met een partner.

Zie ook het bijbehorende persbericht.

Een analyse op basis van de Enquête Beroepsbevolking 1992-2003 laat zien dat de herziening een positief effect gehad kan hebben op de groei van de werkgelegenheid van gehuwde vrouwen. In alle beschouwde gevallen wordt namelijk gevonden dat de werkgelegenheid van deze groep na 2001 sneller is gaan groeien dan die van vergelijkbare groepen alleenstaande vrouwen. Hoewel het gevonden effect statistisch niet significant is, wijst het wel in dezelfde richting als de verwachte effecten op basis van ex ante evaluaties.

Daarenboven is het zonder meer duidelijk dat de werkgelegenheid van gehuwde vrouwen sterk toeneemt. Dit vormt een duidelijk positief signaal voor de doelstelling van de emancipatie van niet-werkende partners.

Lees meer over