CPB raamt schade MKZ op 2,8 miljard gulden
Naar actuele inzichten bedraagt de totale schade ongeveer 2,8 miljard gulden. Als gevolg van de MKZ-epidemie zal de prognose voor de economische groei voor 2001 ongeveer 0,3% naar beneden worden bijgesteld. Deze bijstelling wordt, samen met andere nieuwe informatie, betrokken in de nieuwe CPB-ramingen die 29 juni zullen verschijnen.
De landbouw lijdt de meeste schade, in totaal ongeveer 1,2 miljard gulden. Er zijn, in totaal, ongeveer 280.000 dieren vernietigd. Een aantal bedrijven heeft te maken met leegstand. En bijna alle bedrijven hebben extra kosten moeten maken in verband met de maatregelen die met de crisis samenhingen.
De veehouderij is het centrum in een netwerk van toeleverende en verwerkende bedrijven. In het verlengde van de schade in de veehouderij hebben ook deze toeleverende en verwerkende bedrijven schade ondervonden. Hierbij moet niet alleen worden gedacht aan de vee- en vleesverwerkende bedrijven en de zuivel, maar ook aan transportondernemingen, bedrijven die investeringsgoederen aan de landbouw leveren, bouwers en inrichters van stallen enz. Ook bedrijven die aan de verwerkende en toeleverende bedrijven leveren, vallen hieronder. De schade voor deze bedrijven wordt voorlopig op ongeveer 1,1 miljard gulden geschat.
Tot slot is er een derde categorie bedrijven die schade heeft ondervonden. Deze bedrijven staan economisch los van de landbouw. Te denken valt aan bedrijven in de toeristische en recreatieve sfeer, winkels en de bouw. De schade voor deze bedrijven is geschat op per saldo ruim een half miljard gulden.
Deze schade van ruim 0,5 miljard gulden voor niet-landbouw-gerelateerde bedrijven is beduidend minder dan het door MKB-Nederland geschatte bedrag van tussen de 2,5 en 6 miljard gulden. Deze schattingen zijn echter volstrekt niet vergelijkbaar. Om in landbouwtermen te blijven: het is appels en peren vergelijken. Dit heeft drie oorzaken.
Ten eerste heeft het CPB, in tegenstelling tot MKB-Nederland, niet de omzetderving maar de economische schade geschat.
Ten tweede is een groot deel van de door MKB-Nederland geschatte schade, schade van toeleverende en verwerkende bedrijven. Zoals hierboven aangegeven, heeft het CPB deze schade apart geraamd op 1,1 miljard gulden.
En ten derde veronderstelt het CPB dat een groot deel van de door de toeristische en recreatie-sector geleden schade elders of later gecompenseerd wordt: een deel van de afgelaste evenementen zal later plaatsvinden; en een deel van de afgezegde vakanties is in een ander deel van Nederland gehouden. De genoemde ruim 0,5 miljard gulden schade is een saldo van schade bij sommige bedrijven, met name in het getroffen gebied, en voordelen voor andere bedrijven. Ofwel: in het getroffen gebied zal de economische schade voor de niet-landbouw gerelateerde bedrijven groter zijn dan uit de raming van het planbureau naar voren komt.
Op macro-niveau is het effect dan niet zo groot, op micro-niveau kan het effect voor de getroffen gebieden en voor individuele bedrijven wel groot zijn. Een horeca-bedrijf op de Veluwe heeft er weinig aan te weten dat toeristen toch wel hun bestedingen gedaan hebben in andere delen van Nederland. Voor het totale economische effect van MKZ zijn dergelijke compenserende effecten wel van belang.
Eind maart heeft het CPB de eerste voorlopige ramingen van de MKZ-schade gepubliceerd, in een minimum- en een maximum-variant: ergens tussen 0,1% van het bruto binnenlands product (BBP) als de MKZ zich niet verder zou uitbreiden, en 0,75% BBP als de MKZ-epidemie proporties zou aannemen zoals in het Verenigd Koninkrijk.