Roads to recovery, hoofdstuk 8: Drie wegen naar herstel
De Grote Recessie heeft de Nederlandse en Europese economieën hard getroffen, maar het herstelvermogen is nog steeds aanwezig. De arbeidsproductiviteit kan weer net zo hard groeien als voor de crisis, de consumptie trekt aan en de werkloosheid zal geleidelijk dalen. De overheid profiteert hiervan met een herstel van het EMU-saldo en een lagere schuld. Dit herstel kan echter in de kiem gesmoord worden als huishoudens en overheden, in Nederland en Europa, vooral sparen en weinig uitgeven.
Dit hoofdstuk werkt dit toekomstperspectief uit in drie scenario’s die gezamenlijk een beeld schetsen van de economische ontwikkeling in de komende tien jaar. De eerste bepalende factor in de economische ontwikkeling is het productievermogen in Nederland en Europa. Technologische vooruitgang is tijdelijk geremd door de crisis, maar kan in de komende jaren herstellen. Hoe sterk de technologie zich zal ontwikkelen is onzeker. Voor de crisis groeide de arbeidsproductiviteit in Nederland gemiddeld 1,4% per jaar. In de scenario’s gaan wij uit van een potentiële groei van 1 à 1¾% in de komende tien jaar. Tweede factor in het productievermogen is de werkgelegenheid. De groei zal in de komende jaren vooral vanuit het herstel op de arbeidsmarkt moeten komen, waarbij werkloze en ontmoedigde werknemers terugkeren in het arbeidsproces. Door vergrijzing en afnemende participatiegroei van vrouwen groeit het arbeidsaanbod nauwelijks meer.
De binnenlandse en buitenlandse bestedingen vormen de tweede bepalende factor in de ontwikkeling van de economie in de komende tien jaar. Deze bestedingen hangen in de eerste plaats af van het beschikbaar inkomen. Als de productiegroei hoog is zal ook het inkomen van huishoudens groot zijn en groei van consumptie mogelijk maken. De inkomsten van overheden nemen toe, wat zij kunnen aanwenden voor schuldaflossing, lastenverlichting of extra uitgaven. De tweede belangrijke factor is de ontwikkeling van het vermogen. Als het vermogen zich niet of nauwelijks herstelt, bijvoorbeeld doordat de huizenprijzen niet groeien of zelfs verder dalen, zullen huishoudens via extra besparingen hun negatieve vermogen aanzuiveren en minder besteden. Tegenvallende vraag vanuit huishoudens en overheden kunnen voor uitstel zorgen van het herstel van de economie.
Onderstaande tabel geeft een cijfermatig overzicht van de drie scenario’s. In 'aantrekkend herstel' scenario groeit de economie uitbundig met 2½% per jaar. De arbeidsmarkt herstelt zich en de werkloosheid daalt richting 4%. Het inkomen van huishoudens is hoog en de noodzaak tot sparen gering, zodat de consumptie groeit met 1¾%. Ook in het 'gematigd herstel' scenario herstelt de arbeidsmarkt zich, maar groeien productie en bestedingen op een lager pitje, met een gemiddelde groei van 1½% respectievelijk 1%. In het 'uitgesteld herstel' scenario trappen overheden (in Europa) en huishoudens (in binnen- en buitenland) op de rem. De consumptie van Nederlandse huishoudens groeit niet; de groei die er nog is moet grotendeels uit het buitenland komen. Het overheidstekort loopt in dit scenario op richting 3% en de staatsschuld stijgt, terwijl het omgekeerde gebeurt in de gematigd en aantrekkend herstel scenario’s.