21 december 2020

Aanpassing overdrachtsbelasting lokt gedragseffecten uit

Op 1 januari 2021 verandert de overdrachtsbelasting voor het kopen van woningen. Voor starters gaat de belasting omlaag, en voor beleggers en mensen die een tweede huis kopen omhoog. Dit maakt het aantrekkelijk om het moment van overdracht te verschuiven, om zo van het laagste tarief te profiteren. Is dat gedrag waarschijnlijk?

Een eerdere aangekondigde verhoging van de overdrachtsbelasting, in 2012, laat zien dat huishoudens inderdaad hun gedrag aanpassen als zij een verhoging verwachten. Op 1 juli 2011 werd de overdrachtsbelasting, onverwacht, verlaagd van zes naar twee procent voor de periode van één jaar. Pas laat in het voorjaar van 2012 werd bekend dat deze verlaging permanent zou blijven na 1 juli 2012. Huishoudens die in het voorjaar van 2012 koopovereenkomsten sloten gingen er op dat moment van uit dat de belasting zou stijgen. Ze hadden daarmee een prikkel om ervoor te zorgen dat de overdracht vóór 1 juli 2012 plaats zou vinden. Dit zien we ook terug in de transactiedata. In juni 2012 zien we twee keer zo veel trans­acties op de woningmarkt als verwacht. In de maanden na juni 2012 zijn er juist minder transacties.

We zien geen verschuiving van de transacties rondom de verlaging van het tarief in 2011. Dit is logisch omdat deze verlaging onverwacht kwam. Op 1 juli 2011 werd de verlaging aangekondigd en tevens met terugwerkende kracht vanaf 15 juni 2011 ingevoerd. Hierdoor konden huishoudens niet anticiperen op de maatregel en er dus ook niet voor zorgen dat de overdracht pas na de tariefverlaging plaats zou vinden.

Auteurs

Fien van Solinge
Clemens Fiedler