14 november 2011

Europa in crisis: Literatuurverwijzingen

Een overzicht per hoofdstuk.

Hoofdstuk 1: "Prijs de dag niet voor het avond is"

  • André Szász, 1999, 'The Road to European Monetary Union', New York, St. Martin’s Press Inc.
    Een prachtige historische terugblik op de totstandkoming van de Europese Monetaire Unie.
  • Lars Johnung, 2009, 'Lessons from the Nordic Financial Crisis', The Great Financial Crisis in Finland and Sweden: The Nordic Experience of Financial Liberalization, edited by Lars Jonung, Jaakko Kiander and Pentti Vartia, Edward Elgar.
    De lessen uit de Scandinavische bankencrisis rond 1991.
  • Barry Eichengreen, 1992, 'Should the Maastricht treaty be saved', Princeton Studies in International Finance, nr. 74.
    Een vroeg overzicht van de belangrijkste risico’s van het Verdrag van Maastricht.
  • David Folkerts-Landau, Peter M. Garber, 1992, 'The European Central Bank: A Bank or a Monetary Policy Rule', NBER Working Papers 4017.
    Welke gevolgen heeft de integratie van financiële markten voor het toezicht op banken?
  • Lans Bovenberg en Andre de Jong, 1996, 'De EMU: het hoe en waarom', ESB, nr. 4057, pp. 420. 
    Oude CPB-studie naar de institutionele gebreken van de voorgestelde EMU.
  • Kash Mansori, 2011, 'What Really Caused the Eurozone Crisis? (Part 1)', The Street Light blog.
    Een scherpe blog: de oorzaak van de crisis ligt niet alleen bij uit de overheidsbegroting van de perifere eurolanden.

naar boven 

Hoofdstuk 2: "Made in Europe"

  • Philippe Aghion en Rachel Griffith, 2005, ‘Competition and Growth’, MIT Press.
    Een toegankelijke beschrijving van de effecten van meer concurrentie op productiviteit en innovatie, zowel theoretisch als empirisch.
  • Committee for the Study of Economic and Monetary Union, 1989, ‘Report on economic and monetary union in the European Community, (Delors-rapport).
    Het centrale beleidsdocument voor de vorming van de EMU en de euro.
  • CPB/SCP, 2006, ‘Marktplaats Europa, vijftig jaar publieke opinie en marktintegratie in de Europese Unie’, Europese Verkenning 5.
    De ontwikkeling van de interne markt en de effecten daarvan op de markten voor goederen en diensten en voor personen en kapitaal.
  • Bas Straathof, Gert-Jan Linders, Arjan Lejour en Jan Möhlmann, 2008, ‘The internal market and the Dutch Economy: implications for trade and economic growth, CPB Document 168.
    Berekening van het voordeel van de interne markt.
  • Mancur Olson, 1982, ‘The Rise and Decline of Nations: Economic Growth, Stagflation, and Social Rigidities’,New Haven: Yale University Press. New Haven: Yale University Press.
    Klassieker: het ontstaan van belangengroepen en hun effect op de economische groei.
  • Philippe Aghion, Richard Blundell, Rachel Griffith, Peter Howitt en Susanne Prantl, 2004, ‘Entry and Productivity Growth, Evidence from Microlevel Panel Data’, Journal of European Economic Association 2 (2–3): 265–276.
    Dit is het wetenschappelijke artikel waarin aangetoond wordt dat de economische hervormingen in Engeland en het interne markt programma van de EU tot veel meer concurrentie en productiviteitsgroei in de Britse industrie heeft geleid.
  • Harald Badinger, 2005, ‘Growth Effects of Economic Integration: Evidence from the EU Member States (1950-2000)’, Review of World Economics/Weltwirtschaftliches Archiv, vol. 141, no. 1, pp. 50-78.
    In dit artikel wordt aangetoond dat de voordelen van economische integratie voor de meeste Europese landen erg groot zijn.
  • Richard Blundell, Rachel Griffith en John van Reenen, 1999, ‘Market Share, Market Value and Innovation in a Panel of British Manufacturing Firms, Review of Economic Studies, Vol.66, no.4, 1999.
    Deze auteurs laten zien dat meer concurrentie over het algemeen ook tot meer innovatie leidt voor een steekproef van Britse bedrijven.
  • Tito Boeri en Herbert Brücker (2005), ‘Why are Europeans so tough on migrants?’, Economic Policy, jaargang. 44, p. 629-704.
    Dit is een illustratie dat migratie binnen Europa tot beperkte welvaartswinsten kan leiden.
  • Roland de Bruijn, Henk Kox en Arjan Lejour, 2008, ‘Economic Benefits of an Integrated European Market for Services’, Journal of Policy Modeling, vol. 30, no. 2, pp. 301-319.
    Een CPB analyse dat de invoering van de Dienstenrichtlijn tot fors meer intra-EU handel en investeringen kan leiden.
  • Egger, P. en M. Pfaffermayr (2004a), ‘Foreign Direct Investment and European Integration in the 1990s’. In: World Economy, jg. 27, nr. 1, p. 99-110.
    Een voorbeeld van een economische analyse die laat zien dat het vrij verkeer van kapitaal in Europa tot een hoger inkomen heeft geleid.
  • ELFAA (European Low Fares Airlines Association), 2004, ‘Liberalisation of European Air Transport’.
    Dit document beschrijft de liberaliseringstappen van  de Europese Commissie in de jaren negentig voor de luchtvaart.
  • Europese Commissie (1988), ‘Europe 1992, The overall challenge’. Brussel: Europese Commissie Communication (Communication sec(88) 524 final).
    Het Europese beleidsdocument over de stappen van het interne markt programma dat tot een voltooide interne markt in 1992 moet leiden.
  • Europese Commissie, 2002, ‘The Macroeconomic Effects of the Single Market Programme after ten Years’.
    Een analyse van de Europese Commissie dat het interne markt programma in 1992 tot meer inkomen en werkgelegenheid heeft geleid.
  • Europese Commissie, 2006, ‘Amended Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on Services in the Internal Market’, Document Com (2006) 160 Final, Brussels.
    Het herziene commissievoorstel over de Dienstenrichtlijn.
  • Jeffrey Frankel en David Romer, 1999, ‘Does Trade Cause Growth?’, The American Economic Review, vol. 89, no. 3, pp. 379-399.
    Een klassieke analyse over de  empirische relatie tussen de openheid van een economie en economische groei.
  • London School of Economics (2002), ‘Quantification of the Macroeconomic Impact of Integration of EUFinancial Markets’.
    Een voorbeeld van een analyse van de integratie van financiële markten en de positieve gevolgen op inkomen.
  • Gregory Mankiw, David Romer and David Weil, 1992, ‘A Contribution to the Empirics of Economic Growth’, Quarterly Journal of Economics, vol. 107, no. 2, pp. 407-437.
    Een klassieke empirische wetenschappelijke analyse over de determinanten van economische groei.
  • Gianmarco Ottaviano, Daria Taglioni en Filippo Mauro, 2009, ‘The euro and the competitiveness of European firms’, Economic Policy: 5-53.
    Deze auteurs concluderen dat bedrijven meer concurrerend zijn geworden als gevolg van de gemeenschappelijke munt.
  • Klaas Pel, 2003, ‘Prijsvechten en netwerken in de Europese Luchtvaart’, Economische Statistische Berichten nr 4404, 23 mei.
    Dit artikel beschrijft de ontwikkelingen in de Europese luchtvaart en vooral de rol van prijsvechters.
  • Jacques Pelkmans, 2010, ‘European Integration: Methods and Economic Analysis’, Longman (derde druk).
    Een standaard tekstboek over geschiedenis van Europese integratie met een economische analyse.
  • Lars-Hendrik Röller, 2011, ‘Challenges in EU Competition Policy’, Empirica 38: 287-314.
    De auteur geeft een mooi overzicht het het Europese mededingingsbeleid en de uitdagingen waarvoor dit beleid staat de komende tijd.
  • Andre Sapir e.a. (2004), ‘An Agenda for a Growing Europe: the Sapir Report’, Oxford University Press.
    De bekende publicatie van Andre Sapir en een aantal collega’s over de oorzaken van de mislukte Lissabon strategie sinds 2000. Het biedt ook een aantal suggesties voor verbeteringen.
  • Andre Szasz, 1999, ‘The Road to European Monetary Union’, Palgrave MacMillan.
    Deze oud-directeur van DNB geeft een interessant doorkijkje in de beleidsvoorbereiding van de introductie van de euro.
  • Margaret Thatcher, ‘Speech to the College of Europe ("The Bruges Speech")’.
    Dit is de bekende speech van premier Thatcher, waarin ze de onafhankelijke positie van het Verenigd Koninkrijk claimt en geen Europese inmenging duldt op het terrein van arbeidsrechten en sociale rechten.
  • Jan Tinbergen,1962, ‘Shaping the World Economy’, The Twentieth Century Fund, New York.
    Een verwijzing naar het originele werk van Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen met het graviteitsmodel.

naar boven 

Hoofdstuk 3: "De baten van de euro"

naar boven 

Hoofdstuk 4: "De financiële sector als Europees zorgenkind"

naar boven 

Hoofdstuk 5: "Schuld en boete"

naar boven 

Hoofdstuk 6: "Waarom lost een land zijn schulden af?"

  • Tamim Bayoumi, Morris Goldstein en Geoffrey Woglom, 1995, ‘Do Credit Markets Discipline Sovereign Borrowers?, Evidence from U.S. States’,Journal of Credit, money and banking, vol. 27(4), pp 1046-1059.
    Laat zien dat de rente voor Amerikaanse staten toeneemt met hun staatsschuld en afneemt met grondwettelijke beperking op het financieringstekort.
  • Paul De Grauwe, 2011, ‘Managing a Fragile Eurozone’, CESifo Forum, vol. 12(2), pp. 40-45.
    Waarom heeft Spanje meer last van de crisis dan het VK terwijl het een lagere staatsschuld heeft?
  • Kris James Mitchener en Marc D. Weidenmier, 2005, ‘Supersanctions and Sovereign Debt Repayment, NBER Working Paper 11472.
    Welke sancties hebben schuldeisers om landen te dwingen om hun schulden terug te betalen?
  • Ugu Panizza, Federico Sturzenegger en Jeromin Zettelmeyer, 2009, ‘The Economics and Law of Sovereign Debt and Default, Journal of Economic Literature, vol. 47(3), pp. 1-47.
    Overzichtsstudie over staatsschuld: waarom betalen landen terug? Wanneer stoppen ze ermee?
  • Lorenzo Bini-Smaghi  2011, ‘Sovereign risk and the Euro’, Speech gehouden bij de London Business School op 9 februari 2011.
    ECB-directielid Lorenzo Bini-Smaghi legt uit waarom een euroland als Griekenland zijn schuld niet mag herstructureren.

naar boven 

Hoofdstuk 7: "Europa als crisismanager"

naar boven 

Hoofdstuk 8: "Duitsland: reus zonder richting"

naar boven 

Hoofdstuk 9: "Onder druk wordt alles vloeibaar"

naar boven 

 

Downloads

Contactpersonen