Risicorapportage Financiële markten 2021
Op verzoek van de Tweede Kamer, op aanbeveling van de Commissie-De Wit, schrijft het CPB sinds 2012 een jaarlijkse risicorapportage financiële markten. Doel van deze rapportage is het in kaart brengen van de belangrijkste risico’s in het financiële stelsel die kunnen doorwerken op de reële economie en vice versa. De focus ligt op de risico’s voor de Nederlandse economie en financiële sector. Daarnaast noemen we ook de belangrijkste risico’s die in Europa en mondiaal spelen indien deze een effect hebben op Nederland. De aandachtspunten van deze rapportage liggen vooral bij de risico’s die door de COVID-19-pandemie zijn veroorzaakt of versterkt. De belangrijkste risico’s uit de afgelopen risicorapportages staan overigens ook nog steeds overeind. We geven vooral een breed overzicht welke risico’s spelen. We zien af van een expliciete weging van de risico’s en hun impact omdat dit per risico verschilt en de risico’s daarnaast nog met elkaar verweven zijn.
De steunmaatregelen hebben het aantal bedrijven met een kwetsbare solvabiliteitspositie begrensd. We hebben de gevolgen van de coronacrisis op balansen van het Nederlandse mkb becijferd. We modelleren voor deze analyse hoe balansen zich gedurende het hele jaar 2020 hebben ontwikkeld. Uit onze scenario’s blijkt dat, indien bedrijven geen gebruik hadden gemaakt van de steunmaatregelen, het aantal mkb-bedrijven met een negatieve solvabiliteitspositie circa 2%-punt hoger was geweest dan in het scenario zonder coronacrisis.
Door de steunmaatregelen wordt die toename beperkt tot circa 0,2%-punt. Een negatieve solvabiliteit zien wij als risicovol, omdat een bedrijf daardoor potentieel failliet kan gaan. De solvabiliteitsposities van bedrijven in de horeca zijn door de steunmaatregelen het sterkst verbeterd: zonder steunpakketten zouden er ten minste 10%-punt meer horecabedrijven zijn geweest met een risicovolle solvabiliteitspositie dan in een ‘normaal’ jaar zonder coronacrisis. Door de steunmaatregelen wordt dit voor de horeca beperkt tot ongeveer 3%-punt.
Onze inschatting van de solvabiliteitsposities kent beperkingen. We maken gebruik van financiële gegevens van bedrijven, gecombineerd met data over het gebruik van steunmaatregelen. Deze benodigde data is alleen beschikbaar voor bv’s. Hierdoor ontbreekt bijvoorbeeld een aanzienlijk deel van de horecabedrijven en vrijwel alle ‘zzp’ers’, omdat deze vaak als rechtsvorm eenmanszaak hebben. Ook ontbreken gegevens over kosten die bedrijven gemaakt hebben, waardoor we die hebben geschat. Deze inschatting is optimistisch te noemen, omdat wij veronderstellen dat bedrijven (met het oog op omzetverlies) kosten verlagen, zoals ze dat ook in een ‘normaal’ jaar zouden hebben gedaan. Het is denkbaar dat bedrijven ‘semi-variabele’ kosten, doordat contracten nog doorlopen, niet hebben kunnen verlagen. Het aantal kwetsbare bedrijven zou in dat geval hoger zijn geweest. Ten slotte beschouwen wij de periode tot en met december 2020. Sindsdien zijn additionele lockdowns afgekondigd, waardoor solvabiliteitsposities vermoedelijk verder zijn verslechterd.
Kernkapitaalratio’s van Nederlandse banken worden slechts (zeer) beperkt geraakt ten gevolge van de coronacrisis. De gevolgen voor de kernkapitaalposities van Nederlandse banken, door blootstelling (via bedrijfsleningen) aan mogelijk insolvabele bedrijven, blijven zeer beperkt. Dat resultaat is hoofdzakelijk gedreven door de relatief lage blootstelling aan sectoren met de meeste kwetsbare bedrijven. Deze conclusie volgt uit een herkalibratie van de bankenanalyse uit 2020 . De gemiddelde kernkapitaalratio daalt naar verwachting per eind 2020 met 0,6%-punt (ten opzichte van 16,2%) en blijft gemiddeld ruim boven de 15%.