This publication is in Dutch, there is no English translation!

Modellen

Het CPB gebruikt verschillende economische modellen. Deze modellen zijn een belangrijk hulpmiddel bij het maken van ramingen en beleidsanalyses. Op deze pagina vindt u meer informatie over wat modellen zijn, hoe het CPB de verschillende modellen gebruikt en de kwaliteit hiervan waarborgt.

Wilt u meer weten over de specifieke modellen die het CPB gebruikt? Bekijk dan het modellenoverzicht

Wat zijn economische modellen?

Modellen zijn een versimpelde weergave van de werkelijkheid en helpen ons om complexe economische verbanden beter te begrijpen. Een model is een set van regels code in een softwareprogramma (meestal R) die op een gestructureerde manier allerlei soorten gegevens verwerkt, zoals recente macro-economische ontwikkelingen of gedetailleerde huishoudensinformatie. Het doet dit op basis van verbanden die we in het verleden hebben gezien of op basis van economische wetenschappelijke theorie. Een model is zeker geen voorspelmachine, waar we gegevens in stoppen en afwachten wat eruit komt. Een model moet gezien worden als een hulpmiddel om economische effecten te kunnen inschatten en duiden. 

Het is goed om te beseffen dat er niet één soort model bestaat. Bij het Centraal Planbureau (CPB) hebben we allerlei soorten modellen, van modellen die de hele economie beschrijven tot modellen die zich heel specifiek toespitsen op de effecten van een bepaald type maatregelen. Vrijwel alle modellen zijn op en door het CPB ontwikkeld en in beheer. Soms werken we samen met andere instituten, zoals het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) of ministeries.

Wat voor modellen heeft het CPB?

Het CPB gebruikt verschillende soorten economische modellen. Een aantal hiervan zetten we op reguliere basis in voor ramingen en/of doorrekeningen. Ook zijn er modellen die we voor specifieke beleidsanalyses gebruiken, of die geschikt zijn voor scenario-analyses. We onderscheiden op hoofdlijnen drie typen modellen: 

  • Macromodellen: macro-economische modellen beschrijven de werking van de gehele economie. Dit gebeurt op geaggregeerd niveau: ze beschrijven niet het gedrag van individuele personen of bedrijven, maar kijken naar bijvoorbeeld de totale consumptie van huishoudens of investeringen van bedrijven. Deze modellen richten zich specifiek op Nederland of zijn juist internationaal gericht op bijvoorbeeld de handel tussen landen. 

    Het bekendste macromodel van het CPB is Saffier 3.0; we gebruiken dit model voor de ramingen van de Nederlandse economie op korte en middellange termijn. Daarnaast zetten we het in voor beleidsanalyses, zoals voor de doorrekening van verkiezingsprogramma’s. Ook NiGEM, het Handelsmodel, Gamma en het Woningprijsmodel zijn voorbeelden van macromodellen die het CPB gebruikt. 
     
  • Micromodellen: micro-economische modellen beschrijven het gedrag van of de gevolgen van veranderingen van beleid of in de economie voor individuen. Vaak zijn dit personen, huishoudens of bedrijven. Veel beleid pakt namelijk anders uit voor verschillende individuen. We maken hierbij gebruik van microdata van het CBS als input voor de modellen. 

    Een voorbeeld van een micromodel dat het CPB gebruikt is Mimosi, dat voor 100 dzd individuele huishoudens het bruto- en netto-inkomen berekent. Zo kunnen we zien hoe maatregelen in de sociale zekerheid of de fiscaliteit uitpakken voor verschillende huishoudens, afhankelijk van kenmerken zoals inkomen, huishoudenssamenstelling en woonsituatie. Andere voorbeelden van micromodellen van het CPB zijn Micsim en het Eigenbetalingenmodel.
     
  • Boekhoudkundige modellen: deze modellen sluiten aan bij de boekhouding van met name de overheidsbegroting, en vertalen economische ontwikkelingen naar budgettaire gevolgen. Boekhoudkundige modellen beschrijven in het algemeen geen gedrag van individuen of de economie.

    Het EMU-model raamt het overheidssaldo en de overheidsschuld. Daarvoor moet het model maar liefst drie boekhoudingen van de overheidsbegroting op elkaar aan laten sluiten. Dat gaat om de boekhouding zoals gebruikt in de nationale rekeningen (CBS), die aansluit op de macromodellen; om de boekhouding van het ministerie van Financiën in de Miljoenennota; en om de uitsplitsing van de collectieve uitgaven naar functies. De uitgavenfuncties sluiten aan op een internationale standaardclassificatie van verschillende overheidsuitgaven. Andere voorbeelden van boekhoudkundige modellen zijn Taxus, voor belastinginkomsten, en Zoem, voor zorguitgaven. 
     
  • Zijlichten: zijlichten zijn ondersteunende en kleinere tijdreeksmodellen die vaak een onderdeel van de economie voorspellen, bijvoorbeeld op basis van machine learning. We gebruiken zijlichten voor onder andere de ramingen van de arbeidsmarkt, de woningmarkt, lonen en prijzen en economische groei. 

Waarom gebruiken we modellen (niet)?

Modellen zijn een onmisbaar hulpmiddel bij het maken van ramingen, doorrekeningen en beleidsanalyses. Modellen zijn in staat om complexe en onderlinge verbanden in een analyse mee te nemen, waarbij ze ook rekening houden met tweede- en derde-orde-effecten. Bovendien zorgt een model altijd voor een sluitende boekhouding, waardoor bijvoorbeeld in het macromodel inkomen en productie van Nederland aan elkaar gelijk zijn. Dit voorkomt dat er in de berekeningen geld wordt uitgegeven zonder dat dat ergens anders verdiend wordt. Tot slot garanderen modellen consistentie: eenzelfde impuls leidt tot eenzelfde uitkomst. Dit is zeker cruciaal in het geval van een doorrekening, waarbij we verschillende partijen met elkaar vergelijken.

Modellen kunnen niet als een voorspelmachine worden ingezet. Modellen zijn per definitie versimpeld, wat betekent dat ze altijd bepaalde gegevens en verbanden buiten beschouwing laten, ook als deze in werkelijkheid relevant kunnen zijn. Ook zijn de uitkomsten van een model afhankelijk van wat je erin stopt. Bovendien zijn modellen in het algemeen minder betrouwbaar in crisissituaties en ingrijpende beleidswijzigingen. De meeste modellen zijn gekalibreerd op data uit het verleden en daarmee vooral geschikt voor normale conjuncturele schommelingen en beperkte aanpassingen van het huidige beleid.

Het is daarom essentieel om ons bewust te zijn van de beperkingen van de modellen, en telkens opnieuw af te vragen of een model voor een bepaalde situatie of analyse geschikt is. Ook is het belangrijk om te analyseren of uitkomsten plausibel zijn. Waar nodig sturen we modeluitkomsten op basis van expert judgement bij. Hiervoor gebruiken we onder andere zijlichten. 

Hoe verhouden de verschillende modellen zich tot elkaar? 

Het CPB heeft verschillende modellen met verschillende toepassingen. Voor sommige vraagstukken gebruiken we één model, maar vaak zetten we meerdere modellen in die elkaar aanvullen. Hierbij geldt dat de uitkomsten van het ene model de input voor het andere model zijn. 

Tijdens ramingen werken veel verschillende modellen samen. Zo bepaalt het ene model (NiGEM) de ontwikkeling van de relevante wereldhandel, en die is weer van invloed op de Nederlandse economie in Saffier. We draaien modellen niet alleen na elkaar, maar laten ze ook samenwerken om zo te kunnen zien waar nog verschillen of onduidelijkheden zitten. We doen dit net zo lang tot er een consistent beeld ontstaat. De informatie uit gespecialiseerde modellen zoals Taxus en Zoem verhoogt hierbij de kwaliteit van de macro-raming in Saffier.

Ter illustratie geven we een voorbeeld van hoe modellen samenwerken (zonder een volledige weergave van de effecten te geven). Meer zorguitgaven leiden tot een lager overheidssaldo (EMU-model) en meer banen in de zorg (Zoem). Dit verlaagt de werkloosheid (Saffier) en daarmee de werkloosheidsuitkeringen (Mimosi), verhoogt de belastingopbrengsten (Mimosi en Taxus) en verbetert het overheidssaldo deels (EMU-model). De hogere belastingen verminderen weer het beschikbaar inkomen van huishoudens en daarmee de consumptie (Saffier). Dat remt de extra belastinginkomsten (Mimosi en Taxus) en verlaagt het overheidssaldo weer wat (EMU-model).

Hoe bewaken we de kwaliteit van CPB-modellen?

We stellen hoge eisen aan de kwaliteit, transparantie en ontwikkeling van modellen die het CPB gebruikt. Regelmatig houden we de aannames van de modellen tegen het licht, aan de hand van nieuwe wetenschappelijke inzichten of recentere data. Ook maken we regelmatig trefzekerheidsanalyses voor intern en extern gebruik, waarbij we de ramingen en realisaties met elkaar vergelijken. Waar mogelijk toetsen we onze modellen aan die van zusterinstituten in binnen- en buitenland. 

Bovendien zorgen we voortdurend voor verbeterde transparantie van onze modellen, bijvoorbeeld door modelbeschrijvingen te publiceren en te communiceren over toepassingen en beperkingen van modelgebruik. Ook stellen we intern eisen aan onze modellen om te borgen dat de modellen goed over te dragen zijn en consistent blijven, ook bij een wisseling van mensen. 

Meer weten over modellen? 

Wilt u meer weten over economische modellen? Ter ere van het 75-jarig bestaan van het CPB is filosoof Bas Haring in het hoe en wat van de CPB-modellen gedoken. Op basis van zijn bevindingen heeft hij het boekje Wat willen die lui? geschreven. Meer uitleg over de CPB-ramingen is te vinden in onderstaande video.

Contacts