Effecten afschaffing doorsneesystematiek: een ALM-analyse
Lees ook de bijbehorende notitie.
De effecten van afschaffing van de doorsneesystematiek zijn nu bepaald met een stochastisch ALM-model, dat een pensioenfonds met een FTK-contract simuleert. De veranderingen in netto profijt van deelname aan de pensioenregeling (uitgedrukt in % van het aanvullend pensioen) zijn vergelijkbaar met die in eerdere studies uit 2013 en 2015, waarin een eenvoudig pensioencontract werd gehanteerd.
De totale afname van pensioenopbouw voor bestaande deelnemers aan uitkeringsovereenkomsten en premieovereenkomsten samen bedraagt in deze studie ongeveer 60 mld euro. Deze afname werd in de eerdere studies becijferd op ongeveer 100 mld euro. De gemiste opbouw valt nu lager uit doordat er is gerekend met een lagere rente. Bovendien is de premie-inleg in de scenario’s met en zonder doorsneesystematiek in deze studie hetzelfde, om de afname van pensioenopbouw voor bestaande deelnemers te beperken. De jongste en de toekomstige deelnemers bouwen bij voortzetting van deze premie-inleg daarmee een hoger pensioen op dan in het huidige stelsel. In de eerdere studies werd de pensioenambitie constant gehouden en de premie verlaagd, omdat afschaffing van de doorsneesystematiek het cumulatieve rendement verhoogt. De premie van jongeren wordt immers niet meer deels aangewend ten behoeve van de opbouw van oudere actieven.
De gemiste pensioenopbouw door afschaffing van de doorsneesystematiek komt in totaal overeen met 40% van de jaarlijkse pensioengrondslag. Volledige inhaal vergt een extra premie-inleg van bijvoorbeeld 1,6% gedurende 25 jaar. Extra premie-inleg dempt de afname van pensioenopbouw van benadeelde generaties, maar legt een last bij de generaties die deze premie opbrengen.
De gemiste pensioenopbouw voor bestaande deelnemers valt lager uit als de afschaffing van de doorsneesystematiek samenvalt met overgang naar een nieuw pensioencontract met minder bufferopbouw dan in het huidige FTK-contract.