Keuzebeperking helpt welvaart
Marcel Timmer
onderdirecteur of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy AnalysisWant stel dat de verkoop van grote en snelle auto’s wordt verboden. Mijn tegenligger wordt daar ongelukkig van. Net als ik ook minder gelukkig was met mijn Citroën. Keuzebeperking verlaagt je welvaart. Verschillende consumenten geven om verschillende dingen. Daarom is een grote mate aan variëteit en keuzevrijheid in de economie wenselijk. Het consumptiegedrag van Oost-Duitsers na de Wende is daarbij exemplarisch. In de voormalige DDR (Deutsche Demokratische Republik) was de keuze aan goederen zeer beperkt. Het socialistische productiesysteem bleef in kwaliteit en variëteit ver achter bij het West-Duitse systeem. De daaruit voortvloeiende onvrede bij de bevolking vormde gaandeweg een steeds groter probleem voor de politieke machthebbers. Men snakte naar wat anders [zie Landsman 2005]. Na de val van de muur werd de Oost-Duitse eentonigheid in de huishoudens dan ook rap vervangen door nieuwe westerse producten. Keuzebeperking had de welvaart lang genoeg verlaagd, vonden de meeste Oost-Duitsers. Het is de menselijke natuur.
Welvaart bevorderen
Maar deze redenering is te simpel: inperking van keuzegedrag kan de welvaart ook bevorderen. We ervaren dat dagelijks. Auto’s mogen bijvoorbeeld maximaal 2,55 meter breed zijn. Bredere kun je niet kopen. Iedere autorijder heeft baat bij deze inperking: je zal maar geconfronteerd worden met een 4 meter brede tegenligger. Door middel van regulering creëert de overheid een evenwicht waarin iedereen zich uiteindelijk beter af voelt. Zo ook veiligheidsregulering: de mogelijke schade die je andere verkeersgebruikers kunt berokkenen als je remmen niet deugen is fors. Auto’s zijn daarom aan strenge veiligheidsnormen onderworpen. Sommige Indiase en Chinese auto’s voldoen hier niet aan en mogen hier dan ook niet verkocht worden. Al zou je het misschien wel willen, want ze zijn veel goedkoper dan Europese wagens. Zelfs de meest verstokte liberaal erkent hier het nut van regulering en keuzebeperking voor welvaart.
Verdelingseffecten
Dit principe wordt breder toegepast. Zo heeft de Europese Unie in het streven om CO2-uitstoot te verminderen Ecodesign-regels voor lampen, televisies, stofzuigers, vaatwassers en boilers ontworpen, met strenge eisen aan energiegebruik [zie Frederik 2022]. Er zijn maar weinig consumenten die daarover klagen: er blijft keus en variëteit genoeg. Hoge baten, lage kosten. Maar niet altijd is het evident dat de baten van regulering de kosten te boven gaan. Sunstein [2024] geeft een mooi overzicht van de stand van het economisch denken hierover. Het grootste probleem in deze zogeheten maatschappelijke kosten- en batenanalyses (MKBA) van regulering is dat de verdeling van de kosten vaak anders is dan de verdeling van de baten. Het verminderen van uitlaatgassen door filters is een kostenpost voor de autobezitter, maar een gezondheidsbaat voor omwonenden van de ringweg. Nog complexer wordt de weging als de baten vooral toekomstige generaties toevallen, zoals bij dreigende uitputting van grondstoffen of de opwarming van de aarde. Of als de effecten vooral elders te voelen zijn. Zo heeft het Europese parlement onlangs nieuwe regels goedgekeurd die de EU in staat stelt de verkoop, import en export van goederen te verbieden die onder dwangarbeid elders in de wereld zijn gemaakt [zie hier]. Mensenrechtenschending wordt nu als een nieuwe grond voor regulering voorgesteld, naast milieu- en veiligheidsoverwegingen.
Rechtvaardig
De reikwijdte van de mee te nemen kosten en baten, hun verdelingen en de weging van dit alles is onderwerp van de politieke discussie. De intrekking van het geplande (de facto) verbod op gasgestookte cv-ketels in woningen geeft aan dat dit kan schuiven. Naast de belangen van huishoudens heeft de overheid daarbij ook te maken met die van producenten. Invoering van Ecodesign-regels op apparatuur werd door de Europese industrie gesteund: het stelde hen in staat om de goedkopere Aziatische concurrentie voor te blijven. Maar pogingen om CO2-uitstoot door auto’s te reguleren stuiten daarentegen op stevige weerstand, want daar lijkt het omgekeerde waar te zijn en loopt de Europese technologie achter [zie hier].
Het is in ieder geval duidelijk dat de discussie allang niet meer erom draait óf, maar in welke richting we ons consumptiegedrag collectief willen beperken om welvaart te bevorderen. Daarbij zal invulling gegeven moeten worden aan het begrip rechtvaardigheid: wiens belangen worden gewogen en met welk gewicht? Rest mij dus de vraag: hoe rechtvaardig vind ik het eigenlijk dat mijn tegenligger diens droom mocht vervullen?
- more about Marcel
Marcel Timmer
onderdirecteur of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
- more about Marcel
Recent CPB columns
- Van wie is de ruimte? - Jeroen Hinloopen
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos
- Misverstanden plagen aanpak van productiviteit - Pieter Hasekamp