Zelfstandigen en hun alternatieven voor sociale zekerheid
Lees ook de CPB Policy Brief 'Zelfstandigen en arbeidsongeschiktheid'.
Zijn de zelfstandigen in Nederland de ‘dagloners van de 21e eeuw’ of de ‘zelfbewuste zelfstandigen’? Beide archetypen komen voor, maar geen van beide doet recht aan de verscheidenheid van de groep. Bij het publieke debat over de rol van zelfstandigen in de sociale zekerheid is het zinvol om te beseffen dat inmiddels sprake is van grote diversiteit binnen de groep zelfstandigen. Door de groei van het aandeel zzp’ers is ‘de zelfstandige’ niet meer te vangen met één archetypisch beeld. Daarnaast is het onderscheid tussen zelfstandigen en werknemers steeds minder evident geworden.
Dat is een van de bevindingen van het vorig jaar gepubliceerde interdepartementale beleidsonderzoek naar zzp’ers (IBO-ZZP, zie Ministerie van Financiën, 2015). Daarnaast vinden zij dat het bruto inkomen van zelfstandigen gemiddeld lager is dan van werknemers, maar dat het besteedbaar inkomen vergelijkbaar is vanwege de verschillen in belasting, sociale premie en toeslagen. Ook merkt men op dat door de groei van het aandeel zzp’ers het bereik en het financieel draagvlak van het sociale zekerheidsstelsel afneemt, en dat het inkomensrisico bij ongeval en ouderdom toeneemt. In een position paper ten behoeve van het IBO concludeerde CPB onder andere dat zelfstandigen zich soms onvoldoende bewust zijn van hun inkomensrisico bij arbeidsongeschiktheid, en dat bestaande mogelijkheden voor verzekering onderbenut blijven (Bosch et al., 2015). Knoef et al (2013) stellen vast dat zelfstandigen in vergelijking met werknemers minder sparen voor hun pensioen, maar wel meer vermogen opbouwen in hun eigen woning. Deze bevindingen roepen de vraag op die centraal staat in dit achtergronddocument:
“In hoeverre zijn zelfstandigen in staat om zelf inkomensschokken op te vangen?”