This publication is in Dutch, there is no English translation!
February 4, 2021
CPB Column - Gerdien Meijerink

Brexit

Photo of Gerdien Meijerink
Al jarenlang gaat ons gezin op de ferry, tussen de vrachtwagens, van Calais naar Dover om in Londen familie op te zoeken. Als we (ooit) weer naar Londen reizen zal dit een stuk moeilijker worden met allerlei controles bij de douane; die Hollandse kaas laat ik dan maar thuis. Dat komt helaas door de Brexit, of de EU-UK Trade and Cooperation Agreement (TCA). Maar als coauteur van de CPB-Brexit-doorrekening van 2016 ben ik benieuwd: in hoeverre komt de TCA overeen met wat wij hebben aangenomen? En met welke (verborgen) kosten moeten de Britse en Europese bedrijven rekening gaan houden, nu en op de lange termijn?
Gerdien Meijerink
Programmaleider of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
Photo of Gerdien Meijerink

Lees ook de CPB-Brexit-doorrekening van 2016.

CPB Brexit studie komt goed overeen

Allereerst, de TCA komt in grote lijnen overeen met ons vrijhandelsscenario (FTA) uit 2016 waarin geen tarieven zijn opgenomen. Wel zijn er regels over standaardisering en regulering van productenmarkten, zoals (fyto)sanitaire eisen aan verse producten of milieueisen. Ons scenario had geen vrije toegang van personen over en weer, waardoor ook de dienstensector meer aan banden wordt gelegd. Hierdoor zal er minder handel zijn waardoor het Nederlandse bbp niveau in 2030  0,9% tot 1,5% lager zal liggen (8 -13,3 miljard euro aan gederfde baten). Het Verenigd Koninkrijk wordt harder geraakt: 3.4%-5.9% bbp verlies in 2030.   

Alhoewel er dus geen tarieven zijn, zijn er wel degelijk kosten die nu goed zichtbaar worden. En zo komen we op het tweede punt. 

Werkelijke handelskosten

De lange rijen in Dover en Calais lijken mee te vallen, maar dat is misleidend. Er zijn wel degelijk handelskosten. Bijna een maand na de Brexit hebben Britse en Europese bedrijven meer zicht op de werkelijke kosten van de TCA. De Britse regering doet deze af als “teething problems” oftewel kinderziektes: bedrijven moeten ervaring opdoen met de nieuwe formulieren en de infrastructuur van de Britse douane is nog niet helemaal op orde. Zo klaagt een Nederlandse inspecteur in de Volkskrant dat op 18 januari nog geen van het Britse ingevroren vlees en vis van de juiste documentatie was voorzien (1).  Maar dat verbloemt de kosten die zullen blijven voor Britse en Europese bedrijven, naast grote eenmalige transitiekosten voor Britse bedrijven.

Om met dat laatste te beginnen: omdat er onvolledige afspraken zijn gemaakt over het delen van gegevens, moeten Britse bedrijven gegevens die in Europese systemen geregistreerd staan, opnieuw registeren in Britse systemen. De Financial Times geeft het voorbeeld van een Brits chemiebedrijf dat ongeveer 2000 chemicaliën produceert die nu in de EU-database REACH staan die chemische stoffen registreert, evalueert en goedkeurt. Deze moeten binnen twee jaar stuk voor stuk opnieuw geregistreerd worden in een nieuw Brits systeem. Geschatte kosten zijn £300.000 per stof. Alhoewel eenmalig, toch een flinke kostenpost.  

Andere kosten zijn permanent: de Britse HM Revenue & Customs schat dat het Britse bedrijfsleven elk jaar 215 miljoen import- en exportformulieren moet invullen; geschatte kosten: 7,5 miljard pond (2). De BBC spreekt daarom van een lawine aan handelsbarrières (3).  Ook de douanerechten en btw die nu op ingevoerde producten betaald moeten worden, zijn blijvend (4). Daarnaast zijn er geen tarieven op Britse producten, maar wel als dat Britse product grotendeels is gemaakt met onderdelen uit derde landen waar wel een tarief op zit. Als ik mijn familie vraag om een pakketje te sturen, moet ik dus rekening houden met flink extra kosten. Daarom zijn Britse bedrijven deel van hun activiteiten en distributienetwerken aan het verplaatsen naar Europa. Daar spint Nederland garen bij: volgens de krant The Guardian worden Nederlandse opslagbedrijven overspoeld met verzoeken voor magazijnruimte.
 
En dan het feit dat er in de TCA niets geregeld is voor diensten; je zou dit akkoord kunnen zien als een “harde Brexit” voor diensten. Zo zullen de leden van een Engels bandje (en hun crew) dat een concert in Berlijn wil geven speciale werkvergunningen moeten aanvragen; hun apparatuur kan onderhevig zijn aan extra inspecties. Maar ook Di-rect zal niet meer zo gemakkelijk een concert in Glastonbury kunnen geven. Modellen, architecten allemaal krijgen ze het moeilijk, net als mijn zoon die droomde van een stage in Londen. Echter, deze kosten verbleken bij de financiële dienstverlening. Het Financieele Dagblad berichtte dat op 2 januari pakweg de helft van de aandelenhandel uit Londen verdween naar Europa, en dat is niet zo’n klein beetje ook: het gaat om ongeveer 6 miljard euro. 

Niet voorbij

De komende jaren gaan we de consequenties zien van Brexit. Daarnaast, de TCA is geen afgesloten hoofdstuk; over sommige zaken gaat nog jaren onderhandeld worden. Alhoewel ik als onderzoeker geïnteresseerd de ontwikkelingen volg, ben ik persoonlijk verdrietig; onze familie in Londen lijkt opeens een stuk verder weg.

Gerdien Meijerink 

(1) ‘Hoeveel zendingen voldoen? Nul, tot nu toe’ Volkskrant, 27 januari 2021.
(2) Geciteerd in de Financial Times van 22 januari.
(3) BBC: 'What Boris Johnson's mistake tells us about our future'
(4) Douanerechten zijn de belastingen die de overheid heft aan importeurs en distributeurs, die ze vervolgens doorberekenen aan de consument.

  • more about Gerdien

all columns and articles

Gerdien Meijerink

Programmaleider of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis

  • more about Gerdien
Get in touch
Recent CPB columns

all columns and articles

Read more about