Fossiele dilemma’s
Peter Zwaneveld
Programmaleider of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy AnalysisLees de CPB/PBL-studie over het afschaffen van fossiele subsidies.
Er blijkt namelijk een regeling te zijn voor non-profit instellingen waardoor de diaconie de helft van de energiebelasting terug kan vragen. Deze regeling prijkt op alle lijstjes rondom fossiele energiesubsidies en dus kwam ik die tegen op mijn werk. Tot voor kort kende ik de regeling niet. Mijn dilemma betreft de vraag of ik als penningmeester daar nu juist wel of juist niet gebruik van moet maken. Door minder belasting te betalen, houd ik enerzijds meer geld over om bijvoorbeeld de voedselbank te ondersteunen die (gratis) van ons kerkgebouw gebruikmaakt. Anderzijds wil ik als penningmeester van de diaconie gewoon (fossiele) belastingen betalen, zeker gezien de grote maatschappelijke discussie rondom fossiele subsidies. Welk argument geeft de doorslag in dit morele dilemma?
Miljardenjacht
De maatschappelijke discussie over de fossiele energiesubsidies lijkt soms wel een competitie. Nadat meerdere rapporten in eerste instantie uitkwamen op een omvang van zo’n 4 à 5 miljard euro aan fossiele energiesubsidies per jaar, ging Alman Metten in 2021 plots op kop met 17,5 miljard euro met zijn invloedrijke schatting in Me Judice over de omvang van fossiele energiesubsidies. In 2023 verbeterde hij zijn PR met een studie die zelfs uitkwam op een omvang van 30,8 miljard euro. De koppositie moest hij echter al snel weer afstaan aan SOMO, Oil Change International en Milieudefensie die op 37,5 miljard uitkwamen. Baas boven baas bleek uiteindelijk demissionair minister van Klimaat Rob Jetten die samen met de rest van het kabinet uitkwam op een bedrag van maar liefst 39,7-46,4 miljard euro in de meest recente Miljoenennota.
Maar ergens in deze jacht rondom de hoogte van het bedrag van fossiele energiesubsidies is de kern van de discussie verloren gegaan: hoe helpen we de energietransitie en het klimaat verder? Daarom werkt de CPB/PBL-studie twee verschillende benaderingen uit om fossiele energiesubsidies te bepalen. Daarmee bieden we een nieuw kader om naar fossiele energiesubsidies te kijken en geven we handvatten om te beoordelen of fossiele energiesubsidies de energietransitie in de weg zitten.
Twee complementaire benaderingen
Doordat we in ons rapport twee benaderingen presenteren, lopen we uiteraard het risico dat dit de volgende vraag oproept: welk van de twee benaderingen is de beste? We hopen en denken dat we met ons rapport dit risico kunnen ontlopen: beide benaderingen zijn namelijk complementair.
De benadering om fossiele energiesubsidies te bepalen waarbij bekeken wordt of de vervuiler wel voldoende betaalt om de kosten voor het klimaat te dekken, de zogenoemde externekostenbenadering, nemen we hierbij als startpunt. Deze insteek laat namelijk zien welke beprijzing nodig is en geeft je het meest directe zicht op waar beprijzing de energietransitie in de weg zit.
De andere optie, de inventarisatiebenadering, gebruikt een breed geaccepteerde definitie van de Wereldhandelsorganisatie om de omvang van fossiele subsidies vast te stellen. Deze benadering wordt gebruikt door alle eerder genoemde studies. Deze benadering inventariseert regelingen die fossiele brandstoffen een voordeel verschaffen en geeft zicht om welke regelingen het gaat. Dit is een belangrijke toegevoegde waarde. Zo komen ook regelingen voor het voetlicht die fossiel energiegebruik op een indirecte wijze stimuleren, zoals de btw- en accijnsvrijstellingen in de lucht- en scheepsvaart en regelingen rondom aanschaf, bezit en gebruik van auto’s.
Doel centraal stellen
Onze conclusie is dat bij iedere stap of maatregel om fossiele subsidies te verminderen, de vraag centraal moet staan hoe het bijdraagt aan een betere beprijzing van de klimaatschade, zodat de energietransitie vooruitgang boekt. Dit is geen makkelijke vraag en roept vaak weer nieuwe dilemma’s op zoals de afweging tussen enerzijds Nederlands en anderzijds Europees klimaatbeleid waarop ook recent werd gewezen door zeven energie-experts in ESB.
Hoe het is afgelopen met mijn morele dilemma als penningmeester? De beheerder van ons kerkgebouw kon mij gelukkig vertellen dat de zonnepanelen op onze kerk zoveel energie opwekken dat er überhaupt geen energiebelasting is om terug te vragen. Ik kon mijn dilemma rondom fossiele-energiesubsidies dus laten rusten. Het nieuwe kabinet heeft die luxe echter niet, mede door de recent aangenomen motie om ‘scenario’s op te stellen’ voor de afbouw van fossiele subsidies. We hopen dat onze studie hierbij behulpzaam is.
Peter Zwaneveld
- more about Peter
Peter Zwaneveld
Programmaleider of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
- more about Peter
Recent CPB columns
- De les van de oliebollentest - Marielle Non
- Van wie is de ruimte? - Jeroen Hinloopen
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos