Financiering van de zorg op de lange termijn
Lees ook het bijbehorende achtergronddocument met een beschrijving van de analyses.
Als de zorguitgaven in de toekomst net zo hard groeien als in het verleden dan gaan in 2040 de 70-plussers met een laag inkomen, de baten van de zorg meegerekend, er 21% van hun inkomen op vooruit, terwijl 70-minners in 2040 met een hoog inkomen er 3% van hun inkomen op achteruitgaan. Of dat wenselijk is, is een politieke vraag.
Andere vormen van financiering leiden tot andere verdelingseffecten. Bij een financiering van extra zorg door middel van een hoger eigen risico neemt de herverdeling van jong naar oud en van hoge naar lage inkomens af. Bij een lager eigen risico neemt de herverdeling juist verder toe. Leeftijdsafhankelijke financiering van extra zorggroei, waarbij niet-gepensioneerden lagere zorgpremies betalen, vermindert de herverdeling van jong naar oud.
Zelfs bij een verdere verhoging van het eigen risico of leeftijdsafhankelijke financiering zijn de toekomstige ouderen en arme huishoudens meestal beter af dan de huidige generaties ouderen en arme huishoudens. De lasten voor deze groepen stijgen weliswaar, maar zij hebben ook de meeste baat bij het hogere zorggebruik.
Het eigen risico legt een deel van de kosten direct neer bij gebruikers van zorg, wat verspilling voorkomt. Dit deel van de zorgkosten wordt dan niet gefinancierd uit de premie. Omdat rijkere huishoudens meer premie betalen, minder zorgtoeslag ontvangen en bovendien minder zorg gebruiken dan armere huishoudens, versterkt een lager eigen risico de herverdeling van hoge naar lage inkomens. Andersom leidt een verhoging van het eigen risico tot minder herverdeling van rijk naar arm. Deze herverdeling dient te worden afgewogen tegen de doelmatigheidswinst van het eigen risico. Voorts zijn bij een aanpassing van het eigen risico ook de bescherming tegen onverwachte kosten, de solidariteit tussen gezonden en zieken en de toegankelijkheid van de zorg van belang.
Door niet-gepensioneerden minder te laten bijdragen, vermindert de herverdeling van jong naar oud. Het effect van extra zorggroei op de herverdeling tussen verschillende generaties neemt daardoor af. De lastendruk voor de toekomstige ouderen stijgt dan wel.
De herverdelende effecten van extra zorgkosten kunnen ook worden geadresseerd via beleidsopties buiten de zorg, zoals aanpassingen in de inkomstenbelasting of het al dan niet fiscaliseren van de AOW. Binnen de zorg zijn aanpassingen mogelijk via veranderingen in de nominale premie, het eigen risico en de zorgtoeslag.