Het generieke crisisbeleid is niet houdbaar, de overheid moet nu gerichte keuzes maken
Pieter Hasekamp
directeur of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy AnalysisOok in economisch opzicht was het een jaar van twee gezichten. De eerste helft van 2022 groeide het bruto binnenlands product (bbp) nog met 5% op jaarbasis, de tweede helft was er naar verwachting een lichte krimp. Het was een jaar van ongekende krapte op de arbeidsmarkt, met meer vacatures dan werkzoekenden. Maar tegelijkertijd daalde het vertrouwen van consumenten en bedrijven en zagen we een omslag op de woningmarkt. En de inflatie steeg tot het hoogste niveau ooit gemeten (14,5%), maar ligt inmiddels weer onder de 10%.
Voorzichtig optimisme
Hoe gaat het verder? Er is aanleiding tot voorzichtig optimisme. In het basisscenario van het Centraal Planbureau (CPB) komt de economische groei volgend jaar uit op 0,9% en daalt de inflatie naar 3,5%. Ondanks een lichte stijging van de werkloosheid blijft de arbeidsmarkt krap.
Wat daarbij opvalt, is de rol van de overheid. Die dempt, door de werking van het energieprijsplafond en andere steunmaatregelen, de inflatie en de gevolgen daarvan voor de koopkracht. Dat voorkomt een terugval van de particuliere bestedingen en helpt ook om onzekerheid – die fnuikend kan zijn voor bestedingen van zowel huishoudens als bedrijven – weg te nemen.
Maar de overheid doet meer: ook de eigen overheidsconsumptie stijgt, waardoor de publieke sector (inclusief zorg) volgend jaar goed is voor meer dan de volledige groei van het aantal banen in Nederland. Het overheidstekort loopt op naar 3% van het bbp. Dat is ook reden tot zorg. Kan de overheid dit volhouden? Wat doet het overheidsingrijpen in de economie met het vermogen van de samenleving zich aan te passen? Om met de eerste vraag te beginnen: nee, dit is geen houdbaar beleid. Op dit moment is onze staatsschuld nog goed financierbaar : de schuldquote ligt op zo’n 50% van het bbp en is daarmee in veel opzichten laag. Maar er is wel een trendbreuk op komst.
We gaan een periode tegemoet met hogere rentes en dalende inflatie – iets wat we voor het laatst rond 1980 hebben gezien. Destijds verdubbelde de overheidsschuld in tien jaar tijd, van 38% van het bbp in 1977 naar 76% van het bbp in 1987. Bij de doorrekening van het coalitieakkoord, met de rente op nul, kwam het CPB al tot de conclusie dat de overheidsschuld op termijn fors zou oplopen. Een jaar later is de rente met 2,5 procentpunt gestegen. Een rentestijging van 1 procentpunt leidt uiteindelijk tot zo’n €5 mrd extra rentebetalingen. We zijn dus bezig extra lasten naar de toekomst te verschuiven.
Een tweede reden om kritisch naar het beleid te kijken, ligt in de maatschappelijke effecten. Ik heb eerder aandacht gevraagd voor de ’compensatiesamenleving’, waarbij de overheid voortdurend financiële risico’s overneemt van burgers en bedrijven. Dat is inefficiënt: de energiesteun komt deels terecht bij degenen die het niet nodig hebben.
Wie drie huizen bezit, heeft zojuist zes keer €190 geïncasseerd. De steun geeft ook verkeerde prikkels: volgend jaar valt 85% van het energiegebruik onder het prijsplafond, waardoor veel huishoudens minder noodzaak tot verduurzaming zullen voelen.
Voor bedrijven geldt hetzelfde: net als tijdens corona zal de energiesteun ertoe leiden dat ook ongezonde ondernemingen in leven worden gehouden. En het steunbeleid belemmert een goede afweging van belangen: het parlement is gevraagd in te stemmen met een begroting waarvan de dekking nog onduidelijk is. Lobbycratie ligt op de loer: wie een goede ingang heeft kan terecht bij de overheid, de rekening gaat naar iemand anders – of wordt doorgeschoven.
De Nederlandse economie heeft de afgelopen drie jaar twee grote crises doorstaan en veerkracht getoond – met hulp van de overheid. Maar de gevolgen blijven scheef verdeeld. Ondanks de energiesteun kan een deel van de huishoudens – met een laag inkomen of een slecht geïsoleerde woning – nauwelijks rondkomen.
Daar staat tegenover dat in coronatijd zo’n €100 mrd extra is gespaard, veelal bij dezelfde groep – vaste baan, bovenmodaal inkomen – die ook nu de steun niet nodig heeft. Dat scheve beeld zien we terug in veel onderdelen van de economie. Om dat recht te trekken, zal de huidige crisisaanpak moeten plaatsmaken voor gerichte keuzes en houdbaar beleid voor de lange termijn.
Pieter Hasekamp
Dit essay van Pieter Hasekamp is op vrijdag 30 december 2022 ook gepubliceerd op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad.
- more about Pieter
Pieter Hasekamp
directeur of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
- more about Pieter
Recent CPB columns
- Geluk is niet maakbaar, maar gelijke kansen helpen - Pieter Hasekamp
- De les van de oliebollentest - Marielle Non
- Van wie is de ruimte? - Jeroen Hinloopen