Schokbestendigheid huishoudens
Zelfstandigen worden relatief harder geraakt dan werknemers als ze hun volledige inkomen verliezen. De verklaring hiervoor is dat de bijstandsuitkering die zelfstandigen ontvangen, lager is dan de WW-uitkering van werknemers die gebaseerd is op het recent verdiende looninkomen.
De doorsnee vermogensbuffer van huishoudens met een werknemer en/of zelfstandige als hoofdkostwinner en een uitzingtermijn van drie maanden of minder is 410 euro. Deze huishoudens hebben dus niet genoeg liquide vermogensbuffers om inkomensverlies voor een langere tijd op te vangen. De korte uitzingtermijn wordt vooral bepaald door de kleine liquide vermogensbuffer; de ratio tussen de vaste lasten en het netto besteedbaar inkomen na volledig inkomensverlies verschilt niet veel van huishoudens met een langere uitzingtermijn.
De methodologie van deze stresstest is gebaseerd op de stresstest van het CPB en de AFM uit 2020.