Circulaire economie begint bij beprijzing milieuschade
Het gebeurt nu nog maar zelden dat producenten betalen voor de schade die zij aan het milieu toebrengen. Als dit wel zou gebeuren, houden bedrijven beter rekening met milieuschade, gaan ze duurzamer om met materialen en zullen ze producten maken die gemakkelijker te repareren zijn, vaker recyclebaar en beter te hergebruiken. Consumenten kunnen hierdoor eveneens een betere afweging maken tussen reparatie, hergebruik of weggooien. Bovendien stimuleert een belasting de ontwikkeling van schone technieken. Beprijzing kan ook effectief zijn om afval te verminderen. Bij de vormgeving ervan moet er wel rekening mee worden gehouden dat mensen hun afval elders gaan dumpen.
Een snelle overgang naar een meer circulaire economie brengt aanpassingskosten met zich mee: beroepen verdwijnen en bedrijven kunnen failliet gaan. Er komen nieuwe activiteiten voor in de plaats, maar dat duurt even. Uiteindelijk zullen de omvang van de economie en de werkgelegenheid in Nederland niet groter zijn, maar wel anders van samenstelling. Het is wel verstandig om milieubelastingen geleidelijk in te voeren, zodat er tijd is om aan de overgang te wennen. Duurzame innovatie zou daarbij gelijk vanaf het begin stevig kunnen worden bevorderd en later kunnen worden afgebouwd.
Achterliggende bijdragen:
- De werkgelegenheidseffecten van fiscale vergroening;
- Groene groei en welvaart: een conceptueel denkkader;
- Een verkennend onderzoek naar de haalbaarheid en wenselijkheid van doelstellingen met betrekking tot recycling en preventie van huishoudelijk afval;
- De circulaire economie van kunststof: van grondstoffen tot afval;
- Verkenning Brede Welvaart 2018 - Circulaire economie, gedrag en beleid