31 maart 2021

Raming maart 2021 (CEP 2021)

Economisch herstel in zicht, maar gevolgen coronacrisis werken nog door

Persbericht
In de basisraming, die ervan uitgaat dat in Nederland en andere Europese landen de vaccinatiegraad geleidelijk oploopt en beperkingen kunnen worden afgeschaald, groeit de economie in 2021 naar verwachting met ruim 2% en in 2022 met 3,5%. De werkloosheid, die mede door de ruime steunmaatregelen tot nu toe opvallend laag is gebleven, stijgt tot 5% om daarna in de loop van volgend jaar af te nemen tot 4,5%. Dit blijkt uit het Centraal Economisch Plan 2021 dat het Centraal Planbureau (CPB) op 31 maart heeft gepubliceerd.
nl-primary image 740x420

De economische groeicijfers zijn door de tweede coronagolf voor 2021 iets lager dan in de raming die in november is gepubliceerd. De verrassende daling van de werkloosheid in de afgelopen maanden heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van de werkloosheidsraming. Pieter Hasekamp, directeur CPB: “Terwijl het verloop van de pandemie ons steeds negatief verrast, laat de economie juist veerkracht zien. Ondanks de lockdown die specifieke sectoren zwaar treft, doet de economie als geheel het juist relatief goed. Herstel is in zicht, maar ook als straks het virus onder controle is, werken de economische gevolgen van de crisis nog door. Het steunbeleid moet dan snel afgebouwd worden en plaatsmaken voor beleid gericht op herstel. We verwachten dat sommige bedrijven het alsnog niet zullen redden en dat de werkloosheid tijdelijk zal oplopen. Dat is in zekere zin onvermijdelijk: de economie moet zich ook weer kunnen aanpassen.”

Kerncijfers voor de Nederlandse economie, basisraming 2020 2021 2022
Bbp-groei laat veerkracht zien (% groei) -3,7 2,2 3,5
Werkloosheid piekt in 2022 (%) 3,8 4,4 4,7
Volgend jaar geen toename statische koopkracht (% groei) 2,4 0,7 -0,1
Aflopen steun doet begrotingstekort slinken (%bbp) -4,3 -5,9 -1,7
Schuldquote daalt volgend jaar al (%bbp) 54,4 58,6 56,9

De corona-recessie drukt de loonstijging in 2021 en daarmee de toename van de koopkracht. De cao-loonstijging in de marktsector valt terug van 2,7% in 2020 naar 1,5% per jaar in 2021 en 2022. Door lastenverlichting is dit jaar nog sprake van een koopkrachtstijging, van 0,7%, al is die lager dan de 2,4% in 2020. Bij ongewijzigd beleid daalt de koopkracht volgend jaar met 0,1%. 

Het overheidstekort piekt dit jaar op bijna 6% bbp en neemt vervolgens door het aflopen van steunmaatregelen en de groei van belastinginkomsten af tot 1,7% bbp in 2022. De schuldquote neemt hierdoor volgend jaar al af, tot 57% bbp. 

Vanwege de grote onzekerheid zijn naast de basisraming een pessimistisch en een optimistisch scenario in de publicatie opgenomen. In het pessimistische scenario veroorzaken nieuwe coronavarianten, waartegen de huidige vaccinaties onvoldoende blijken te werken, in het najaar opnieuw een corona-uitbraak. Deze nieuwe uitbraak leidt weer tot extra voorzichtigheid bij huishoudens en nieuwe restricties, waardoor het bbp opnieuw afneemt en de werkloosheid nog verder oploopt. In het optimistische scenario zorgen positieve verwachtingen bij huishoudens en bedrijven voor een krachtiger herstel na het opheffen van de contactbeperkingen.

Economische groei volgende kabinetsperiode 2% per jaar

Naast het Centraal Economisch Plan 2021 is vandaag een actualisatie van de middellangetermijnverkenning gepubliceerd. Deze biedt een doorkijk naar 2022-2025 en kan worden gebruikt voor de doorrekening van het regeerakkoord. De bbp-groei is 2,0% per jaar in 2022-2025. Het overheidstekort loopt, op basis van ongewijzigd beleid, terug tot 1,0% bbp in 2025. Het houdbaarheidstekort, dat een indicatie geeft van de mate waarin lasten verschoven worden naar toekomstige generaties, is door de coronacrisis verslechterd en bedraagt  1,8% bbp.

Fan Charts Maart 2021

De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de CEP-2021-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.

De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2015-2020) en de CEP-2021-puntvoorspellingen voor 2021 en 2022. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:

  • 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
  • 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
  • 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied

De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.

Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.

Downloads

Contactpersonen

31 maart 2021
Na de bbp-daling door de tweede coronagolf komt het economisch herstel in het tweede kwartaal geleidelijk op gang. De groei versnelt in het tweede halfjaar, waardoor het bbp in 2021 toeneemt met 2,2% en in 2022 met 3,5%. Eind 2021 komt het bbp weer uit boven het niveau van eind 2019. Deze raming gaat uit van de huidige beleidsvoornemens van de regering waarin de steunmaatregelen eind juni aflopen. De consumptie zal sterk toenemen zodra winkels en horeca weer helemaal opengaan en besmettingsangst bij consumenten afneemt doordat meer personen gevaccineerd zijn. De tijdens de coronarecessie sterk toegenomen besparingen maken een sterke consumptiegroei mogelijk. Investeringen reageren positief op de toenemende omzet en gunstiger omzetverwachtingen, ondersteund door lage financieringskosten. De investeringsgroei wordt wel geremd door extra faillissementen in sommige sectoren na de afloop van het steunbeleid en door de balansschade die bedrijven hebben opgelopen tijdens de virusuitbraak.

Economische groei in Nederland 2015-2022

Kerngegevenstabel 2019-2022, maart 2021

Internationale economie
  2019 2020 2021 2022
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) 3,1 -9,0 6,0 6,0
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) 3,1 0,4 1,1 0,9
Olieprijs (dollars per vat) 64,3 41,8 62,6 59,2
Eurokoers (dollar per euro) 1,12 1,14 1,22 1,22
Lange rente Nederland (niveau in %) -0,1 -0,4 -0,3 -0,2
Volume bbp en bestedingen
  2019 2020 2021 2022
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) 1,7 -3,7 2,2 3,5
Consumptie huishoudens (%) 1,5 -6,4 0,6 6,1
Consumptie overheid (%) 1,6 1,4 5,7 0,2
Investeringen (inclusief voorraden, %) 3,6 -4,0 2,3 2,8
Uitvoer van goederen en diensten (%) 2,7 -4,3 2,6 5,2
Invoer van goederen en diensten (%) 3,2 -4,3 3,0 5,4
Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2019 2020 2021 2022
Prijs bruto binnenlands product (%) 3,0 2,4 1,5 1,6
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) 1,0 -0,4 1,3 1,0
Prijs goedereninvoer (%) -1,1 -4,8 4,8 0,1
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) 2,7 1,1 1,9 1,4
Loonvoet bedrijven (per uur, %) (a) 2,4 6,8 0,4 0,1
Cao-loon bedrijven (%) 2,4 2,7 1,7 1,5
Koopkracht, statisch, mediaan alle huishoudens (%) 1,0 2,4 0,7 -0,1
Arbeidsmarkt
  2019 2020 2021 2022
Beroepsbevolking (%) 1,6 0,4 -0,1 1,3
Werkzame beroepsbevolking (%) 2,0 0,0 -0,8 1,1
Werkloze beroepsbevolking (niveau in duizenden personen) 314 357 415 445
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) 3,4 3,8 4,4 4,7
Werkgelegenheid (in uren, %) 2,2 -3,5 2,0 1,5
Overig
  2019 2020 2021 2022
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) 74,0 74,3 74,6 74,6
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) -0,5 0,0 0,4 2,2
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) 3,1 9,4 11,0 5,9
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) 9,9 8,9 8,9 9,0
Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2019 2020 2021 2022
EMU-saldo (% bbp) 1,7 -4,3 -5,9 -1,7
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) 48,7 54,4 58,6 56,9
Collectieve lasten (% bbp) 39,3 39,7 39,1 38,8
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) 42,4 48,6 49,1 44,9

Aanvullende kerngegevens 2019-2022

Investeringen en uitvoer
  2019 2020 2021 2022
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen, %) 6,9 -6,5 1,0 4,8
Investeringen bedrijven in woningen (%) 1,6 -1,6 0,0 1,1
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) -3,2 -0,6 2,6 2,6
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) 6,9 -0,8 2,9 4,3
Prijzen,overheid, nationale cpi en contractloon marktsector (toelichting/begrippen)
  2019 2020 2021 2022
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) 2,6 1,3 1,9 1,5
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) 1,6 1,2 1,8 1,4
Loonvoet sector overheid (%) (b) 2,3 3,2 2,0 1,5
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) (b) 3,2 3,5 2,0 1,2
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) 2,5 2,0 2,0 1,4
Prijs intermediair verbruik (%) 2,3 1,5 1,7 1,7
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) 2,4 1,9 2,4 1,9
Prijs nationale bestedingen (%) 2,8 2,1 1,9 1,7
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) 2,6 2,8 0,8 1,4
Cao-loon marktsector (%) 2,3 2,7 1,5 1,5
Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2019 2020 2021 2022
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) 810,2 798,9 828,7 871,8
Bevolking (in duizenden personen) 17282 17408 17470 17545
Beroepsbevolking (in duizenden personen) 9267 9309 9295 9420
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) 349 400 460 490
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in % beroepsbevolking) 4,3 4,8 5,6 5,9
Bruto modaal inkomen (euro) 35000 36000 37000 37500
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) 0,7 -1,9 -4,1 -1,4

(a) De loonkostensubsidie NOW, en de continuïteitsbijdrage in de zorg, hebben een opwaarts effect op de loonvoetmutatie bedrijven in 2020 van 3,4%-punt en een neerwaarts effect van 1,7%-punt in 2021 en 1,4%-punt in 2022.

(b) De sluiting van delen van de overheid, in combinatie met doorbetaling van salarissen, en de loonkostensubsidie NOW hebben een opwaarts effect op de mutatie in 2020 van 0,2%-punt. In 2021 en 2022 is er een neerwaarts effect van 0,1%-punt.

Contactpersonen

Contactpersonen